Commissie: Makelaardij
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
46469
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de tussen partijen op 20 november 2008 schriftelijk tot stand gekomen Opdracht tot bemiddeling bij verkoop van de woning van de consument. De ondernemer heeft een factuur gezonden aan de consument d.d. 9 juni 2010 voor een bedrag van € 1.212,61, inclusief BTW, betreffende advertentiekosten, opstartkosten en kosten kadastrale recherche. De consument heeft een bedrag van € 1.200,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 1 februari 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De woning staat niet te koop zoals is overeengekomen. De ondernemer heeft de verkoopborden uit de tuin weggehaald en er wordt nu uitsluitend via funda geadverteerd. De ondernemer heeft een tussentijdse factuur gezonden terwijl is overeengekomen dat er alleen gefactureerd zou worden bij verkoop van de woning. De ondernemer stelt dat tijdelijke verhuur strijdig is met de bemiddelingsovereenkomst, maar de consument moet dit wel doen om zijn schade te beperken. De woning staat al meer dan twee jaar te koop en de consument is reeds verhuisd. De ondernemer heeft de vraagprijs verkeerd ingeschat en nu adviseert hij om de vraagprijs met 20% te verminderen. Ten onrechte heeft de ondernemer aan een gegadigde te kennen gegeven dat de woning wegens verhuur uit de verkoop gaat. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wel degelijk heeft de ondernemer meegeholpen aan verhuur van de woning. In de opdracht staat dat in dit geval courtage is verschuldigd. Natuurlijk zijn er gegadigden voor een marktconforme prijs. De consument gaat echter niet akkoord met verlaging van de vraagprijs, ondanks aandringen van de ondernemer. In 2008 was er sprake van een andere markt dan in 2010; de prijs is hierdoor gedaald. In 2005 stond de woning bij een andere makelaar ook al te koop voor een te hoge prijs. De collega deelde mede dat de consument dit wenste. De ondernemer heeft voorgesteld om alle kosten kwijt te schelden en haar nota dus in te trekken. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie ziet geen reden tot ontbinding van de Opdracht. Onvoldoende is komen vast te staan dat de ondernemer tekort is geschoten in de nakoming van (een van) zijn verbintenissen. De ondernemer betwist immers inhoudelijk de argumenten van de consument. Duidelijk is geworden dat de consument in een dalende markt categorisch weigert de vraagprijs te verlagen, ondanks aandringen van de ondernemer. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de ondernemer tekort schiet. De onderhavige factuur ziet op kosten die de ondernemer in rekening heeft gebracht aan de consument ten behoeve van de verkoop. Niet is betwist dat deze kosten zijn gemaakt en op grond van de Opdracht door de consument zijn verschuldigd. Ter zitting is gebleken dat partijen nog altijd aan de Opdracht zijn gebonden. Het bleek niet mogelijk dat een van partijen de Opdracht opzegt. De ondernemer heeft om die reden voorgesteld om alle kosten kwijt te schelden en zijn nota in te trekken. Nu de consument hierop niet is ingegaan maar de procedure heeft voortgezet komt hij terug op dit voorstel en verlangt hij betaling van de nota. De commissie constateert dat de impasse tussen partijen aldus voortduurt. Partijen wordt aangeraden rond de tafel te gaan om een oplossing te bedenken. De klacht is ongegrond. Beslissing Het bedrag van € 1.200,– dient uit het depot aan de ondernemer te worden betaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 25 maart 2011.