Commissie: Energie
Categorie: Afsluiting
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
22506
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de afsluiting van de levering van gas en elektriciteit. De consument heeft op 23 juni 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Hij is onrechtmatig afgesloten in oktober 2008 na een langslepend conflict. De ondernemer heeft niet de mogelijkheid geboden om aan de deur het gevorderde bedrag te betalen en heeft misbruik gemaakt van zijn machtspositie door de consument af te sluiten. Verder heeft de ondernemer geweigerd een compromis te sluiten om deze procedure te voorkomen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. In het verweerschrift gaat de ondernemer niet in op de essentie. Op 1 januari 2008 heeft de consument met de ondernemer afspraken gemaakt en daar houdt de ondernemer zich niet aan; er is toen een nieuw contract afgesloten. De consument is ten onrechte afgesloten en heeft ten onrechte een bedrag van € 738,53 moeten betalen. Hij heeft alleen betaald om zo snel mogelijk weer aangesloten te worden en niet omdat hij het met de gang van zaken eens was. Hij heeft verschillende keren gevraagd om het contract met de netbeheerder, maar die is er niet. Het belang dat de consument heeft bij een dergelijk schriftelijk stuk is niet meer aan de orde; de enkele weigering van de ondernemer om een dergelijk stuk te geven zegt genoeg. De consument verlangt terugbetaling van het door hem op 16 oktober 2008 betaalde bedrag van € 738,53. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer, die zegt te handelen in opdracht van en als vertegenwoordiger van de leverancier en de netbeheerder, luidt in hoofdzaak als volgt. De consument betaalde tot september 2007 geen enkele factuur die hem vanaf mei 2007 werd gezonden in opdracht van de netbeheerder. In december 2007 werden afspraken gemaakt daarover, maar de consument hield zich niet aan die afspraken. Als gevolg van betalingsachterstanden van de consument die toen zijn ontstaan, stuurde de ondernemer hem een brief gedateerd 29 september 2008 waarin hij aankondigde dat de consument zou worden afgesloten als hij niet uiterlijk 6 oktober 2008 het dan openstaande bedrag van € 532,15 zou hebben betaald. Op 30 september 2008 ontving de ondernemer weliswaar een bedrag maar volledige betaling op 6 oktober 2008 bleef uit. Op 15 oktober 2008 bracht de ondernemer een bezoek aan het adres van de consument om het bedrag van inmiddels € 519,73 contant aan de deur te incasseren of in opdracht van de netbeheerder af te sluiten. Op dat adres werd een huisgenoot van de consument aangetroffen die het te incasseren bedrag niet wenste te betalen en de gelegenheid bood aan de ondernemer om binnenshuis af te sluiten. De ondernemer liet weten dat voor heraansluiting het openstaande bedrag moest worden betaald. De consument komt stelselmatig zijn betalingsverplichtingen niet na met betrekking tot de overeenkomst die partijen zijn aangegaan. De consument heeft vanaf mei 2006 een overeenkomst met de netbeheerder voor transport van elektriciteit en gas die voortvloeit uit de overeenkomst van de consument met de energieleverancier. De afsluiting waartegen de consument opkomt heeft hij over zich zelf afgeroepen. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Hij ontkent dat er met de consument op 1 januari 2008 afspraken zijn gemaakt en betwist dat er met ingang van die datum een nieuw contract zou zijn aangegaan zoals de consument aangeeft. In 2007 is de consument alles kwijtgescholden wat toen openstond. De vordering van de netbeheerder, die in deze procedure aan de orde is, is niet betaald door de consument. Er is geen schriftelijk contract waaruit blijkt dat er tussen de consument en de netbeheerder een overeenkomst is afgesloten. Op grond van de geldende voorwaarden heeft de consument de leverancier gemachtigd om een contract voor zijn levering af te sluiten met de netbeheerder. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uit hetgeen de consument naar voren heeft gebracht in het kader van deze procedure maakt de commissie op dat de consument betwist dat de netbeheerder in oktober 2008 een bedrag van hem te vorderen had op grond van afspraken die de consument zegt te hebben gemaakt in januari 2008. Naar het oordeel van de commissie is uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken niet aannemelijk geworden dat een dergelijke afspraak is gemaakt. De ondernemer betwist dat ten stelligste en de consument heeft zijn stelling niet met feiten en omstandigheden onderbouwd, zodat een feitelijke toets van hetgeen hij heeft betoogd niet mogelijk is. Voor zover de consument meent dat afsluiting niet mogelijk is omdat een schriftelijk contract, waarin de overeenkomst tussen hem en de netbeheerder staat vermeld, ontbreekt overweegt de commissie dat een dergelijk standpunt onjuist is. Tussen partijen staat als onweersproken vast dat aan de consument energie is geleverd. De netbeheerder heeft het transport van die energie mogelijk gemaakt en dient daarvoor te worden betaald. Nu de consument geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd ter betwisting van hetgeen door de ondernemer is aangevoerd over de vordering die aan de afsluiting ten grondslag heeft gelegen, staat ook die vordering vast. Gelet op wat hiervoor is overwogen is naar het oordeel van de commissie niet aannemelijk geworden dat van een onrechtmatige afsluiting als door de consument is betoogd, sprake is geweest. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 4 augustus 2009.