Gebreken aan televisie zijn het gevolg van onoordeelkundig vervoer na het moment van afleveren

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit / Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 151887/166819

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument is van mening dat de gekochte televisie ondeugdelijk is. De consument stelt dat de ondernemer zich verschuilt achter het feit dat de consument het apparaat zelf heeft vervoerd zonder doos. De consument zegt dat de schade zou zijn ontstaan door toedoen van een medewerker tijdens het schuiven van het product in de loods en het brengen van het product naar de auto. De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst of een vervangende televisie. Volgens de ondernemer is geen sprake van non-conformiteit. De aard van de gebreken – breuk(en) in het beeldscherm – verzet zich tegen het bewijsvermoeden dat de gebreken ten tijde van de aflevering al aanwezig waren. Duidelijk is dat het product is beschadigd door het ondeugdelijk vervoeren. De consument dient dan ook vooralsnog aannemelijk te maken dat het product ten tijde van de aflevering gebrekkig was. Dit heeft hij echter nagelaten. De commissie is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de consument een televisietoestel zonder gebreken geleverd heeft gekregen en dat de gebreken het gevolg zijn van onoordeelkundig vervoer na het moment van afleveren. Daarmee zijn de gebreken voor risico van de consument. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 18 december 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De
ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een Samsung televisie tegen de daarvoor door
de consument te betalen prijs van € 698,98.

De levering vond plaats op of omstreeks 18 december 2021.

Het geschil betreft de vraag wie verantwoordelijk is voor gebreken aan de televisie.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

De door de consument gekochte televisie is ondeugdelijk.

De medewerkers van de ondernemer verschuilen zich achter het feit dat de consument het apparaat heeft
vervoerd zonder doos. Maar de eigen medewerker van de ondernemer heeft de doos geopend en het
karton losgesneden nadat de consument een elektronische handtekening had gezet voor afhalen.
De medewerker van de ondernemer heeft aan de consument gevraagd om te helpen laden, omdat er
niemand anders in de buurt was. Bij het laden heeft de medewerker van de ondernemer de schade
veroorzaakt.

De kans dat de televisie al tijdens de aanschaf, of door het hardhandige geschuif en stoten tegen de auto,
kapot is gegaan, is zeer hoog. De stootkartonnen om de hoeken, het piepschuim en het beschermplastic
waren tijdens het vervoer nog intact. In de auto lagen allemaal kussens ter bescherming. De medewerker
die geholpen heeft, heeft de televisie in de auto geladen met het beeldscherm naar boven. Als een televisie
hier niet tegen bestand is, ligt dat aan de kwaliteit van de televisie en niet aan het vervoer.

De consument is tijdens de aankoop alleen geïnformeerd over de fabrieksgarantie.

De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst of een vervangende televisie.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.

Volgens de ondernemer is geen sprake van non-conformiteit.

De aard van de gebreken – breuk(en) in het beeldscherm – verzet zich tegen het bewijsvermoeden dat de
gebreken ten tijde van de aflevering al aanwezig waren.

Duidelijk is dat het product is beschadigd door het ondeugdelijk vervoeren. De consument dient dan ook
vooralsnog aannemelijk te maken dat het product ten tijde van de aflevering gebrekkig was. Dit heeft hij
echter nagelaten.

De enkele stelling dat deze schade zou zijn ontstaan door toedoen van een medewerker tijdens het
schuiven van het product in de loods en het brengen van het product naar de auto, is geen toereikende
onderbouwing. Er is nimmer hardhandig geschoven met het product. Het product is met een transportkar
naar de auto van de consument gebracht. Dit is een passende manier om televisies van een dergelijke
omvang veilig naar het vervoermiddel van consumenten te transporteren.

De consument heeft er vervolgens zelf voor gekozen om het product zonder doos te vervoeren. Het is dan
ook aannemelijk dat de schade tijdens dit vervoer is ontstaan, waarbij het product aan meer risico’s wordt
blootgesteld dan tijdens het vervoeren naar de auto in intacte verpakking op een transportkar.
Daarnaast dient benadrukt te worden dat het product pas na het vervoeren met de transportkar uit de doos
is gehaald. Het product verkeerde op dat moment in goede staat. De consument heeft dan ook getekend
dat hij het product in goede staat heeft afgehaald. Indien dat niet het geval was geweest, zou de
consument het product immers niet naar huis vervoeren zonder hierover zijn beklag te doen.

Tot slot merkt de ondernemer op dat de consument dit risico op een breuk willens en wetens heeft
aanvaard, ondanks dat hij meerdere malen is gewaarschuwd dat de ondernemer niet zou instaan voor
schade door deze manier van vervoeren. Het komt dan ook voor rekening en risico van de consument dat
het product is beschadigd door onheil van buitenaf tijdens het vervoeren.

Op basis van het bovenstaande staat vast dat geenszins sprake is van non-conformiteit. Er is dan ook geen
grondslag om tot ontbinding van de koopovereenkomst over te gaan. De schade betreft onheil van buitenaf
tijdens het vervoeren van het product door de consument, hetgeen voor rekening en risico van de
consument komt.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang,
het volgende vastgesteld.

