Garantie is verlopen, geen bewijs dat gebrek is ontstaan tijdens garantieperiode

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 148456/154656

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klacht gaat over een gebrek aan het panorama dak van de auto. Deze is na een half jaar na levering kapot gegaan. Als gevolg daarvan is de versterker kapot gegaan. De ondernemer heeft aansprakelijkheid niet aanvaard. De ondernemer voert aan dat er nooit is gesommeerd om het gebrek te herstellen. Nu de ondernemer daardoor niet in gebreke is gesteld, is hij ook niet in verzuim. De ondernemer ziet geen reden om bij te dragen aan herstel van de schade. De consument heeft volgens de commissie onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het gebrek is ontstaan tijdens de garantieperiode, waardoor er geen aanspraak kan worden gedaan op de garantie. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 19 april 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een personenauto [merk; type] met kenteken […] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 38.836,23.

De levering vond plaats op dezelfde datum.

Het geschil betreft de vraag of de geleverde auto voldoet aan de eisen, die de consument eraan mag stellen.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Kort na een half jaar na levering blijkt dat sprake is van een fiks probleem. Het panorama dak van de auto is lek. Door de daardoor ontstane waterlekkage is de versterker stuk gegaan, bovendien is door de schade aan de versterker een speaker weg gesmeuld.

Volgens de consument hoefde hij dit soort mankementen niet te verwachten bij een auto van deze (prijs)klasse en leeftijd / km stand. Derhalve is volgens de consument de ondernemer aansprakelijk voor de schade op basis van non-conformiteit.

Bij het bespreken van de problemen heeft de ondernemer aansprakelijkheid van de hand gewezen. Ook is verkoper niet ingegaan op een poging om de kwestie onderling op te lossen.

Het probleem was zo nijpend, dat de consument toen de ondernemer zijn handen ervan aftrok de schade bij een andere BOVAG garage heeft laten herstellen.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De klacht ontstond zeven tot acht maanden na levering van de auto. De oorzaak van de lekkage aan het panorama dak was een scheur in de cassette, aan de voorkant. Daardoor liep water naar binnen, precies op de versterker. Maar ook op andere plaatsen drong water de auto binnen.

De consument weet niet precies wanneer de lekkage begonnen is, de consument heeft deze pas ontdekt toen de lekkage schade veroorzaakte. De consument weet ook niet of de scheur in de cassette al aanwezig was ten tijde van de levering van de auto.

Het bedrijf dat de auto hersteld heeft, heeft ook niet specifiek iets gezegd over het ontstaan van de schade.

De consument verlangt betaling van het schadebedrag of ongedaan maken van de koop met terugbetaling van de koopprijs met het schadebedrag erbij opgeteld. De consument is het niet eens als enige afschrijving wordt toegepast, want de auto’s zijn alleen maar in prijs gestegen en de consument zou aanzienlijk meer geld moeten betalen voor een gelijkwaardige auto.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een tweedehands auto gekocht. De auto is van 21 november 2015 en had op het moment van verkoop een kilometerstand van 95.913 km. Over het algemeen mag men van een tweedehands auto minder hoge verwachtingen hebben dan van een geheel nieuwe auto. Immers, een tweedehands auto heeft al een aantal jaren rond gereden. De kans is bij een auto van een aantal jaren oud gewoonweg groter dat er sneller iets kapot gaat.

Het is aan de consument om te bewijzen dat ten tijde van de levering op 19 april 2021 de lekkage in het panorama dak al aanwezig was, waardoor de auto non-conform zou zijn. De garantie en de termijn van art. 7:18 lid 2 BW zijn immers ruimschoots verstreken, dus wordt niet vermoed dat de lekkage al aanwezig was tijdens de verkoop. Zolang de consument dit niet kan bewijzen, staat de non-conformiteit van de auto niet vast.

