
Commissie: Energie
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
44956
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft schade als gevolg van een verkeerd uitgevoerde reparatie met betrekking tot de levering van elektriciteit. De consument heeft op 15 februari 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Naar aanleiding van een kabelbreuk zijn op 15 februari 2010 drie monteurs bij de woning van de consument verschenen. Eén van hen ging aan het werk en de andere twee stonden er bij grappen te maken. De monteur die het werk heeft gedaan is blijkbaar afgeleid geweest en heeft roekeloos en zonder voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen – naar later bleek – de verkeerde fasen met elkaar verbonden. Na inschakelen van de stroom deden enkele lampen het niet meer in de woning van de consument en werd er geconstateerd dat er een stop was doorgeslagen. Bij herhaling gingen nieuwe stoppen die er door de monteur werden ingedraaid kapot. Toch vertrok de monteur omdat het etenstijd was. Toen de consument constateerde dat zijn kachel het niet deed zei zijn installateur hem desgevraagd dat de consument onmiddellijk de stroomtoevoer uit moest schakelen. Volgens de werknemer van de ondernemer die vervolgens langs kwam, had de monteur een fout gemaakt die hij maar één keer in zijn leven zou maken. De drie monteurs die bij de eerste werkzaamheden waren, hebben collectief schuld en zijn persoonlijk aansprakelijk omdat zij onachtzaam hebben gehandeld, er controle heeft ontbroken en er geen voorzorgsmaatregelen zijn genomen. Verder is de consumentenbond een verwijt te maken dat die heeft ingestemd met de algemene voorwaarden waarbij schade wordt afgedekt en een bedrijfscultuur van roekeloos handelen in de hand wordt gewerkt. Eén en ander druist in tegen de Europese wetgeving. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Er is een boom in zijn tuin gerooid en daarbij is een dubbele kabelbreuk ontstaan waardoor de huisaansluiting gerepareerd moest worden. Er is nooit een schade op genomen en de ondernemer heeft nooit excuses aangeboden. Nu het gaat om een persoonlijke fout kan de ondernemer zich niet beroepen op van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Het is een samenloop van wanprestatie en een onrechtmatige daad. De consument verlangt betaling van de totale schade begroot op € 4.211,19. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer is bereid de werkelijke schade die de consument heeft geleden te vergoeden tot maximaal een bedrag van € 1.400,–. Voor zover de schade van de consument dat bedrag overstijgt, beroept de ondernemer zich op artikel 17.4 van de geldende algemene voorwaarden. De voorwaarden zijn tot stand gekomen na afweging van de betrokken belangen, waarbij ook de hoogte van de exoneratie expliciet aan de orde is gekomen. De ondernemer is wettelijk verplicht tegen vastgestelde en gereguleerde tarieven afnemers aan te sluiten op het net en voor transport van elektriciteit zorg te dragen. De gereguleerde tarieven laten geen ruimte voor het aanvaarden van de volledige aansprakelijkheid door de ondernemer voor schade van afnemers als gevolg van schade. Het vonnis van de rechtbank [plaatsnaam], sector kanton d.d. 5 november 2008 en het vonnis van de rechtbank [plaatsnaam], sector kanton d.d. 5 augustus 2009, bevestigen het standpunt van de ondernemer in deze. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Dat de schade, die de consument in dit geding vergoed wil zien is, ontstaan door een fout bij de reparatie van een kabelbreuk, wordt erkend. Het feit dat er niemand langs is geweest nadat de schade bekend is geworden bij de ondernemer, zal worden doorgegeven aan de verantwoordelijken binnen het bedrijf. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in het kader van een tussen de ondernemer en de consument bestaande overeenkomst waar de algemene voorwaarden deel van uit maken. Ook het artikel waarin de te vergoeden schade wordt beperkt, geldt in dit geval. Aangezien er geen sprake is geweest van opzet dan wel bewust roekeloosheid van de kant van de monteurs, is de uit te keren schade beperkt op grond van de algemene voorwaarden. De ondernemer heeft d.d. 12 april 2010 een vergoeding aangeboden van € 1.400,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vooropgesteld dient te worden dat tussen partijen een overeenkomst bestaat ter zake van aansluit- en transportdiensten voor elektriciteit en/of gas, waarvan deel uit maken de Algemene Voorwaarden aansluiting en transport kleinverbruikers voor Elektriciteit en Gas. Het verwijt dat de consument de consumentenbond kennelijk maakt met betrekking tot de totstandkoming van die algemene voorwaarden valt buiten het bestek van het geschil tussen de consument en de ondernemer en leent zich niet voor bespreking in het kader van het onderhavige geschil. Anders dan de consument kennelijk meent, is de commissie van oordeel dat het enkele feit dat er bij de reparatie van de kabelbreuk op 15 februari 2010 een fout is gemaakt als gevolg waarvan de schade bij de consument is ontstaan, onvoldoende om te concluderen dat van opzet of bewuste roekeloosheid sprake is geweest van de werknemers van de ondernemer. De door de consument geschetste omstandigheden waaronder die werkzaamheden zijn uitgevoerd maken dat niet anders. In dit verband is naar het oordeel van de commissie verder nog van belang dat ook overigens uit de stukken noch uit de behandeling ter zitting aannemelijk is geworden dat er in deze van opzet of bewuste roekeloosheid van de kant van de ondernemer sprake is geweest. Voor zover de consument heeft willen betogen dat de ondernemer geen gerechtvaardigd beroep kan doen op het exoneratiebeding vermeld in artikel 17.4 van de geldende voorwaarden nu deze onredelijk bezwarend is, overweegt de commissie het volgende. De ondernemer heeft ter weerlegging daarvan – verkort en zakelijk weergegeven- de ontstaansgeschiedenis van de voorwaarden belicht en zijn wettelijke verplichting geschetst om tegen vastgestelde en gereguleerde tarieven afnemers aan te sluiten op het net en voor transport van elektriciteit en gas zorg te dragen. Naar het oordeel van de commissie komt de ondernemer in de onderhavige zaak onder de gegeven omstandigheden, een beroep toe op de in de algemene voorwaarden opgenomen beperking van de aansprakelijkheid tot een bedrag van € 1.400,–. Op grond van de daartoe door de ondernemer aangevoerde argumenten, wordt de stelling van de consument voldoende weerlegd; van een onredelijk bezwarende bepaling is in dit geval dan ook geen sprake. In de door de ondernemer aangehaalde rechtspraak vindt de commissie bevestiging van haar oordeel. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 24 januari 2011.