Commissie: Energie
Categorie: Installatie
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
97307
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een vordering van de ondernemer ad € 655,07 ter zake van de jaarnota d.d. 2 juli 2015 wegens door de ondernemer aan de consument geleverd gas.
De consument stelt dat de klacht op in april 2015 is ontstaan en dat hij de klacht in dezelfde maand per e-mail aan de ondernemer voorgelegd. De consument heeft voormelde e-mail niet bewaard.
De consument heeft alsnog op verzoek van de commissie een afschrift overgelegd van zijn e-mail d.d. 7 juli 2015 aan de ondernemer, waaruit blijkt dat hij de klacht toen wel aan de ondernemer heeft voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument constateerde op een gegeven moment dat de in zijn woning aanwezige gasmeter stilstond. Hij heeft toen onmiddellijk contact opgenomen met de ondernemer, waarna de gasmeter werd vervangen.
Op 4 juni 2015 ontving de consument twee nota`s. Uit de eerste nota bleek hem dat hij een bedrag zou terugontvangen. Uit de tweede nota bleek hem dat hij een bedrag zou dienen bij te betalen.
Op 2 juli 2015 ontving de consument een jaarnota waaruit blijkt dat hij een bedrag ad € 655,07 diende te betalen en dat zijn voorschotbedrag werd gewijzigd naar € 322,–. Door de ondernemer werd gesteld dat de consument zelf zijn gasverbruik van 1.076 m3 zou hebben doorgegeven, maar dit is niet juist.
De consument verlangt een telefoonkostenvergoeding van € 45,–.
De consument wenst voorts – zakelijk weergegeven – dat gecontroleerd wordt of de herberekening op correcte wijze heeft plaatsgevonden.
De consument heeft het vertrouwen in de ondernemer verloren en wenst kosteloos ontbinding.
Ter zitting is door de consument – in hoofdzaak – het navolgende aangevoerd.
De consument heeft kort voor 10 april 2015 ontdekt dat de gasmeter stilstond. Deze gasmeter heeft een aantal jaren stil gestaan. De consument gaf telkens dezelfde meterstand door, omdat hij niet meer wist welke stand hij het jaar daarvoor had doorgegeven. Overigens had de ondernemer zelf kunnen opmerken dat de consument dezelfde meterstand door gaf.
De consument zal ter completering van het dossier binnen een week nog een afschrift van de e-mail overleggen die hij in april 2015 aan de ondernemer heeft toegezonden. Indien hij deze e-mail niet meer kan traceren, dan zal hij dit aan de commissie laten weten.
De consument heeft steeds aan de ondernemer verzocht hem inzicht te verschaffen in de berekening die conform het graaddagenmodel gemaakt is, zodat hij kan nagaan waarop de nabetaling is gebaseerd. De consument begrijpt niet waarom die berekening hem nog steeds niet is toegezonden. De ondernemer verwijst naar de netbeheerder, maar de consument is van mening dat hij te maken heeft met de ondernemer aan wie hij betaalt. De berekening kan eenvoudig door de ondernemer bij de netbeheerder worden opgevraagd of door de ondernemer zelf worden gemaakt.
De consument kan bevestigen dat hij in 2009 1.184 m3 gas heeft verbruikt en in 2010 2.096 m3 gas, zodat een nabetaling over 2013 en 2014 van in totaal 2.000 m3 op zich inderdaad redelijk lijkt.
De consument heeft zeer vaak telefonisch contact met de ondernemer moeten opnemen om zaken geregeld te krijgen en enig inzicht in de gang van zaken te krijgen. Steeds moest het initiatief van de consument uitgaan. Iedere keer kreeg de consument verbinding met een medewerker die niet goed op de hoogte was. De consument verbreekt de verbinding niet omdat hij soms buiten zijn belbundel is geraakt.
De consument heeft de lopende contracten inmiddels opgezegd. Hij ziet in dat hij een opzegvergoeding verschuldigd is. Zijn vordering om kosteloos over te stappen dient als ingetrokken te worden beschouwd.
Standpunt van de ondernemer
Op 10 april 2015 werd de ondernemer op de hoogte gesteld van een meterwissel bij de consument vanwege een defecte gasmeter.
