Commissie: Makelaardij
Categorie: Courtage
Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
62626
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de consument de in rekening gebrachte courtage verschuldigd is aan de ondernemer. Door de consument is een bedrag van € 4.105,50 niet betaald en bij de commissie in depot gestort. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Wij hadden om een specifieke makelaar, [naam makelaar], gevraagd maar kregen telkens een andere persoon. Na bezichtigingen hoorden we meestal niets van de ondernemer, ondanks onze herhaalde verzoeken. De makelaars waren niet voldoende op de hoogte van ons huis en kraakten dit zelfs af bij sommige kijkers. Wij hebben wel eens twee uur gewacht op een bezichtiging voordat we hoorden dat die niet door ging. De ondernemer heeft niet de dingen gedaan die normaal van een makelaar verwacht mogen worden zoals afspraak maken met de notaris, koopakte ondertekenen etc. Voor het overige richten de opmerkingen van de consument in het klachtformulier zich tegen de wijze waarop met de klachten na het transport van de woning, is omgegaan. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. [Naam makelaar] is hypotheekadviseur en werkzaam voor een andere onderneming. Wij werken wel samen maar staan juridisch los van elkaar. [Naam makelaar] was de hypotheekadviseur van de consument en wij verleenden makelaarsdiensten. Toen de consument op 4 januari 2011 belde met de mededeling dat hij het vervelend vond dat er meerdere makelaars bij hem thuis bezichtigingen deden met potentiële kopers hebben wij hem uitgelegd dat wij op deze wijze juist flexibel kunnen zijn en binnen een à twee dagen een bezichtiging kunnen doen. Op maandag 9 mei 2011 belt de consument met de heer van V. met de mededeling dat hij de woning op 7 mei heeft verkocht. De gegevens zouden worden gemaild. Op 11 mei worden de gegevens per mail aangeleverd voor het maken van de koopakte en de akte is op 29 mei door de koper en op 6 juni door de verkoper ondertekend. Er zijn toen bij ons geen klachten kenbaar gemaakt. De consument klaagde pas voor het eerst met de mededeling dat hij niet wilde dat onze nota bij het transport door de notaris aan ons zou worden voldaan. De ondernemer heeft verder nog aangevoerd dat de consument in strijd met de overeenkomst, zelf activiteiten heeft ontwikkeld om tot verkoop te komen door de woning op Marktplaats aan te bieden. Hij heeft hiermee de kansen op communicatiestoornissen vergroot. De klachten zijn ook niet met de ondernemer besproken. Men heeft kennelijk wel met [naam makelaar] gesproken maar die is niet werkzaam voor de ondernemer. In de periode tussen het tekenen van de akte en de levering, ruim twee maanden later, was daarvoor ruimschoots de tijd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Er is geen aanspraak op dienstverlening door een bepaalde persoon in het kader van een bemiddelingsopdracht indien dat niet uitdrukkelijk is bedongen. Die klacht is daarom ongegrond, nog daargelaten dat onbestreden is gebleven dat de gewenste persoon, [naam makelaar], niet werkzaam is bij de ondernemer en de consument daarover ook niet heeft geklaagd ten tijde van de verkoopactiviteiten. Dat de makelaars niet voldoende van het huis op de hoogte waren en dit zelfs afkraakten bij sommige kijkers is niet aannemelijk gemaakt nadat dit door de ondernemer is bestreden. Het afkraken is ook ongeloofwaardig omdat de ondernemer daarmee ook zijn eigen belang bij het tot stand brengen van de verkoop zou schaden De klacht dat eenmaal vergeefs gewacht is op een bezichtiging rechtvaardigt niet dat de ondernemer daarmee zijn aanspraak op courtage deels zou verspelen. Daarvoor is de tekortkoming te gering. Dat de ondernemer zich niet zou hebben ingespannen bij de formalisering van de transactie is ook door hem gemotiveerd weersproken en niet aannemelijk gemaakt. Ook dat onderdeel van de klacht is ongegrond. Verder komt bij de weging van de verwijten ook betekenis toe aan het feit dat de consument zelf de woning op internet heeft aangeboden tijdens de opdracht en dat hij zelf de koop heeft gesloten buiten de ondernemer om. Dat is in strijd met de voorwaarden van de opdracht. Al met al oordeelt de commissie dat de klacht ongegrond is zodat de ondernemer aanspraak heeft op betaling van het in depot gestorte bedrag als onbetaald gebleven gedeelte van zijn nota. Voor vergoeding van de kosten van de ingeschakelde advocaat is geen ruimte. De rechtsgang bij de commissie waarvoor partijen gekozen hebben biedt voldoende waarborgen. De keuze om een advocaat in te schakelen in plaats van te bevorderen dat de zaak bij de commissie aanhangig wordt gemaakt is voor rekening van de ondernemer. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst het door de consument verzochte af. Het door de consument in depot gestorte bedrag van € 4.105,50 zal aan de ondernemer worden overgemaakt. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 23 maart 2012.