In het geval er wel sprake zou zijn van een non-conforme auto waarvoor de ondernemer aansprakelijk is, dan kan de vordering van de consument alsnog niet worden toegewezen. Er is immers geen sprake van verzuim. Normalerwijze gaat men, wanneer men iets merkt aan zijn auto, daarmee meteen naar de verkoper terug. De verkoper wordt dan middels een ingebrekestelling de mogelijkheid geboden om binnen een redelijke termijn zelf de problemen op te lossen. Pas als dat niet gebeurt, heeft de koper het recht om een derde in te schakelen, de vordering om te zetten en de kosten van een derde partij te verhalen op de verkoper.
De consument is, voordat hij contact heeft opgenomen met de ondernemer, eerst met de auto naar de andere garage gegaan, die de auto bekeken heeft en gemeld heeft dat reparatie zo’n € 3.500,– zou kosten.

Pas toen heeft de consument contact opgenomen met [merk], met de BOVAG en daarna met de ondernemer. De ondernemer is nooit gesommeerd om de schade te herstellen en hij heeft dus ook nooit de mogelijkheid gehad om zelf een reparatie uit te voeren. De consument heeft alleen maar medegedeeld wat het herstel zou kosten, met de vraag of de ondernemer daar iets in zou willen bijdragen. Er werd dus meteen geld gevorderd. De ondernemer verkeert dan ook niet in verzuim en de consument heeft dan ook niet het recht om vervangende schadevergoeding van hem te vorderen.

De ondernemer heeft meerdere voorstellen gedaan om het geschil op te lossen, maar de consument heeft alles afgewezen.

De ondernemer blijft bereid om, geheel onverplicht en zonder enige erkenning van aansprakelijkheid, de auto terug te nemen en aan de consument het aankoopbedrag, minus 10% afschrijving en vermeerderd met de reparatiekosten van € 3.500,– te betalen, wat neerkomt op € 39.500,–.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft de schade na verstrijken van de garantieperiode gemeld. Volgens de ondernemer was de schade niet aanwezig toen de auto verkocht en geleverd is. Daarom ziet de ondernemer geen reden om iets bij te dragen aan herstel van de schade door een derde.

Voordat de auto aan de consument verkocht is, was het een leaseauto die bij de ondernemer onderhouden werd. Zeker omdat een leaserijder zelf de onderhoudskosten niet hoeft te betalen, zou de schade als die toen aanwezig was zeker gemeld zijn. Vervolgens heeft de ondernemer zelf de auto gedurende drie maanden gebruikt. Ook toen is niets gebleken van een lekkage of schade aan de cassette.

De ondernemer heeft in zijn ogen een zeer schappelijk aanbod gedaan om de koop te ontbinden en de koopprijs terug te betalen, onder aftrek van 10% afschrijving. Daar bovenop zou de ondernemer dan nog de reparatiekosten vergoeden. De consument is daar niet mee akkoord gegaan.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft de auto op of omstreeks 19 april 2021 gekocht en geleverd gekregen. De ondernemer heeft zes maanden garantie gegeven.

De consument heeft volgens eigen zeggen zeven tot acht maanden na de levering geconstateerd dat sprake was van een lekkage. De melding geschiedde na afloop van de garantieperiode.

De consument heeft enkel zijn eigen verklaring, inhoudende dat het toch wel logisch lijkt dat het gebrek eerder aanwezig was dan op het moment van ontdekking.

De commissie is van oordeel dat de consument onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de scheur in de cassette al ontstaan is tijdens de garantieperiode, zodat de consument geen aanspraak meer kan maken op garantie.

Artikel 7:18 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek luidt:
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.

Dat betekent dat als een consument zich binnen zes maanden na aankoop meldt met een gebrek aan het gekochte product, de ondernemer moet bewijzen dat het gebrek op het moment van aflevering nog niet aanwezig was. Anderzijds betekent dat ook dat als een consument zich ná zes maanden bij de verkoper meldt met een gebrek, het juist aan de consument is om aannemelijk te maken dat het gebrek al aanwezig was op het moment van aflevering.

De consument heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de scheur al aanwezig was op het moment van levering, zodat de consument er ook geen beroep op kan doen dat de auto van aanvang af niet heeft voldaan aan de eisen, die de consument eraan mag stellen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, A. Belt, mr. P.B. Vos, leden, op 4 april 2022.