De netbeheerder heeft aangepaste meterstanden aan de ondernemer doorgegeven, waarna de ondernemer de jaarnota`s van 2013 en 2014 heeft gecorrigeerd.
Nadat de consument hierover contact met de ondernemer had opgenomen, bleek dat de netbeheerder wel de meterstanden had aangepast, maar niet het verbruik over de periode waarin de meter defect was. Na contact tussen de ondernemer en de netbeheerder heeft vervolgens een verbruikscorrectie plaatsgevonden.
Het corrigeren is een taak van de netbeheerder. De netbeheerder heeft over de periode vanaf 1 september 2014 tot en met 10 april 2015 een verbruik toegekend van 2.000 m3. Dit verbruik is door de netbeheerder berekend aan de hand van het historisch verbruik van de aansluiting. Omdat de consument sinds 2008 op dit adres woonachtig is dit historische verbruik ook een juiste indicator.
Het door de netbeheerder toegekende verbruik werd door de ondernemer gefactureerd op twee jaarnota`s. d.d. 2 juli 2015 en 17 september 2015. Bij de verdeling van het verbruik heeft de ondernemer gebruik gemaakt van het graaddagenmodel voor gas.
Deze berekening komt overeen met het verbruik op de nieuwe meter. Tussen 10 april 2015 en 8 juni 2015 werd 161 m3 gas verbruikt. Op basis van het graaddagenmodel staat dit gelijk aan 13.6 % van het jaarlijkse gasverbruik, waardoor het jaarverbruik uitkomt op 1.183 m3 gas. Het is daarom reëel om 2.000 m3 gas voor twee jaar te factureren.
De consument wenst een vergoeding wegens gemaakte telefoonkosten ad € 45,–. Hij stelt 2,5 uren gebeld te hebben en rekent € 0,30 per minuut omdat hij ook buiten zijn belbundel heeft moeten bellen. De ondernemer wil geen rekening te houden met de belbundel van de consument, maar vindt een vergoeding van € 15,– redelijk. Dit bedrag werd reeds door de ondernemer verrekend met het termijnbedrag van juli 2015.
De consument wenst kosteloos over te stappen omdat hij niet tevreden is. De consument heeft echter een vast contract tot en met 31 december 2016. De ondernemer zal een redelijke opzegvergoeding in rekening brengen indien de consument eerder overstapt.
Omdat dit geschil draait om twijfels welke de consument heeft over de herberekening van zijn gasverbruik vanaf 2013, verzoekt de ondernemer om de netbeheerder in het geschil te betrekken.
Ter zitting is namens de ondernemer – in hoofdzaak – het navolgende aangevoerd.
In het verweerschrift wordt niet duidelijk genoeg vermeld dat de netbeheerder het verbruik gas van 2.000 m3 heeft toegekend over een periode van twee jaar.
Gelet op het historisch verbruik in 2009 van 1.184 m3 gas en in 2010 van 2.096 m3 gas is een nabetaling over 2013 en 2014 van in totaal 2.000 m3 erg redelijk. Bovendien heeft de consument al voordeel gehad, omdat alleen over de afgelopen twee jaren het niet in rekening gebrachte verbruik kon worden terug gevorderd.
Het verbruik op de nieuwe meter tot nu toe zegt nog niet zoveel, omdat de winterperiode nog moet komen.
Het gasverbruik van 1.076 m3 werd inderdaad niet door de consument doorgegeven, maar werd berekend.
De ondernemer is bereid om alsnog de berekening bij de netbeheerder op te vragen, dan wel een eigen berekening conform de graaddagen-methode te maken. De ondernemer zal een afschrift van deze berekening binnen twee weken aan het dossier toevoegen.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Uit het dossier en mede naar aanleiding van hetgeen ter zitting werd besproken, is gebleken dat de gasmeter van de consument kennelijk jarenlang heeft stilgestaan en op 10 april 2015 werd vervangen.
De netbeheerder heeft vervolgens over de periode vanaf 2 september 2013 tot en met 1 september 2015 een verbruik aan gas berekend van in totaal omstreeks 2.000 m3.
Blijkens het klachtenformulier stelt de consument de vraag dat mogelijk in 2011 en 2012 heel warm is geweest, zodat hij minder zou hebben verbruikt dan wordt ingeschat.
