Commissie: Klussenbedrijven
Categorie: Non conformiteit
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
192783/202823
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument klaagt over de door de ondernemer geplaatste dakopbouw. De dakopbouw zou scheef zijn en de kozijnen zouden niet goed geplaatst zijn, aldus de consument. De ondernemer wil een en ander herstellen, maar geeft aan dat de consument de ondernemer niet meer toelaat om een en ander uit te voeren. De commissie heeft onderzoek laten uitvoeren door een deskundige, welke enkele tekortkomingen heeft geconstateerd. De deskundige heeft een inschatting gemaakt van de herstelkosten. De consument heeft aangevoerd dat de herstelkosten hoger zijn dan die inschatting, maar de consument heeft die stelling onvoldoende onderbouwd. De klacht is gegrond en het door de consument bij de commissie gedeponeerde bedrag wordt op basis van de inschatting van de deskundige verdeeld tussen partijen.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Klussenbedrijven (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 16 mei 2023 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben via een digitale verbinding aan de zitting deelgenomen en hun standpunt toegelicht.
De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door mevrouw [naam] en de heer [naam].
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden.
De consument heeft een bedrag van € 13.511,29 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Er is een dakopbouw geplaatst die scheef is geplaatst. Hierdoor loopt water niet weg. Kozijnen zijn niet goed geplaatst. Hierdoor kan de binnenkant niet afgewerkt worden.
De consument heeft niet ingestemd met het deskundigenrapport en is met name van mening dat de herstelkosten door de deskundige te laag zijn ingeschat.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De dakopbouw is niet scheef. Wel is het afschot van de dakopbouw inderdaad niet helemaal voldoende, waardoor wat water blijft staan op het bitumen dak (kan op zich geen kwaad). Om afwatering hiervan te verbeteren is aangeboden door onze loodgieter om een extra hemelwaterafvoer te plaatsen. Klant wil hier echter niet van horen. Een andere oplossing om het afschot te verbeteren met behulp van afschotisolatie werd ook van de hand gewezen.
De kozijnen stonden in eerste instantie niet helemaal goed op lijn, er was een centimeter verschil over de volle breedte van de dakkapel. Dit zou in principe in de marge kunnen zijn, maar vanwege problemen die de klant ervaarde met het aanpassen van de vensterbank is er ingezet op het op één lijn plaatsen van de kozijnen. Deze staan nu beiden op 6,4 centimeter van de muurplaat. Het tussenstuk kon echter niet aangepast worden (anders zakt de dakkapel in). Door deze aanpassing is er een naad ontstaan in de aansluiting het [naam] van het tussenstuk (we schatten in drie millimeter maximaal). Deze naad is alleen zichtbaar als het raam geopend wordt. Deze is niet lekkagegevoelig, door het onderliggende [naam isolatiemateriaal]. E.e.a. is op te lossen door een kitnaad, maar op dit punt had de consument al zoveel aan te merken gehad op het kitwerk dat dit niet aangepakt is.
De klant wil ons niet meer toelaten om deze zaken uit te voeren. Oplevering heeft daardoor niet plaatsgevonden.
In een groot werk als dit zullen er altijd wat zaken afwijken, gebruikelijk lossen we deze zaken in goede verstandhouding, en met respectvolle communicatie met de klant op. In dit geval lijkt het vertrouwen van de klant tot een nulpunt gedaald, vandaar de inschakeling door de geschillencommissie door ons beiden.
Het voorstel om het resterende bedrag te laten zitten is ons inziens niet in verhouding tot de beschreven problemen. Maar we vernemen graag de reactie van een andere expert.
De ondernemer heeft ingestemd met het deskundigenrapport.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
De deskundige heeft een aantal in het deskundigenrapport rapport omschreven tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden geconstateerd en de hieraan verbonden herstelkosten geraamd op € 4.750,– inclusief btw.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden.
De conclusies en aanbevelingen van de door de commissie benoemde deskundige komen de commissie zowel feitelijk als vaktechnisch overtuigend voor. Dit betreft zowel de geconstateerde gebreken als de geadviseerde herstelwerkzaamheden en de begroting van de hieraan verbonden kosten. De commissie merkt hierbij op dat de deskundige ook nog schriftelijk heeft gereageerd op de kanttekeningen die partijen bij het deskundigenrapport hebben geplaats en dat ook deze schriftelijke reactie van de deskundige de commissie adequaat en voldoende gemotiveerd voorkomt.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De ondernemer heeft ter zitting aangegeven onder de gegeven omstandigheden in te stemmen met een financiële afwikkeling van het geschil tot een bedrag van maximaal € 5.000,–. Zoals hiervoor al overwogen zal de commissie voor wat betreft de herstelkosten aansluiting zoeken bij het deskundigenrapport. De consument heeft met het overleggen van een offerte onvoldoende onderbouwd en niet (voldoende) aannemelijk gemaakt dat de herstelkosten hoger zijn dan door de deskundige geraamd.
Hiernaast is de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld verschuldigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4.750,– inclusief btw. Betaling vindt plaats door verrekening met het door de consument bij de commissie gedeponeerde bedrag zoals hierna vermeld.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 250,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag wordt een bedrag van € 5.000,– (€ 4.750,– + € 250,–) aan de consument terugbetaald en wordt het restant van € 8.511,29 aan de ondernemer uitbetaald.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussenbedrijven, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer R.C. Schenk, mevrouw mr. M.J. Boon, leden, op 16 mei 2023.