Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen
Categorie: Informatieverstrekking
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: tussenadvies
Uitkomst: x
Referentiecode:
192315/197135
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Dit geschil gaat over een consument die een opleiding volgt bij ondernemer. Consument moest voor de opleiding een beroepspraktijkvorming doen bij een erkend leerbedrijf in de thuiszorg. Ondernemer heeft dit leerbedrijf goedgekeurd, maar later bleek het leerbedrijf niet geschikt te zijn. De commissie oordeelt dat partijen met elkaar in gesprek gaan over dit geschil.
Deze uitspraak is een Tussenadvies; op een latere datum volgt het Bindende Advies.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de opleiding MBO-V VVT voor een bedrag van € 13.000,–. De consument is de opleiding gestart op 1 oktober 2020 bij [naam leerbedrijf] in de thuiszorg. De opleiding zou naar verwachting eindigen op 1 juli 2022. De klacht ziet op het laatste deel van de opleiding: de Portfolio-opdrachten, het Verantwoordingsgesprek en de Proeve van Bekwaamheid.
Vanwege covid-19 en het personeelstekort heeft de consument in 2021 de keuze gemaakt om haar beroepspraktijkvorming (bpv) te gaan doen bij het erkende leerbedrijf [naam leerbedrijf]. De ondernemer heeft deze bpv-plek goedgekeurd. Later is gebleken dat de leerwerkplek toch niet geschikt was om alle verplichte verpleegtechnische handelingen te kunnen laten aftekenen. De handelingenlijst van de consument is daarom afgekeurd. Dat maakte dat haar Portfolio-opdrachten niet met een voldoende zijn beoordeeld en dat de laatste stappen in de opleiding: het Verantwoordingsgesprek en de Proeve van Bekwaamheid, niet konden worden gezet.
De consument wil haar diploma wel halen. Partijen zijn er samen nog niet in geslaagd daarvoor een goede route met aanvullende bpv-plek en/of skills lab te vinden. Zij verwijten elkaar over en weer onvoldoende communicatie en medewerking.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument vindt dat de communicatie vanuit de ondernemer niet goed is verlopen. Haar doel is nog steeds het halen van haar diploma. Zij wil dat de ondernemer nalatigheid erkent en met een nieuw financieel voorstel komt. Zij wil ook dat er een gesprek wordt georganiseerd waarin besproken wordt hoe de handelingenlijst alsnog volledig kan worden gevuld. Zij wil dat namens de ondernemer een medewerker deelneemt aan dat gesprek die daadwerkelijk verstand heeft van de Wet BIG en de diploma-eisen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer vindt de klacht niet terecht. Dat de consument het diploma niet heeft gehaald, komt door de tekortkomingen in de handelingenlijst (deel 4 van het Portfolio). Die tekortkomingen zijn de ondernemer niet aan te rekenen. Ook de communicatie is niet onder de maat geweest. Wel had beter gereageerd kunnen worden op de vraag van de consument waar zij de Proeve van Bekwaamheid zou kunnen doen. Door dit gebrek in de communicatie is echter geen schade toegebracht. De ondernemer heeft in verband hiermee bijna 50% van het totale studiegeld, te weten € 6.000,–, op 29 juli 2022 aan de consument terugbetaald. Ook is de ondernemer bereid geweest om met de consument te zoeken naar een tweede leerwerkplek én voor haar kosteloos een skills lab te regelen. Meer kon onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid niet worden verlangd. Juist de consument heeft geen constructieve houding laten zien.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft de leerwerkplek bij het verpleegkundig team van [naam leerbedrijf] goedgekeurd. Die plek was echter niet geschikt om alle verplichte verpleegtechnische handelingen te kunnen uitvoeren en laten aftekenen. Daardoor was het behalen van een voldoende voor het Portfolio bij voorbaat kansloos.
Helaas zijn beide partijen daar pas relatief laat achter gekomen. Mogelijk heeft de covid 19-crisis en het gebrek aan persoonlijk contact daarbij een rol gespeeld. Mogelijk heeft de ondernemer onvoldoende onderzoek gedaan alvorens de plek goed te keuren. Misschien speelt ook een rol dat de consument zich onvoldoende heeft gerealiseerd dat zij toch echt alle verplichte handelingen moet doen om in aanmerking te kunnen komen voor het verplichte Verantwoordingsgesprek en het afleggen van de Proeve van Bekwaamheid. Zonder goedkeuring van haar portfolio kan zij geen diploma behalen.
De commissie oordeelt het verzoek van de consument om een persoonlijk gesprek met de ondernemer voor toewijzing vatbaar. De ondernemer is tot zo’n gesprek verplicht op grond van de overeenkomst tussen partijen en zijn aandeel in de gerezen problemen: de goedkeuring van een ongeschikte stageplek en de gebrekkige communicatie. Partijen zijn jegens elkaar verplicht al het mogelijke te doen om een goede oplossing te vinden.
De ondernemer dient het gesprek te organiseren. Beide partijen dienen fysiek aanwezig te zijn (de consument in persoon en de ondernemer vertegenwoordigd door een medewerker die deskundig is op het gebied van de opleiding MBO-V VVT). Zij kunnen uiteraard iemand meenemen om te helpen of mee te luisteren. Tijdens dat gesprek moeten zij in ieder geval samen bespreken hoe de consument haar diploma alsnog zal kunnen behalen. De ondernemer dient de uitkomst van het gesprek schriftelijk aan de consument en aan deze commissie te bevestigen.
De commissie verwerpt in dit stadium van de procedure de stelling van de ondernemer dat de consument onvoldoende heeft meegewerkt. Een gebrek aan constructieve houding blijkt helemaal niet uit de stukken.
Als het gesprek onverhoopt toch niet tot stand komt, dan zullen beide partijen alsnog namens de commissie worden opgeroepen voor een mondelinge behandeling waarbij zij fysiek aanwezig moeten zijn. Dan zullen zij beiden aan de commissie nadere informatie moeten geven. In dat geval zal de ondernemer ook heel precies aan de commissie moeten opgeven wat de consument nog moet doen om alsnog het diploma te kunnen behalen en wat zij daarvoor nodig heeft.
Derhalve wordt thans als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient op korte termijn een gesprek tussen partijen te organiseren over de vraag hoe de consument alsnog haar diploma kan behalen. Partijen dienen beiden fysiek bij dat gesprek aanwezig te zijn (de consument in persoon, de ondernemer deugdelijk vertegenwoordigd door iemand die verstand heeft van verpleegkunde en de opleidingseisen voor het diploma dat de consument wil halen).
De ondernemer dient de commissie uiterlijk op 1 juni 2023 een schriftelijk verslag van het gesprek en de gemaakte afspraken te geven, alsmede nadere informatie over de stand van zaken.
De hiervoor verlangde aanvullende informatie wordt na ontvangst door de commissie in afschrift aan de consument gezonden. Deze wordt in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken een schriftelijke reactie aan de commissie kenbaar te maken.
De commissie zal vervolgens beslissen of een nadere mondelinge behandeling dient plaats te vinden of dat op basis van de stukken een nader bindend advies kan worden gegeven.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit mevrouw mr. H.A.M. Pinckaers, voorzitter, de heer mr. J.A. Frederik, mevrouw mr. M.J. Boon, leden, op 9 maart 2023.