Kern van de zaak is derhalve de vraag of het aannemelijk is dat het door de netbeheerder berekende verbruik van gas over voormelde periode overeenkomt met het verbruik dat de consument ook zal hebben genoten.
De commissie is van oordeel dat dit laatste zonder enige redelijke twijfel mag worden aangenomen.
De commissie heeft daarbij gelet op het historisch verbruik van de consument, waarbij is vastgesteld dat hij in 2009 1.184 m3 en in 2010 2.096 m3 gas verbruikte.
Afschriften van de betreffende afrekennota`s zijn door de ondernemer ter zitting overgelegd. In dat licht bezien is een berekend verbruik van 2.000 m3 over een periode van ongeveer twee jaar een uiterst redelijke aanname.
De klacht is dan ook niet gegrond.
Dit laatste neemt niet weg dat de consument recht heeft op een toelichting over de wijze waarop de berekening is gemaakt. Conform de ter zitting gemaakte afspraak heeft de ondernemer bij brief d.d. 19 november 2015, met bijlage, alsnog een berekening aan het dossier toegevoegd. Deze berekening is gebaseerd op de bij de netbeheerder ingewonnen gegevens over het standaard jaarverbruik van de consument. Het standaard jaarverbruik in de periode vanaf januari 2010 tot januari 2011 was 1.673 m3 en in de periode vanaf september 2009 tot januari 2010 1.894 m3. Het gemiddeld jaarverbruik bedraagt 1.783 m3, zodat het jaarverbruik, inclusief een afronding naar beneden met 10 %, uitkomt op 1.605 m3.
Zoals hiervoor reeds werd overwogen, werd feitelijk 1.000 m3 op jaarbasis afgerekend, terwijl het gemiddelde jaarverbruik aanzienlijk hoger uitvalt.
De commissie heeft geconstateerd dat de overgelegde berekening weliswaar niet een berekening is conform de graaddagen-methode, maar de commissie acht het in dit bijzondere geval niet noodzakelijk om de ondernemer of de netbeheerder alsnog te belasten met het maken van een dergelijke berekening. De overgelegde berekening, die over vorenbedoelde periode van twee jaar gehanteerd werd, geeft op zich voldoende informatie, terwijl die berekening objectief beschouwd in een lager verbruik resulteert, dan het verbruik conform de graaddagen-methode zou laten zien.
Nu de consument ter zitting heeft medegedeeld dat zijn vordering om kosteloos over te stappen naar een andere energieleverancier als ingetrokken kan worden beschouwd, laat de commissie dit onderdeel van het verzoek van de consument verder buiten beschouwing en behandeling.
De commissie acht het redelijk om de consument de door hem gevraagde vergoeding van € 45,–wegens gemaakte telefoonkosten toe te kennen. De ondernemer heeft op zich niet betwist dat de consument die kosten heeft gemaakt. De ondernemer heeft een vergoeding van € 15,– aangeboden omdat de ondernemer geen rekening wil houden met het feit dat de consument soms boven zijn beltegoed heeft gebeld. De commissie acht het standpunt van de consument dat hij een gesprek niet abrupt wilde beëindigen zodra hij boven zijn beltegoed zou uitkomen begrijpelijk en de in totaal gevraagde vergoeding bovendien niet onredelijk hoog.
De commissie acht het in het onderhavige geval daarnaast redelijk dat de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld aan hem vergoedt, omdat de ondernemer erg laat, immers pas in de loop van dit geding, de door de consument verzochte nadere toelichting over het gasverbruik heeft verstrekt.
Tussen partijen is in onderling overleg reeds een betalingsregeling afgesproken waarbij ingaande 25 juli 2015 het openstaande bedrag ad € 655,07 wordt afgeschreven van de rekening van de consument in 10 maandelijkse termijnen.
De commissie acht het niet zinvol om de netbeheerder nog in dit geding te betrekken, omdat dit voor de onderhavige beslissing immers niets uitmaakt.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie wijst het door de consument verlangde af.
De ondernemer dient binnen twee weken na de verzenddatum van dit bindend advies een bedrag ad € 45,– wegens telefoonkosten en een bedrag ad € 27,50 ter zake van het klachtengeld aan de consument te betalen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, op 5 november 2015.