Geen gebrek aan door ondernemer geleverde metalen berging.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 48131

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 23 april 2010 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een metalen berging, merk Yardmaster, tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 595,–. De levering heeft op 1 mei 2010 plaatsgevonden.   De consument heeft op 11 augustus 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   In de door ons in april 2010 bij de ondernemer aangekochte metalen schuur hebben wij onze rolstoelfiets gezet. Die fiets is van metaal en veel kunststofonderdelen. De kunststofonderdelen die normaal gesproken lichtgrijs zijn, zijn sedert de fiets in het schuurtje staat groen uit gaan slaan. Daarvoor heeft de rolstoelfiets in een andere schuur gestaan en zelfs ook bijna een jaar buiten de schuur en toen zijn er nooit problemen geweest met de verkleuring. Sinds de fiets dus drie maanden in de door ons bij de ondernemer aangekochte schuur staat is hij helemaal verkleurd. Het kan niet anders dan dat het aan de schuur ligt. Wij willen eigenlijk onze motor in de schuur zetten, maar dat durven wij niet meer omdat ook aan de motor veel kunststofonderdelen zitten. Wellicht dat één en ander te wijten is aan de extreme warmte in de schuur. Tevens is de schuur vochtig en dat kan ook te maken hebben met de verkleuring. Wij houden de ondernemer aansprakelijk voor de ontstane verkleuring van de rolstoelfiets.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Wij hebben kennisgenomen van het in deze zaak uitgebrachte deskundigenrapport. Als in dat deskundigenrapport is geconcludeerd dat de verkleuring van de rolstoelfiets niets te maken heeft met (het vocht in) de schuur dan hebben wij geen reden om daaraan te twijfelen. De deskundige zal dat beter weten dan wij. Het gaat erom dat het heel vochtig is in de schuur, terwijl de schuur juist gekocht is om zaken droog te houden. Alles wordt nat in de schuur. Ook de bodem van de schuur was doorweekt van vocht. Volgens ons moet er iets niet goed zijn (geweest) met de ventilatie. Het schuurtje staat buiten op een verhoging. Alle spullen die in de schuur staan worden nat. Op dit moment hebben wij er materiaal ingezet dat weggegooid kan worden. Wij hebben inmiddels een houten schuur neergezet en die heeft geen last van vocht. Wij betwisten dat wij de vochtproblematiek niet eerder naar voren hebben gebracht, in de eerdere correspondentie is al melding gemaakt van onvoldoende ventilatie en teveel vocht.   De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van het aankoopbedrag voor de metalen schuur, alsmede schadevergoeding voor de verkleuring van de rolstoelfiets.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij stellen voor om een onafhankelijk deskundige te laten vaststellen of de verkleuring van de kunststofonderdelen van de rolstoelfiets te wijten valt aan het feit dat die fiets wordt/is opgeborgen in de bij de ondernemer aangeschafte metalen berging. Wij stellen ons op het standpunt dat er geen enkel causaal verband te leggen is tussen het verkleuren van de kunststofonderdelen van de rolstoelfiets en de bij ons aangeschafte metalen berging. De berging doet wat van een dergelijk product mag worden verwacht, te weten dat goederen er droog en veilig in kunnen worden opgeslagen. De metalen berging is verder goed geventileerd en ook van de zijde van de leverancier is vernomen dat een kleurverandering van de fiets niet te wijten kan zijn aan de berging.