De deskundige heeft het volgende vastgesteld:
• De tv heeft het defect zoals de foto’s weergeven.
• Dat de schade van buitenaf veroorzaakt is, is niet waar te nemen, omdat er geen beschadigingen
op het scherm zitten op de plaats van de oorsprong van de schermklacht.
• Dat deze tv schade heeft opgelopen tijdens onjuist vervoeren is aannemelijk.
• Wat opvalt is dat de tv niet geïnstalleerd is door de consument en dat betekent dat de schermklacht
zich voor een mogelijke installatie geopenbaard heeft.
• De schermklacht is ook niet op een plaats waar je een tv vastpakt bij het uitpakken als je deze uit
de verpakking haalt of deze verplaatst.
• Het is vrijwel zeker vervoersschade.
• Alle beschermmiddelen die op de tv zitten zodat de tv niet beschadigt kan worden door het
uitpakken van de tv uit de doos zijn nooit verwijderd geweest.
• De consument geeft aan dat de verkoper heeft geholpen met het inladen van de tv in zijn auto. (Dit
is logisch, omdat een persoon alleen de tv niet eens in een auto kan zetten).
• De tv is niet aan geweest voordat de tv aan de consument is overhandigd bij hem in de auto is
gezet.
• Het betreft hier een grote tv, breed is de tv 1,6 m en hoog 0,96 m.

Het verloop van de verkoop en afleveren aan de consument komt op de deskundige heel onprofessioneel
over. Het als verkoper accepteren dat de consument op deze wijze een tv afneemt zou niet moeten mogen,
omdat een tv niet op die wijze vervoerd mag worden en een onaanvaardbaar risico wordt genomen. Van de
verkoper mag je verwachten dat hij over deskundigheid beschikt hoe een tv vervoerd moet worden en ook
op de verpakking staan duidelijke instructies.

De ondernemer stelt dat de consument zelf de schade aan het toestel heeft veroorzaakt, waardoor hij geen
kosteloze service hoeft te verlenen, maar dit is niet vast te stellen. De tv is voor vervoer niet gezamenlijk
gecontroleerd op de juiste werking en er is geen uitwendige schade zichtbaar. Dat de consument direct na
zijn bevindingen contact met de ondernemer heeft opgenomen is correct. De ondernemer had de tv voor
herstel kunnen aanbieden bij een Samsung service centrum (geautoriseerd reparatiebedrijf) en het oordeel
aan het reparatiebedrijf als vertegenwoordiger van Samsung kunnen laten. Omdat het onderdeel wat defect
is ook leverbaar is (BN95-07473A) had de ondernemer tenminste de schade kunnen bepalen.

Conclusie: De ondernemer heeft ondeskundig gehandeld bij het verkopen van deze tv en moet in beginsel
ervan uitgaan dat de consument niet kundig is. De verkoper heeft geen goed vervoersadvies gegeven, de
ondernemer heeft geaccepteerd dat de tv niet volgens de instructies van de fabrikant is vervoerd. De
verkoper had kunnen voorkomen dat de tv verkeerd vervoerd zou worden, maar heeft door zijn hulp juist
het omgekeerde bereikt.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft in de winkel van de ondernemer een televisie gekocht. De consument heeft er daarbij
voor gekozen om de televisie zelf, in zijn eigen auto, mee naar huis te nemen.

De commissie dient in de eerste plaats te beslissen op welk moment de televisie door de ondernemer aan
de consument wordt afgeleverd. Naar het oordeel van de commissie is dat bij een aankoop in een winkel
het moment na betaling aan de kassa. Op dat moment wordt de consument in het bezit gesteld van het
gekochte apparaat.

Dat medewerkers van de ondernemer vervolgens op verzoek van de consument hebben geholpen bij het
naar de auto brengen en in de auto plaatsen van het toestel doet daar niet aan af. De consument is op dat
moment al in het bezit van het toestel en hij kan volledig vrij bepalen wat er wel en niet gebeurt.
Artikel 7:10 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat het gekochte voor risico van de consument is vanaf
het moment van afleveren.

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft gerapporteerd dat aannemelijk, zelfs vrijwel zeker
is dat de schade aan de televisie vervoersschade is. Het vervoer is gebeurd voor risico en onder
verantwoordelijkheid van de consument.

De commissie is van oordeel dat (medewerkers van) de ondernemer bij het helpen van de consument ook
niet heeft (hebben) gehandeld ter uitvoering van verplichtingen uit de koopovereenkomst. Die
verplichtingen waren afgerond vanaf het moment van aflevering af, bij de kassa.

De commissie is dan ook van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de consument een televisietoestel
zonder gebreken geleverd heeft gekregen en dat de gebreken het gevolg zijn van onoordeelkundig vervoer
na het moment van afleveren. Daarmee zijn de gebreken voor risico van de consument.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter,
drs. H.H.F.M. van den Oever en mr. C.A. Bontje, leden, op 11 augustus 2022.
F.H.C.M. van Schaijk