
Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
150111/161293
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument heeft zich ingeschreven voor een opleiding in Amsterdam. De lessen werden echter in Utrecht georganiseerd. Partijen zijn het erover eens dat consument recht heeft op het betaalde cursusgeld na aftrek van annuleringskosten. De hoogte van het betaalde cursusgeld wordt door de ondernemer gemotiveerd betwist. De commissie stelt vast dat de consument desgevraagd geen betalingsbewijs heeft overgelegd. Derhalve acht de commissie het aannemelijk dat de consument enkel het lagere bedrag aan de ondernemer heeft betaald. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 28 juli 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van de opleiding Tuinarchitectuur, later omgezet in Ecologisch tuinontwerpen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.365,– respectievelijk € 2.495,–.
De cursus Tuinarchitectuur is medio 2021 begonnen.
Het geschil betreft de vraag of de consument recht heeft op restitutie en zo ja, op welk bedrag.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na inschrijving voor een dagopleiding in Amsterdam werden de lessen ’s avonds in Utrecht georganiseerd. Dat paste de consument niet. Helaas kon de IPD hier geen oplossing voor vinden.
De consument maakt daarom aanspraak op terugbetaling van het betaalde cursusgeld, onder aftrek van annuleringskosten.
Het cursusgeld bedraagt € 2.495,–, de annuleringskosten € 554,44.
De consument verlangt daarom terugbetaling van € 1.991,46.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft aangeboden het door de consument betaalde bedrag onder aftrek van de annuleringskosten terug te betalen.
De discussie is echter wat het door de consument betaalde bedrag is. Volgens de administratie van de ondernemer is op 30 juli 2020 € 1.365,– betaald. Volgens de consument is echter € 2.495,– betaald.
Mocht dat werkelijk zo zijn, dan betaalt de ondernemer dat bedrag terug, onder aftrek van de annuleringskosten. De consument dient dan wel aan te tonen dat het werkelijk betaald is.
De ondernemer betaalt in ieder geval € 810,56 terug, dan wel het hogere, door de consument gevraagde bedrag indien de consument aantoont dat de volledige cursusprijs betaald is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen bestaat geen verschil van inzicht over de terugbetaling van de kosten van de opleiding. Partijen zijn het erover eens dat de voor de opleiding betaalde kosten geheel terugbetaald zullen worden, onder aftrek van annuleringskosten ten bedrage van € 554,44.
Partijen verschillen enkel van mening over de vraag wat het uitgangspunt is, de kosten van de aanvankelijk gekozen opleiding Tuinarchitectuur of de later gekozen opleiding Ecologisch tuinontwerpen.
De ondernemer heeft aangeboden € 810,56 terug te betalen, op basis van de kosten van de opleiding Tuinarchitectuur ad € 1.365,–. Daarbij heeft de ondernemer gepreciseerd dat volgens de administratie van de ondernemer enkel die kosten betaald zijn, maar dat als de consument bewijs overlegt dat de hogere kosten van de opleiding Ecologisch tuinontwerpen betaald zijn, de terugbetaling op basis van dat hogere bedrag zal plaatsvinden.
De consument heeft geen betalingsbewijzen overgelegd, maar terugbetaling van € 1.991,46 gevraagd, op basis van de kosten van de opleiding Ecologisch tuinontwerpen ad € 2.495,–.
De consument heeft de betaling van het bedrag waarvan hij terugbetaling vraagt gepreciseerd met de mededeling dat de betaling is gedaan op 30 juli 2020. De ondernemer heeft aangegeven op 30 juli 2020 slechts de betaling te hebben ontvangen van de aanvankelijk gekozen opleiding. Partijen zijn het er dus over eens dat de betaling waarover het gaat gedaan is op 20 juli 2020.
Volgens de ondernemer heeft de consument aanvankelijk, vanaf het begin van het schooljaar 2020/2021, de eerst gekozen opleiding gevolgd en is hij pas later, na een aantal lessen gevolgd te hebben, van opleiding gewisseld. De consument heeft dat niet weersproken.
Daarmee is aannemelijk dat de consument op de datum waarop betaald is, 30 juli 2020, enkel de lagere kosten van de eerst gekozen opleiding betaald heeft.
De consument heeft een e-mail overgelegd van 14 oktober 2021, van hemzelf gericht aan de administratie van de ondernemer, waarin vermeld staat:
Hiermee reageer ik op uw betalingsverzoek/betalingsherinnering van 7 oktober 2021. Het klopt dat ik nog niet betaald heb, het volgende is het geval. (…)
Ook in deze e-mail heeft de consument vervolgens terugbetaling gevraagd van het op 30 juli 2020 betaalde cursusgeld ten bedrage van € 2.495,–.
De consument heeft naar aanleiding van een verzoek daartoe van de ondernemer niet het door de ondernemer gevraagde bewijs van betaling van de opleiding Ecologisch tuinontwerpen overgelegd.
De commissie is van oordeel dat het aannemelijk is dat de consument op 20 juli 2020 enkel € 1.365,– aan opleidingskosten betaald heeft, de kosten van de opleiding waarvoor hij zich toen had ingeschreven. Dat wordt versterkt doordat de consument -voor zover de commissie bekend- heeft nagelaten een bewijs van betaling van het hogere bedrag aan de ondernemer en aan de commissie te sturen.
Daarom is er volgens de commissie geen grond om de ondernemer een hoger bedrag dan € 810,56 te laten terugbetalen. Volgens de commissie heeft de consument slechts recht op € 810,56.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
De commissie zal de ondernemer nog wel uitdrukkelijk opdragen het toegezegde bedrag terug te betalen, omdat niet gebleken is dat dat bedrag al betaald is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt, voor zover de betaling van dat bedrag niet al gedaan is, aan de consument € 810,56. Betaling dient, plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. J.A. Frederik, drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 7 juni 2022.