
Commissie: Makelaardij
Categorie: Overig
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
46538
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een tiental klachten van de consument zoals hierna verwoord. Door de consument is een bedrag van € 8.918,63 niet betaald en bij de commissie in depot gestort. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. 1 Verandering van makelaar; 2 Verandering van geplande doelen; 3 Contractveranderingen zonder kennisgeving; 4 Geen adviezen aangaande geldelijke gevolgen bij uitstel; 5 Verkeerde adviezen nieuwbouw; 6 Waardeloze omschrijving woning; 7 Geen terugkoppelingen en nagenoeg uitsluitend telefonisch tijdens je werk en dwingend antwoord verwachten; 8 Direct contact met makelaar kopende partij; 9 Direct contact met koper zelf in verband met bankgarantie; 10 Weinig aandacht voor mij: te druk met andere klanten/komt regelmatig voor. Ter onderbouwing van de klachten zijn door de consument een aantal bijlagen bijgevoegd bij het klachtenformulier. Ter zitting heeft de consument nader uiteengezet wat het centrale thema van de klacht is. De consument verwijt de ondernemer geaccepteerd en zelfs bevorderd te hebben dat in de koopakte die door haar al was ondertekend als verkoopster, wijzigingen werden aangebracht voordat de kopers ondertekenden. Er was geen overeenstemming over de datum van levering en, daarmee samenhangend, de termijn waarbinnen de kopers een beroep konden doen op het bedongen voorbehoud van financiering. De consument heeft een koopakte getekend, waarop die data stonden op respectievelijk 30 juli 2010 en 1 juni 2010. Zonder instemming of medeweten van de consument heeft de ondernemer de leveringsdatum van 16 juli 2010 gewijzigd in 30 juli 2010 en tevens de termijn waarbinnen een beroep gedaan kon worden op het financieringsvoorbehoud verlengd van 1 juni 2010 naar 15 juni 2010. Vervolgens is ook die laatste termijn verlengd onder druk van de kopers die dreigden tot ontbinding over te gaan indien de termijn waarbinnen een beroep op het financieringsvoorbehoud kon worden gedaan, niet verlengd zou worden. Dit heeft ertoe geleid dat er problemen ontstonden rond de aankoop van de toekomstige woning hetgeen geleid heeft tot extra bouwrente vanwege vetraging. De consument wens schadevergoeding, bijvoorbeeld in de vorm van toekenning van 25% van de normale vergoeding aan de ondernemer onder aftrek van de extra bouwrente. De consument betwist dat zij op enig moment heeft ingestemd met de afwijkende data in de akte. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 16 maart 2010 is de opdracht getekend na een eerder niet succesvol traject via het concept “bieden en wonen”. Als vraagprijs is een bedrag van € 579.000,– k.k. gesteld. Zeer snel is de woning vervolgens via inschrijving verkocht voor € 590.000,–. Op 29 april 2010, toen de akte ter tekening bij de kopers lag, verzocht de consument om de overdrachtsdatum van 15 naar 30 juli 2010 te verplaatsen. Van de makelaar van de kopers vernam ik dat dit akkoord was mits de datum van de ontbindende voorwaarde ook met veertien dagen zou worden verlengd en hetzelfde met de 10% waarborgsom. Na dat ’s morgens met de consument te hebben overlegd ging zij hiermee akkoord hetgeen ik doorgaf aan de makelaar van de kopers. Vervolgens kwam zij ’s middags telefonisch hierop terug. Ik heb gezegd dat ik het al had doorgegeven aan de kopers. Zij bleek alleen de datum waarvoor een beroep moest worden gedaan op het financieringsvoorbehoud en de datum met betrekking tot de waarborgsom terug te willen draaien, maar niet de datum voor transport. Met deze gewijzigde opstelling ging de andere partij niet akkoord. Na ontvangst van de koopakte wilde zij de veranderingen niet paraferen waarbij zij aangaf dat er dus geen koopovereenkomst was volgens haar. Ik heb vele pogingen gedaan haar te overtuigen van het tegendeel en dat ik, als haar vertegenwoordiger, na haar eerste toestemming namens haar kan handelen, en ik, niet ten gunste van haar, ga liegen. Ter zitting heeft de ondernemer desgevraagd bevestigd dat de gang van zaken feitelijk is geweest zoals door de consument geschetst, dat wil zeggen dat hij het daarheen heeft geleid dat de kopers wijzigingen aanbrachten in de door de consument reeds getekende akte die hij vervolgens aan de notaris heeft gezonden. Hij heeft verklaard aldus gehandeld te hebben omdat dit voor het eigen bestwil van de consument was. Anders zou er geen koop zijn geweest terwijl en een voor de consument gunstige deal was gesloten. De vervolgens ontstane vertraging is te wijten aan ontwikkelingen nadien waarop de ondernemer geen invloed heeft gehad. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vaststaat dat de ondernemer welbewust heeft bevorderd dat een door zijn opdrachtgever reeds getekende koopakte door de wederpartij werd gewijzigd, waarna hij deze als koopakte die als basis voor de levering kon dienen, aan de notaris heeft gezonden. De commissie oordeelt dat hier door de ondernemer welbewust een onjuiste akte is opgemaakt. De akte was immers geen weergave van hetgeen partijen als wil hadden; sterker nog, de akte bevatte op de twee voornoemde onderdelen, data die niet in overeenstemming waren met de wil van de consument. Van deze handelwijze is de ondernemer een ernstig verwijt te maken. Indien het al zo was dat de consument terugkwam op een eerder gegeven woord – hetgeen de ondernemer stelt doch de consument heeft betwist – dan had de ondernemer hier de plicht de consument te wijzen op de mogelijke consequenties van de weigering een aangepaste akte te tekenen. De klachten die zien op dat onderdeel zijn daarmee gegrond. De commissie ziet aanleiding voor een forse financiële genoegdoening ten laste van de ondernemer en ten gunste van de consument die gesteld wordt op € 2.000,–. Voor een vergoeding van extra betaalde bouwrente is geen aanleiding nu de oorzaak van de geschetste (latere) vertraging is gelegen in een nadere verlenging van het financieringsvoorbehoud waaraan de consument vrijwillig medewerking heeft gegeven. Die verlenging vindt niet zijn oorzaak in de gemaakte fout. Ten aanzien van de overige klachten geldt dat, voor zover zij niet mede begrepen zijn onder hetgeen hiervoor is overwogen, die onvoldoende onderbouwd, en om die reden ongegrond zijn. Het klachtengeld van € 75,– dient de ondernemer te vergoeden. Het in depot gestorte bedrag wordt tussen partijen verdeeld als hierna vermeld. Derhalve wordt volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart de klacht gegrond ten aanzien van de gewijzigde akte en hetgeen daarmee samenhangt en voor het overige ongegrond; Bepaalt dat van het in depot gestorte bedrag van € 8.918,63, € 2.000,– aan de consument wordt overgemaakt en het restant van € 6.918,63 aan de ondernemer wordt overgemaakt; Voorts dient de ondernemer aan de consument het door haar betaalde klachtengeld ad € 75,– te vergoeden. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 4 maart 2011.