Gederfd huurgenot. Onzorgvuldige klachtafhandeling ondernemer.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Pleziervaartuigen    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT04-0065

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil heeft betrekking op de overeenkomst tot de (ver)huur van een schip voor de periode 16 juli 2004 tot en met 22 juli 2004 tegen een daarvoor door de consument te betalen huurprijs van
€ 1.762,–. De huurovereenkomst werd afgesloten op 8 maart 2004.
 
De consument heeft op 25 juli 2004 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Het gehuurde schip vertoonde een aantal gebreken:
1. Het slot aan de binnenzijde van het toegangsluik was afgebroken zodat wij de toegang niet konden afsluiten.
2. De koelkast viel gedurende de week regelmatig (tenminste 1x per dag) uit.
3. Omdat het gedurende de huurperiode nogal regende, kwam de consument er achter dat de boot op diverse plaatsen lekte, te weten in de slaapkamer in de punt (hierdoor werd het beddengoed nat) en bij het dakluik in de keuken.
4. Er was lekkage in het toilet en bovendien hing er een constante urinegeur in deze ruimte.
5. Het loopslot van de toiletdeur was defect waardoor de deur niet dicht bleef en de stank van het toilet in de woonruimte c.q. slaapruimte kwam.
6. Het 220V stopcontact in de eetruimte zat los en het buitenhuis was afgebroken.
7. De ruitenwisser aan de stuurboordzijde ontbrak.
8. Er was een lampje stuk boven de zithoek.
9. Er hing een constante diesellucht in de gehele boot welke met name werd veroorzaakt doordat de motorruimte constant vol water/diesel stond.
10. De pomp om bilgewater weg te pompen was defect, zodat bovengenoemde stankveroorzaker niet kon worden weggepompt. Eerst op woensdag kwamen wij bij een haven waar een afzuiginstallatie aanwezig was.
11. De TV welke was meegegeven kon niet worden gebruikt, onder andere omdat de antenne defect was.
12. De luiwagen was zo vermolmd, dat deze na de eerste keer vegen afbrak; later begaf ook de vlaggenstok het.
13. Op de laatste dag viel de bediening van de achteruit bij de bovenbesturing uit.
14. De motor maakte zeer veel lawaai zodat het vrijwel ondoenlijk was om tijdens het varen binnen te zitten (los van de diesel stank!)
15. De inventaris stemde niet overeen met de inventarislijst.
 
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
 
De consument heeft de tweede dag gebeld met de ondernemer over het watermaken van het schip en de diesellucht. Een medewerker van de ondernemer liet weten dat het water in de boot geen kwaad kon, zolang het water niet tot aan de schroefas kwam. Als het water te hoog zou komen, moest het water maar worden weggepompt. Toen het water te hoog kwam, bleek de bilgepomp echter niet te werken.
De ondernemer heeft op geen enkele brief, ook niet van de commissie, gereageerd.
 
De consument verlangt, vanwege het geleden ongerief, ontbinding van de huurovereenkomst met volledige restitutie van de huursom van € 1.762,–.
 
Standpunt van de ondernemer
 
De ondernemer heeft geen standpunt kenbaar gemaakt.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Uit het verhandelde ter zitting en de overgelegde stukken is de commissie genoegzaam gebleken dat de consument niet het huurgenot is verschaft dat hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Met name het watermaken van het schip en de (daardoor) aanwezige diesellucht in het schip rekent de commissie de ondernemer aan. De klachten van de consument zijn bovendien niet weersproken. De ondernemer heeft zelfs in het geheel niet gereageerd, noch voorafgaand aan de procedure, noch gedurende de procedure. Deze wijze van klachtafhandeling, althans het volledige gebrek daaraan, acht de commissie niet zorgvuldig.
 
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de ondernemerbij het uitvoeren van het overeengekomen zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de ondernemer lager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.
 
Beslissing
 
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 881,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
  
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 1 april 2005.