
Commissie: Water
Categorie: Installatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
56584
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de kosten van de aarding van elektriciteit. De consument heeft in 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft ijzeren waterleidingbuizen vervangen door kunststoffen buizen. De aarding van zijn elektriciteit heeft 50 jaar verbonden gezeten met de ijzeren buizen. Als gevolg van de vervanging van de buizen moet de consument een andere oplossing vinden voor de aarding. Hij moet daarvoor een ijzeren staaf in de grond doen plaatsen. Hij vindt dat de ondernemer de kosten dient te dragen die daarmee gepaard gaan. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De eerdere uitspraken van de commissie waar de ondernemer naar verwijst gaan in dit geval niet op. Het getuigt van een gebrek aan wetenschappelijk denken als de ondernemer denkt dat een situatie uit het verleden vergeleken kan worden met de situatie nu. De ondernemer heeft nooit bericht gestuurd dat een en ander zou worden vervangen. De ondernemer heeft de aarding op zijn net ongeveer 50 jaren gedoogd. De consument is voor het blok gezet; hij heeft geen bezoek aan huis gekregen over deze kwestie. Met de vervanging is er een gevaarlijke situatie ontstaan, omdat in een andere voorziening van de aarding niet was voorzien. De consument verlangt betaling van de te maken kosten door de ondernemer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument neemt sinds 2006 water af van de ondernemer. Hij had tot 2010 de aarding van zijn elektrische binneninstallatie aangesloten op de waterleiding en heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 18 van de algemene voorwaarden van de ondernemer. De gietijzeren hoofleiding in de straat van de consument was aan vervanging toe en is in 2010 daadwerkelijk vervangen. De nieuwe kunststoffen leiding is niet geschikt voor de aarding van elektrische installaties. De ondernemer stuurt bij dit soort projecten voorafgaand brieven aan de bewoners in de directe omgeving van het werk en dat is in het geval van de consument ook gebeurd. De bewoners zijn zowel schriftelijk als mondeling geïnformeerd over de werkzaamheden en in het bijzonder over de gevolgen voor de aarding van elektrische installaties als gevolg van de vervanging van de buizen. Daarbij is er ook op gewezen dat de kosten voor een alternatieve oplossing voor de aarding door de huiseigenaren zelf gedragen dienen te worden. Aarding is geen dienst of product van de ondernemer aan de consument. Een huiseigenaar is zelf verantwoordelijk voor de juiste aansluiting en veiligheid van de elektrische installatie in de desbetreffende woning. Daar komt bij, dat zijn algemene voorwaarden een verbodsbepaling bevat met betrekking tot het gebruik van het drinkwaternet de aarding van elektrische installaties. Van gedogen van de situatie is geen sprake geweest. In de straat van de consument zijn huisbezoeken afgelegd en een derde partij heeft onderzoek gedaan naar de aardingssituatie om zoveel mogelijk risico’s aan het licht te brengen. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument heeft de uitspraken opgevraagd die de commissie eerder in soortgelijke zaken heeft gedaan. De ondernemer gaat ervan uit dat de consument van de inhoud van die uitspraken op de hoogte is. Er is veel gedaan aan communicatie met de bewoners en de ondernemer kan zich niet voorstellen dat niets daarvan de consument heeft bereikt. Er zijn aanwijzingen dat de vereniging van eigenaren waar de consument ook lid van is, wel op de hoogte is geweest van het project. Er is geen gevaarlijke situatie ontstaan bij het vervangen van de buizen. Aarding is toen gehandhaafd op gietijzeren delen juist om onverantwoorde risico’s te voorkomen. Er is daarom ook door externen onderzoek gedaan naar de risico’s vooraf en na de vervanging van de buizen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Anders dan de consument kennelijk meent is zijn zaak in essentie niet anders dan de zaken waarover eerder uitspraken zijn gedaan. Ook in het onderhavige geval is aan de orde de vraag of de consument rechten kan ontlenen aan een situatie die sinds jaar en dag bestaan heeft wanneer het beleid ter zake in een voor de consument ongunstige zin wordt gewijzigd. Voor zover de consument heeft willen betogen dat hij niet op de hoogte is geweest van de voorgenomen vervanging van de buizen door de ondernemer en de gevolgen daarvan voor de aarding van zijn elektrische installatie, overweegt de commissie dat dat naar haar oordeel niet aannemelijk is geworden gelet op wat ter zitting is besproken en de stukken die zich in het dossier bevinden. Op grond van de algemene voorwaarden van de ondernemer, die van toepassing zijn op de overeenkomst tot het leveren van water met de consument , is het de verbruiker van het water i.c. de consument verboden om het net van de ondernemer te gebruiken voor de aarding van zijn elektrische installatie. De omstandigheid dat de ondernemer de aarding van de consument in het verleden heeft gedoogd, betekent niet zonder meer dat er door de vervanging van leidingen door kunststoffen leidingen een verplichting is ontstaan voor de ondernemer om voor een andere aardingsvoorziening te zorgen dan wel de kosten voor zo een andere voorziening te dragen. Door de consument zijn naar het oordeel van de commissie geen steekhoudende argumenten aangevoerd die tot een andere opvatting aanleiding geven. Naar het oordeel van de commissie is de consument er zelf verantwoordelijk voor om zorg te dragen voor een behoorlijke aarding van de elektrische installatie in zijn woning. Daaruit volgt dat wanneer door omstandigheden een andere oplossing moet worden gevonden voor die aarding, de kosten van die oplossing in beginsel voor rekening van de consument dienen te komen. Onder de gegeven omstandigheden kan de ondernemer daarvoor niet worden aangesproken. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 27 oktober 2011.