Geen overeenkomst tussen partijen

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Geschillencommissie voor Consumentenzakenvoor Consumentenzaken    Categorie: Overig    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 112116/136409

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Er is geen overeenkomst gesloten tussen partijen. Er is dus nooit overeengekomen om eventuele geschillen door de Geschillencommissie te laten beslechten. De commissie verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen.

De uitspraak

De beoordeling van de bevoegdheid van de commissie
Het Reglement van deze geschillencommissie luidt voor zover hier relevant als volgt:
(Taak) Artikel 3:
De commissie heeft tot taak geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken. Zij doet dit door in een dergelijk geschil een bindend advies uit te brengen of door een schikking tussen partijen te bevorderen.

(Bevoegdheid) Artikel 4:
De commissie is bevoegd een geschil te behandelen, indien en voor zover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.
De commissie heeft moeten vaststellen dat partijen geen overeenkomst hebben gesloten en (aldus) niet zijn overeengekomen dat deze geschillencommissie op basis daarvan bevoegd is om in een geschil van partijen te beslissen.

Ter zitting is dit met partijen besproken en ook zij zijn het erover eens dat partijen geen overeenkomst hebben gesloten. Er bestaat ook geen stuk dat door partijen of alleen door de consument voor akkoord is getekend. Ter zitting is door [bestuurder ondernemer] verduidelijkt dat de ondernemer een besloten vennootschap is waarvan hij de bestuurder is.

Weliswaar is door de consument (onder protest) een betaling gedaan aan de ondernemer, maar deze is door de consument van de ondernemer teruggevorderd omdat die betaling onverschuldigd is gedaan, welk standpunt door de ondernemer op juistheid is onderschreven waarna het betaalde is terugbetaald aan de consument.

Zelfs in het – hier niet vaststaande – geval dat de consument eerder al een overeenkomst had gesloten met de in de stukken genoemde zwemschool [naam zwemschool], is niet komen vast te staan dat die overeenkomst rechtsgeldig – en dus met instemming van de consument – is overgenomen door de ondernemer via contractsvernieuwing. Door de ondernemer is ter zitting ook gemotiveerd weersproken dat tussen partijen sprake is geweest van contractsvernieuwing in die zin dat met toestemming van de consument, de ondernemer in de plaats is getreden van genoemde [naam zwemschool].

Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd om het geschil te behandelen en om daarin te beslissen middels bindend advies.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, en de heer J.G. Boelens MSm, leden, op 8 september 2022.