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Er zitten ventilatieopeningen in de berging. Wel zal er enige condensvorming kunnen ontstaan doordat de berging van dun materiaal is gemaakt. Het kan dus inderdaad zijn dat de schuur weleens vochtig kan zijn, dat is mede afhankelijk van het weer en omstandigheden waaronder de schuur is geplaatst. Oorspronkelijk ging de klacht van de consument om de verkleuring van de rolstoelfiets, vervolgens had hij het over extreme warmte in de schuur en nu is het ineens een vochtprobleem. De consument wijzigt steeds zijn standpunt en komt nu ook weer met een wending voor wat betreft de vochtproblematiek. Zoals gezegd kan er bij dit type berging vanwege het gebruikte materiaal condensvorming ontstaan, maar dat vervolgens alles wat opgeborgen is nat zou worden komt niet aannemelijk voor. Dat soort klachten zijn ons bij dit soort bergingen niet bekend. Er kunnen trouwens veel meer omstandigheden zijn die de vochthuishouding kunnen beïnvloeden. Dit soort bergingen wordt doorgaans gebruikt voor de stalling van fietsen, het opbergen van tuingereedschappen en tuinmeubelen inclusief kussens. Het soort klachten waar de consument over rept horen wij eigenlijk nooit. Het schuurtje voldoet gewoon aan de daaraan te stellen eisen, te weten dat het een berging is die veilig en droog is.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is het onmogelijk dat de verkleuring van de rolstoelfiets is opgetreden door plaatsing in het schuurtje. Wel is geconstateerd dat het schuurtje vochtig is, wat veroorzaakt wordt door het dunne materiaal waar het van gemaakt is, doch dat vocht kan niet van invloed zijn op de verkleuring. De fiets is van het bouwjaar 2002 en daardoor al acht jaar oud. Bij kunststof is het normaal dat er verkleuring optreedt, zeker bij gebruik in het buitenlicht en mogelijke opslag buiten. Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de klacht onopvallend te noemen omdat deze niet het gebruik van de rolstoelfiets belemmert. Bij de toelichting op het deskundigenrapport vermeldt de deskundige nog dat navraag bij diverse leveranciers van kunststof heeft opgeleverd dat verkleuring een normaal verschijnsel is.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op geen enkele wijze is gebleken dat de verkleuring van de rolstoelfiets in causaal (oorzakelijk) verband staat met de door de consument bij de ondernemer aangeschafte metalen berging. Kortom, dat de verkleuring van de rolstoelfiets zou zijn opgetreden door de plaatsing in de berging is niet komen vast te staan. De commissie onderschrijft in dat opzicht ook het oordeel van de deskundige, eens temeer omdat van de zijde van de consument daartegen geen enkel (tegen-)bewijs is ingebracht en de consument het standpunt van de deskundige ook niet (gemotiveerd) betwist. Dit betekent dat de klacht van de consument ter zake de verkleuring van de rolstoelfiets door het gebruik van de bij de ondernemer aangeschafte metalen berging geen doel treft. Eerst ter zitting komt de consument met de stelling dat de metalen berging niet zou deugen omdat deze veel te vochtig zou zijn. Ook deze stelling wordt door de commissie gepasseerd.   Allereerst heeft te gelden dat de ondernemer gemotiveerd heeft betwist dat zo’n metalen berging te vochtig zou zijn om spullen in op te bergen; juist integendeel, de metalen berging is geschikt om goederen veilig en droog in op te slaan waarbij het verder zo is dat zowel de ondernemer als de leverancier niet eerder dat soort klachten over dit type berging hebben gehad. Met name is van belang dat een eventuele daadwerkelijk bestaande vochtproblematiek te wijten kan zijn aan meerdere (externe) factoren en geenszins is ook komen vast te staan dat dat hoofdzakelijk te wijten zou zijn aan een “gebrekkige” door de ondernemer geleverde metalen berging. Ten slotte heeft de consument pas in een zeer laat stadium van deze procedure – en eigenlijk pas ter zitting – de vochtproblematiek als hoofdprobleem naar voren gebracht. Door die stelling zo laat en pas in het eindstadium van de procedure te betrekken heeft zowel de ondernemer als ook de door de commissie ingeschakelde deskundige onvoldoende dan wel geen gelegenheid meer gehad om daar verder op in te gaan, hetgeen voor rekening en risico van de consument komt. Al met al is de commissie van oordeel dat niet (voldoende) is komen vast te staan dat de door de consument naar voren gebrachte klachten te wijten zijn aan concrete defecten/tekortkomingen van de metalen berging.   Dit houdt in dat de commissie de klacht van de consument ongegrond acht.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 9 maart 2011.