Geen depotontheffing als vordering slecht uitkomt voor consument of vanwege inhoudelijke beoordeling vordering door de commissie; depot is uitsluitend als zekerheid voor betaling vordering – 1.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten / Depot    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 63978

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft het door de ondernemer aan de consument in rekening gebrachte bedrag voor het verbruik van warmte ter grootte van € 4.223,39. De consument heeft op 17 september 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft getracht met de ondernemer tot een redelijke aflossingsregeling te komen. Dat is niet gelukt. De consument woont samen met zijn moeder in een zorgwoning. Het betreft twee aparte woningen in één pand, met twee huisnummers. De jaarnota heeft betrekking op beide huisnummers. De consument ontvangt een WAO-uitkering. Hiervan blijft na aftrek van de vaste lasten slechts een klein bedrag over om van te leven.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer houdt vast aan een depotstorting ter grootte van € 2.000,–. Het oorspronkelijk openstaande bedrag was € 5.135,20. Uit coulance heeft de ondernemer alle incassokosten tot een bedrag van € 1.050,– laten vervallen. De ondernemer heeft in afwachting van de beslissing van de commissie de incassomaatregelen stil gelegd.   Beoordeling   De commissie heeft het volgende overwogen.   Het reglement van de commissie bepaalt dat de commissie, indien de consument de betaling van een goed of dienst waarover het geschil gaat, achterwege heeft gelaten, in de regel zal verlangen dat de consument een bedrag ten hoogste gelijk aan het nog openstaande bedrag bij haar deponeert. Kern van de geschillenregeling is dat de ondernemer moet gedogen dat een geschil door de commissie wordt behandeld, als de consument dit wenst. Hiertegenover staat dat de ondernemer verzekerd moet zijn van de betaling van datgene dat volgens de commissie verschuldigd is. Die zekerheid wordt verkregen door de in het reglement van de commissie voorgeschreven depotstorting. De consument lijdt hierdoor geen nadeel, omdat hij het depotbedrag terugkrijgt indien en voor zover de vordering van de ondernemer wordt afgewezen. Derhalve is de consument in beginsel verplicht tot depotstorting. Van die verplichting kan geen ontheffing worden verleend enkel op de grond dat de depotstorting de consument slecht uitkomt of op grond van een inhoudelijke beoordeling van de vordering van de ondernemer door de commissie. Het past de commissie niet zich reeds een oordeel te vormen over het geschil voordat partijen hun standpunt hebben kunnen toelichten. De depotstorting staat naar zijn aard in beginsel los van een inhoudelijk oordeel over de vordering van de commissie en dient uitsluitend als zekerheid voor de betaling van de vordering van de ondernemer. Slechts in het geval door de consument aannemelijk is gemaakt dat hij niet over de financiële middelen beschikt om de verlangde depotstorting te doen, kan er naar redelijkheid en billijkheid aanleiding bestaan gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen. Uit de aan haar ter beschikking gestelde stukken blijkt dat de consument niet in staat is een depotstorting te doen, zoals door de ondernemer wordt verzocht. Om genoemde redenen zal de commissie de consument ontheffen van de verplichting een depotstorting te doen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie bepaalt dat de consument niet gehouden is een bedrag in depot te storten.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 15 februari 2012.