
Commissie: Energie
Categorie: Overig
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
186575/191570
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een hoge eindafrekening gekregen en betwist het aantal in rekening gebrachte gas. Zowel de ondernemer als de netbeheerder kan niet vaststellen waar het hoge verbruik vandaan komt. De ondernemer legt uit dat zij vermoeden dat de beginstand van de meter, bij het aangaan van het contract, (te laag) geschat is. Dit betekent volgens de ondernemer dat de vorige leverancier vermoedelijk te weinig in rekening heeft gebracht en dat dit nu in rekening wordt gebracht. De commissie stelt vast dat het in rekening gebrachte verbruik wordt vastgesteld aan de hand van de gasmeter. Uit onderzoek is niet gebleken dat de gasmeter niet goed heeft gemeten waardoor de ondernemer terecht het verbruik in rekening in heeft gebracht. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Onderwerp van het geschil betreft het antwoord op de vraag of het door de ondernemer bij eindafrekening van 21 april 2021 aan de consument in rekening gebrachte gasverbruik terecht aan de consument in rekening is gebracht.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Ik heb een eindrekening gekregen waaruit volgt dat ik ruim € 2.100,– moet bijbetalen. Ik zou 2.944 kuub gas hebben verbruikt binnen een jaar. Dit heb ik daarvoor en daarna nooit verbruikt. Ook toon geeft iets anders aan. Nu is dit het volgens de meterstanden wel het verbruik.
De gasmeter is eind 2019 vervangen door een nieuwe slimme meter. Begin 2020 ben ik overgestapt naar de ondernemer. De ondernemer is nog geen jaar mijn leverancier geweest, daarna ben ik weer teruggegaan naar [oude energieleverancier] ). Er is een defect in de gasmeter vastgesteld en verholpen, dit kan volgens [netbeheerder] niet het hoge verbruik veroorzaken. Niemand begrijpt dit hoge verbruik en niemand kan er iets mee. Na de eindrekening heb ik contact met de ondernemer gehad en moest ik wekelijks mijn gasverbruik doorgeven. Hier kwam niks geks uit naar voren. Vervolgens is er een monteur gekomen en bleek de gasdrukregelaar in de meter stuk te zijn, binnen 2 uur is dit door [netbeheerder] vervangen. Volgens [netbeheerder] heeft dit defect geen invloed gehad op het verbruik.
Iedere keer dat ik contact heb met de ondernemer begrijpen ze mijn probleem. Ze geven aan ook niet te begrijpen hoe het verbruik zo hoog kan zijn, maar alles blijft hoe het is.
De consument verzoekt de commissie te oordelen dat zij niet het door de ondernemer verlangde bedrag van om en nabij € 2.100,– moet bijbetalen, maar slechts het bedrag dat zij in het verleden altijd bij eindafrekeningen heeft moeten bijbetalen, te weten een bedrag dat ligt tussen € 200,– en € 300,–.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Volgens de consument is haar gasmeter eind 2019 vervangen. Bij het vervangen wordt de meter weer op nul ingesteld. Vervolgens is per 15 mei 2020 bij de ondernemer een contract afgesloten. Wij hebben de beginstand opgehaald uit de registers, dit is de eindstand die de vorige leverancier heeft opgegeven. Dit betreft een geschatte stand, wij hebben geen meterstanden doorgekregen van de consument.
Onze beginstand was 185 m3 gas. Dit lijkt ook erg weinig voor de periode eind 2019 – mei 2020. Dit doet vermoeden dat de eindstand zoals deze is ingediend door de vorige leverancier, niet de werkelijke stand was en dat deze geschat is. Dit betekent niet dat de consument teveel heeft betaald, maar dat er te weinig is afgerekend bij de vorige leverancier.
Zoals ook al aangeboden kunnen wij met de vorige leverancier in overleg gaan om de eindstand te laten aanpassen. Dat betekent dat een deel van het verbruik wat bij ons in rekening is gebracht, verschuift naar de vorige leverancier. Als het tarief voor gas hoger was bij de vorige leverancier van de consument, dan is dit niet gunstig voor haar. Als het tarief voor gas lager was bij de vorige leverancier, dan is het gunstig voor haar en kunnen we dit voor haar proberen aan te passen. Daar hebben wij wel de medewerking van de vorige leverancier voor nodig.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uitgangspunt is dat de omvang van de gaslevering van de ondernemer aan de consument vastgesteld wordt aan de hand van de gasmeter. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de ondernemer uit is gegaan van een beginstand per 15 mei 2020 van 185 m³ gas, omdat dit de eindstand is van de gasmeter zoals deze is ingediend door de vorige leverancier aan het einde van de contractperiode met de vorige leverancier. Ook staat tussen partijen niet ter discussie wat de meterstand op 27 maart 2021 bedroeg, waardoor de ondernemer bij de eindafrekening van 21 april 2021 die zag op de verbruiksperiode van 15 mei 2020 tot 27 maart 2021 uit is gegaan van een verbruik van 2.875 m³ gas over voornoemde verbruiksperiode.
Gelet op voornoemd uitgangspunt heeft de ondernemer dan ook terecht een verbruik van 2875 m³ gas aan de consument in rekening mogen brengen. Uit onderzoek is (nog) niet gebleken dat de gasmeter de omvang van het gasverbruik over voornoemde verbruiksperiode niet goed heeft gemeten. Ook anderszins is niet komen vast te staan dat de verkregen meetgegevens over voornoemde verbruiksperiode om een andere reden niet juist zijn, ook al valt niet uit te sluiten dat de eindstand zoals deze is ingediend door de vorige leverancier – welke door de ondernemer per 15 mei 2020 als beginstand is genomen – niet de werkelijke meterstand was. De ondernemer heeft aangeboden met de vorige leverancier in overleg te kunnen gaan om de eindstand te laten aanpassen. Het is aan de consument om al dan niet op dat aanbod van de ondernemer in te gaan.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers, voorzitter, mevrouw mr. W.N. Kip, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 24 januari 2023.