Eenzijdige annulering van de reservering van de seizoenplaats voor het komende seizoen, betekent niet dat de consument dit seizoen geen gebruik van zijn plaats kan maken.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Huurovereenkomst m.b.t. seizoenstandplaatsen    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 48573

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit de huur van een seizoenplaats voor de caravan van de consument.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Na onenigheid met een medewerkster van de ondernemer heeft deze op 19 augustus 2010 eenzijdig de reservering van de consument van een plaats voor het seizoen 2011 geannuleerd. De ondernemer heeft onvoldoende gereageerd op pogingen van de consument te komen tot een verzoening met de betrokken medewerkster en de annulering gehandhaafd. Daardoor is de relatie tussen de consument en haar gezinsleden enerzijds en de ondernemer anderzijds zodanig ernstig verstoord dat de consument zich niet meer welkom voelde op de camping en zij zich genoodzaakt voelde het lopende seizoen vroegtijdig af te breken en de camping met de caravan te verlaten.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd dat het voor haar niet te begrijpen is dat ze gedurende het lopende seizoen nog wel welkom was maar niet meer in het seizoen 2011.   De consument verlangt restitutie van een bedrag van € 410,–, zijnde de huur van het niet genoten naseizoen waarvoor zij dat bedrag heeft betaald.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Tijdens de door de consument vermelde woordenwisseling heeft een medewerker van de ondernemer meegedeeld de reservering van een plaats voor het jaar 2011 ongedaan te zullen maken. In de daarna gevoerde gesprekken en ook per brief is aan de consument en haar partner meegedeeld dat zij het naseizoen nog gewoon op de camping konden blijven en dat dit geen probleem was. De ondernemer is niet verplicht een bedrag te restitueren aangezien de consument nog op de camping welkom was en zelf heeft besloten het seizoen op de camping niet af te maken. Ingevolge artikel 8 van de Recronvoorwaarden voor seizoenplaatsen, welke bepaling overigens gelijk is aan artikel 8 van de Recronvoorwaarden voor toeristische plaatsen, is de recreant bij voortijdig vertrek de overeengekomen tariefperiode verschuldigd.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Tussen partijen staat vast dat de door de consument gemaakte reservering voor het seizoen 2011 door de ondernemer ongedaan is gemaakt tijdens de discussie die heeft plaats gehad op 19 augustus 2010. Eveneens staat vast dat de ondernemer mondeling en schriftelijk aan de consument heeft laten weten dat deze het seizoen 2010 op de camping kon afmaken. Ofschoon voorstelbaar is dat de consument onaangenaam getroffen was door de annulering van de reservering voor het seizoen 2011, is die omstandigheid op zichzelf niet van dien aard dat het haar in redelijkheid niet mogelijk was nog langer gebruik te maken van de seizoenplaats die zij eerder voor het naseizoen 2010 had gehuurd. Indien dat voortgezet gebruik in de beleving van de consument voor haar tot onoverkomelijke bezwaren zou hebben geleid, geldt dat die omstandigheid in de rechtsverhouding met de ondernemer niet aan deze kan worden toegerekend en derhalve voor rekening en risico van de consument dient te blijven. De beslissing van de consument het kampeerterrein voortijdig te verlaten dient derhalve voor haar rekening te blijven.   Partijen zijn het erover eens dat hun rechtsverhouding mede wordt beheerst door de Recronvoorwaarden. Aangezien in de reserveringsbevestiging/factuur van 26 februari 2010 uitdrukkelijk de Recronvoorwaarden voor toeristische plaatsen van toepassing worden verklaard en niet gesteld of gebleken is dat partijen in afwijking daarvan andere voorwaarden zijn overeengekomen, gaat de commissie uit van de toepasselijkheid van deze Recronvoorwaarden. Ingevolge artikel 8 van die voorwaarden is de recreant bij voortijdig vertrek de volledige prijs voor de overeengekomen tariefperiode verschuldigd. Aangezien de consument met de ondernemer was overeengekomen dat zij ook gedurende het naseizoen nog haar plaats zou huren, brengt dit mee dat zij de voor het naseizoen geldende huur verschuldigd was. Hierbij kan overigens worden aangetekend dat het door de ondernemer ingeroepen artikel 8 van de Recronvoorwaarden voor seizoenplaatsen gelijkluidend is aan het in de Recronvoorwaarden voor toeristische plaatsen opgenomen artikel 8. Een en ander brengt mee dat de consument geen recht heeft op restitutie van de voor het naseizoen betaalde huur.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 10 maart 2011.