Geen gewichtige reden om opdracht terug te geven, consument is geen intrekkingskosten verschuldigd.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Makelaardij    Categorie: Opdracht    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 61473

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de consument intrekkingskosten verschuldigd is aan de ondernemer na het eindigen van de overeenkomst tot bemiddeling bij verkoop.   Door de consument is een bedrag van € 297,50 niet betaald en bij de commissie in depot gestort.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Er is geen sprake van intrekking van de opdracht door mij maar van het teruggeven van de opdracht door de ondernemer. De ondernemer heeft op 17 mei een brief gestuurd met de mededeling dat hij de opdracht intrekt met bijvoeging van een intrekkingsnota. De reden die hij geeft is dat er geen telefonisch contact met ons mogelijk zou zijn maar dat is onjuist. In de jaren dat de opdracht liep hebben wij regelmatig contact gehad, onder andere over verlaging van de vraagprijs. Later geeft hij als reden dat de foto’s niet goed zijn maar die heeft hij zelf gemaakt. De redenen zijn dus geen gewichtige redenen. Hij dient ons niet met kosten te belasten omdat hij de opdracht zelf terug geeft.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij hebben de woning sedert 9 februari 2007 in verkoop. Door de kredietcrisis liep de verkoop niet goed. Na een bepaalde periode reageerde de consument niet meer op onze correspondentie en onze telefonische oproepen. De opdracht is daarmee niet uitvoerbaar. Op een voorstel van ons wilde de consument niet ingaan. Conform art. 6 lid 1,c mag de makelaar de opdracht teruggeven als die niet uitvoerbaar blijkt te zijn en conform art. 3 heeft de makelaar bij intrekking recht op gemaakte kosten.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Aan de commissie zijn twee brieven van de ondernemer aan de consument overgelegd. In de eerste brief van 17 mei 2011 bevestigt de ondernemer aan de consument de beëindiging van de verkoopopdracht met als reden:” … dat wij geen telefonisch contact met u kunnen krijgen en u niet reageert op correspondentie bijvoorbeeld met betrekking tot de open huizen dag,   Tegen deze opzegging heeft de consument geprotesteerd bij brief van 20 mei 2011 waarbij gemotiveerd is betwist dat er geen contact was te krijgen.   Vervolgens heeft de ondernemer in reactie daarop aan de consument bij brief van 26 mei 2011 meegedeeld de opdracht terug te geven wegens onuitvoerbaarheid waarbij als redenen zijn genoemd: –   De foto’s op internet zijn niet goed –   De prijs is momenteel te hoog –   U bent moeilijk te bereiken.   De commissie stelt vast dat hier niet een intrekking van de opdracht aan de orde is. Intrekken kan immers uitsluitend de opdrachtgever, niet de opdrachtnemer. Laatstgenoemde kan uitsluitend (wegens gewichtige redenen) de opdracht teruggeven. Reeds om die reden is de consument geen intrekkingskosten verschuldigd.   Overigens heeft de ondernemer ook niet aannemelijk gemaakt dat er zich gewichtige omstandigheden voordoen die het teruggeven van de opdracht zouden kunnen rechtvaardigen.   Indien – in het algemeen gesteld – een consument niet de vereiste medewerking zou geven dan rust op een makelaar in het algemeen de plicht de consument tenminste te manen die medewerking alsnog te geven en te waarschuwen voor het risico dat, bij onvoldoende medewerking, de kans bestaat dat tot het terug geven van de opdracht wordt overgegaan. In deze concrete situatie is daaraan niet voldaan. Weliswaar heeft de ondernemer ter zitting benadrukt dat hij nadien nog de bereidheid heeft getoond de overeenkomst alsnog voort te zetten maar de commissie is van oordeel dat toen reeds het vertrouwen zozeer geschaad was dat de consument daarop niet behoefde in te gaan.   De commissie verklaart de klacht gegrond.   Beslissing   De commissie beslist als volgt.   Het door de consument in depot gestorte bedrag van € 297,50 zal aan de consument worden overgemaakt.   Voorts dient de ondernemer aan de consument het door haar betaalde klachtengeld ad € 75,– te vergoeden.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 9 december 2011.