Commissie: Waterrecreatie
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
54630/71988
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een boot bij de ondernemer gekocht. Na anderhalf jaar is de bovenkant van de boot gaan vergrijzen. De consument eist dat de ondernemer de boot laat spuiten zonder dat de consument daarvoor kosten in rekening worden gebracht. De ondernemer voert aan dat de garantietermijn van twee jaren verlopen is. Tevens voert de ondernemer aan dat de consument de boot beter had moeten schoonmaken en onderhouden. De commissie heeft een deskundigenonderzoek laten uitvoeren. Op enig moment is er verkrijting ontstaan. De commissie merkt op dat niet is komen vast te staan dat de consument binnen de garantietermijn heeft geklaagd. In een situatie waarin geen onderhoud is gepleegd aan een boot kan niet (meer) worden vastgesteld of er een intrinsiek gebrek kleeft aan de gelcoatlaag, dat de verkleuring (mede) moet hebben veroorzaakt. Deze kan immers met name ook beschadigd raken door het ontbreken van adequaat en regelmatig beschermend onderhoud. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van de gelcoat van de bij de ondernemer gekochte Asloep 650 (hierna: de boot).
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft in maart 2017 een boot bij de ondernemer gekocht. Na anderhalf jaar is de gehele bovenkant van de boot aan het vergrijzen. De consument heeft onder meer via e-mail bij de ondernemer aangegeven dat de boot gepoetst moest worden. Ook eind september 2019 heeft de consument de ondernemer verzocht de boot te poetsen. Dat is nooit gebeurd. De vergrijzing van de bovenkant van de boot is nog erger geworden en de boot ziet er niet meer uit.
De ondernemer geeft aan dat poetsen niet meer helpt, maar dat de boot moet worden overgespoten.
De consument heeft de ondernemer aansprakelijk gesteld en zich beroepen op garantie. De ondernemer wijst garantie van de hand en verwijst de consument naar een spuitbedrijf. Er zijn meer boten met deze klacht en die worden opnieuw gespoten.
De consument verlangt dat de ondernemer de boot laat spuiten zonder dat de consument daarvoor kosten in rekening worden gebracht.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De garantietermijn van de boot bedraagt twee jaar en deze is inmiddels verstreken. De boot heeft drie en een half jaar bij de ondernemer in de jachthaven gelegen en in die tijd heeft de consument het bovendek van de boot niet schoongemaakt en in de was gezet.
De donkere/zwarte gelcoat van de polyester boot heeft door UV aantasting veel te verduren. Als de gelcoat niet goed en regelmatig wordt onderhouden, zal deze door de jaren heen gaan “verkrijten” en verkleuren. Dit heeft een doffe en verschoten boot tot gevolg. Door jaarlijks onderhoud te plegen aan de gelcoatlaag door deze te reinigen, te poetsen en daarna te verzegelen met een nanocoating, wordt de glans behouden. Bovendien hebben vuil en kalk daardoor minder grip op het oppervlak, waardoor de boot er mooier bijligt.
Een donkere boot verkleurt eerder. Misschien heeft de consument de ondernemer wel eens gevraagd om de boot te reinigen, maar is dit door drukte niet gedaan. De consument blijft echter zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de boot.
De ondernemer heeft de consument geadviseerd de boot te laten spuiten.
Deskundigenrapport
De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door G. Beekman die daarover op 19 februari 2021 schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het rapport van de deskundige.
De consument heeft hierop gereageerd per e-mailbericht van 3 maart 2021. Hij heeft, toen de boot ongeveer twee jaar oud was, gevraagd of de ondernemer de boot wilde poetsen om het verkrijten tegen te gaan. Daar is niet op gereageerd. Verkrijting mag niet al na twee jaar ontstaan. Het is een algemeen probleem van deze boten omdat de gelcoatlaag van slechte kwaliteit is. Er zijn vele anderen met dezelfde klacht. Iedereen wordt verwezen naar een spuitbedrijf. De ondernemer wil geen verantwoordelijkheid nemen.
De ondernemer heeft hierop gereageerd bij brief van 1 maart 2021. De consument heeft de ondernemer voor het eerst in 2020 benaderd over de verbleking van het bovendek, terwijl de deskundige in het deskundigenrapport aangeeft dat de verbleking in 2018 is ontstaan. De boot lag van begin 2017 tot en met 2020 in de jachthaven van de ondernemer. In 2018 was van verbleking geen sprake en de consument heeft de ondernemer hier ook niet over aangesproken.
De consument heeft geen onderhoud gepleegd aan zijn boot. Als er aan een boot geen onderhoud wordt gepleegd is het vreemd dat de leverancier hiervoor verantwoordelijk wordt gehouden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft op 1 december 2016 een koopovereenkomst met de ondernemer gesloten voor een donkerkleurige Asloep 650 met 16 pk Mitsubishi Craftsman. De boot is, naar de commissie begrijpt, in maart 2017 aan de consument geleverd. Op enig moment is aan de bovenkant van de boot ‘verkrijting’ aan de gelcoat ontstaan. Niet is komen vast te staan dat de consument binnen de garantietermijn daarover heeft geklaagd.
Kern van het geschil is of sprake is van wanprestatie in die zin dat de boot is geleverd met een gelcoat die van meet af aan ondeugdelijk was. Bij de beoordeling van deze vraag is van belang of de consument onderhoud heeft gepleegd aan de boot. Voor het behoud van een gelcoatlaag is immers van belang dat deze regelmatig wordt gereinigd en van een UV-licht werende waslaag wordt voorzien.
De consument geeft aan dat hij de ondernemer heeft verzocht de boot te reinigen. De ondernemer kan zich een dergelijk verzoek niet herinneren en stelt zich op het standpunt dat de consument (ook daarom) zelf verantwoordelijk is (gebleven) voor het onderhoud van de boot. Het bestaan van een dergelijke (betalende) opdracht laat zich naar het oordeel van de commissie niet uit de stukken afleiden. Ook is niet gesteld wanneer en hoe een dergelijke opdracht is gegeven en wat daarbij in concreto is afgesproken. De commissie heeft er dan ook van uit te gaan dat niet een dergelijke opdracht is gegeven aan de ondernemer.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de consument niet heeft weersproken dat hij geen hier relevant onderhoud heeft gepleegd aan de boot. De deskundige heeft in het deskundigenbericht over het al dan niet plegen van onderhoud aan de boot niets gezegd. Daaruit maakt de commissie op dat de deskundige geen sporen van hier relevant onderhoud aan de boot heeft kunnen vaststellen.
In een situatie waarin chronisch geen dergelijk onderhoud is gepleegd aan een boot kan niet (meer) worden vastgesteld of er een intrinsiek gebrek kleeft aan de gelcoatlaag, dat de verkleuring (mede) moet hebben veroorzaakt. Deze kan immers met name ook beschadigd raken door het ontbreken van adequaat en regelmatig beschermend onderhoud. Een boot van polyester, en zeker een donkerkleurige, vereist nu eenmaal onderhoud. Een groot deel van de huidige problemen had met het plegen van dat onderhoud voorkomen kunnen worden. Het deskundigenbericht wordt gelet op het ontbreken van onderhoud niet door de commissie gevolgd. Zulks met de aanvulling dat de deskundige op basis van diens onderzoek niet verder is gekomen dat het noemen van mogelijke oorzaken van de verkleuring van de gelcoat, zonder dat het zich voordoen van (een van) die oorzaken feitelijk is komen vast te staan.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst af het door de consument verlangde.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer J. Zetzema, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 3 mei 2022.