Commissie: Wonen
Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
59469
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een 12 september 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een boxspring, merk Dover tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.324,–. De levering is geschied op of omstreeks 9 februari 2011. De consument heeft 24 februari 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak. De twee matrassen waren binnen een jaar doorgezakt en versleten waarna de consument een ander matras, een dubbelmatras, heeft ontvangen op 9 februari 2011met bijbetaling van € 150,–. Binnen twee weken nadien zakte de matras opnieuw in. Er zitten twee deuken in het matras en dat behoefde de consument niet te verwachten. De ondernemer heeft de consument onheus bejegend door te stellen dat zij nooit tevreden zou zijn. Er is sprake van non-conformiteit nu het matras niet de eigenschappen bezit die de consument mocht verwachten. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De huidige matras is 1.60 m breed en heeft in het midden twee deuken. De eerste matras vertoonde aan de zijkanten deuken. De consument is onlangs door de ondernemer gebeld met de mededeling dat een nieuw matras zou worden geleverd. Dit nieuwe matras is aangeboden op 12 oktober 2011 en is door de consument geweigerd omdat er zichtbaar een deuk in te zien was. De consument verlangt een nieuwe matras doch heeft ter zitting gesteld dit geen oplossing meer te vinden. Zij wenst ontbinding van de overeenkomst nu er onvoldoende vertrouwen meer bestaat in de ondernemer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak. Het eerste matras is vervangen conform de garantiebepalingen waarbij een ‘coulante prijs’ is bepaald. De tweede levering betreft een [type] matras, een combinatie van pocketveren met een koudschuim afdeklaag. Het is een goed verkocht product waar geen klachten over binnen komen, zeker niet op de korte termijn van twee weken. Voorafgaand aan de levering heeft de ondernemer het matras gecontroleerd. De ondernemer wijst de klacht af en meent dat het product volledig in orde is. Hij accepteert de beschuldiging van de respectloze en grove behandeling niet. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Het inzakken van het matras is zeer duidelijk aanwezig. Er is sprake van een inzakking op diverse plaatsen van meer dan 5 cm. De klacht wordt als ernstig beoordeeld. Vervanging van het matras ziet de deskundige als herstelmogelijkheid. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. In navolging van de deskundige stelt de commissie dat sprake is van een gebrek in het matras. De levering bestaat echter niet slechts uit een matras doch uit een boxspring met onderstel, hoofd- en voetenbord. Gezien de aard van de klacht in relatie tot het totale product acht de commissie een ontbinding van de overeenkomst niet gerechtvaardigd. Het matras heeft niet de eigenschappen die de consument had mogen verwachten. Vervanging van het matras ziet de commissie in beginsel als een redelijke oplossing van het onderhavige geschil. Hoewel uitgangspunt dient te zijn dat van de consument verlangd kan worden dat deze de ondernemer in de gelegenheid stelt voor vervanging zorg te dragen, kunnen er bijzondere omstandigheden zijn die afwijking van dit uitgangspunt rechtvaardigen. De commissie acht deze bijzondere omstandigheden aanwezig. De consument heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op vervanging, nu het vertrouwen in de ondernemer is komen te vervallen. Aangezien de consument de ondernemer reeds eerder in de gelegenheid heeft gesteld tot vervanging van het matras over te gaan, kan niet worden gevergd dat zij de ondernemer daartoe nogmaals de gelegenheid geeft. Nu sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis dient de ondernemer de schade die daaruit voortvloeit te vergoeden. De commissie acht het redelijk de consument een vergoeding toe te kennen van € 500,–. Dit bedrag is in overeenstemming met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeding ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 19 oktober 2011.