Commissie: Wonen
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55911
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 september 2009 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een tweezits- en een driezitsbank [type] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.000,–. De levering vond plaats op of omstreeks 1 december 2009. Het geschil gaat over de vraag of de bank voldoet aan de eisen, die daaraan gesteld mogen worden. De consument heeft op 21 april 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Reeds vijf maanden na aankoop begon de bank op één plek een kuil te vertonen. De ondernemer heeft de klacht verholpen, maar deze kwam na korte tijd weer terug. Na opnieuw geklaagd te hebben heeft de ondernemer de bank weer mee teruggenomen, maar het leek bij terugbezorgen alsof er niets aan gedaan was. Bij een hernieuwde klacht van de consument werd deze niet serieus afgehandeld door de ondernemer. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Nadat de bank de eerste keer geretourneerd en gerepareerd is, zijn er drie à vier maanden geen problemen geweest. Toen ontstonden de problemen opnieuw. De tweede keer leek het wel alsof er niets aan de bank gedaan was. De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De klacht van de consument is niet terecht. De bank ziet er uit conform de leeftijd, het leer is iets uitgerekt, maar wel binnen de norm. De zitting is iets zachter geworden, maar dat mag verwacht worden, zoals ook blijkt uit een aan de consument bij de aankoop overhandigde folder. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De geleverde bank heeft een zogeheten Italiaans zitcomfort. De eerste keer zijn de vullingen vervangen. De klachten keerden terug, omdat deze nu eenmaal een kenmerk zijn van het zitcomfort van de bank. Het koudschuim verliest na enige tijd wat veerkracht. Daarom heeft de ondernemer bij de tweede reparatie schuim aangebracht onder de vulling. De ondernemer is het niet eens met de deskundige, het bankstel is goed. De ondernemer geeft aan dat het niet aan de orde is om wederom een nieuwe vulling te leveren. De problemen keren dan immers onverkort terug. De ondernemer ziet dus geen heil in deze oplossing, hoewel het technisch wel uit te voeren is. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Door gebruik van de bank verliest het zitkussen, wat op een ondergrond van nozagveren ligt, volume. Dit neemt in korte tijd zo’n omvang aan dat er zeer voelbaar een kuil ontstaat. De andere helft van de bank wordt ook gebruikt (wat ook goed op de foto is te zien) maar niet zo intensief. Hier kunnen wij het begin van het volumeverlies (wat op de andere helft sterk voelbaar is) ook reeds waarnemen. Dat dit gebeurt, is vrij normaal maar niet in deze mate op deze termijn. Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de geconstateerde gebreken ernstig bij de ene bank, onopvallend bij de andere. Herstel is technisch mogelijk. Er dient een nieuwe vulling op beide kanten van de driezitsbank te komen. Tevens verdient het aanbeveling om de toplaag ook te vervangen omdat deze aan het kussen zal zijn verlijmd en er niet op een dusdanige wijze van het kussen zal kunnen worden verwijderd dat het hergebruikt kan worden. De kosten hiervan zullen bij benadering bedragen: Halen en brengen 2 x 2 personen ½ uur: 2 uur Reparatie: vulling voor de driezitsbank: 7 uur 9 uur à € 40,–: € 360,– Vulling: € 400,– Totaal exclusief BTW 19%: € 760,– BTW: € 144.40 Totaal:€ 904.40 Het aanbevolen herstel zal als consequentie hebben dat de bank weer zitcomfort heeft zoals gekocht. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft gerapporteerd dat sprake is van een ernstig gebrek. Met name de mate waarin en het tijdvak waarbinnen sprake is van volumeverlies voldoet niet aan hetgeen de consument mag verwachten. De bank voldoet naar het oordeel van de commissie dan ook niet aan de eisen, die de consument daaraan mag stellen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De ondernemer heeft aangegeven zelf geen heil te zien in herstel van de bank. Daarmee is herstel van de bank niet aan de orde. Daarom zal de overeenkomst worden ontbonden. Dat betekent dat het bankstel door de ondernemer opgehaald dient te worden en dat de koopprijs terugbetaald dient te worden. Teneinde de consument in de gelegenheid te stellen een ander bankstel aan te schaffen, kan de ondernemer het bankstel eerst twee maanden nadat de koopprijs is terugbetaald ophalen. De commissie acht het redelijk en billijk dat op de koopprijs een gebruiksvergoeding van € 200,– in mindering wordt gebracht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst d.d. 1 september 2009 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer het bankstel terugneemt en dat de consument de koopprijs terugontvangt, onder aftrek van een gebruiksvergoeding ad € 200,–. De ondernemer betaalt derhalve aan de consument een bedrag van € 1.800,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De ondernemer zal het bankstel na een daartoe te maken afspraak terugnemen, waarbij de consument gerechtigd is het bankstel te blijven gebruiken tot twee maanden na de betaling van het hiervoor vermelde bedrag. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 1 september 2011.