Commissie: Wonen
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
38650
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een medio september 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en aanbrengen van een troffelvloer in de woonkamer, keuken en entree tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.300,–. De levering vond plaats op of omstreeks 20 november 2008 (eerste oplevering (d.d. 9 oktober 2009 tweede oplevering)). De consument heeft een bedrag van € 1.300,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft in november 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Na oplevering troffelvloer in november 2008 bleken er duidelijke veegbanen zichtbaar te zijn. Na overleg zou de ondernemer de vloer herstellen. In september 2009 en oktober 2009 heeft ondernemer vier maal de vloer geschuurd en gelakt, echter zonder gewenst resultaat. Naar de mening van de consument ziet de vloer er nog slechter uit dan voorheen. De oneffenheden in de vloer zijn thans meer zichtbaar dan voorheen. In plaats van een natuursteenachtige uitstraling die de vloer had en zou moeten hebben (zonder veegbanen) ziet de vloer er uit als een linoleumvloer (met vegen en beschadigde banen). Bovendien is de vloer door de vele aangebrachte lagen zeer glad. De consument verlangt terugbetaling van € 5.000,– en verwijdering van de troffelvloer op kosten van de ondernemer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De tenaamstelling van de offerte en de factuur is [naam onderneming]. Naar de mening van de ondernemer is de vloer bedrijfsmatig gekocht en niet als consument. Gelet hierop is de ondernemer van mening dat de commissie in deze aangelegenheid niet bevoegd is. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Aan de hand van de beperkte stukken heeft de commissie kunnen constateren dat de offerte en de factuur op naam staan van [naam onderneming]. De werkzaamheden hebben plaatsgevonden op een privé-adres. De betaling is verricht van een privé-rekening van consument. Uit de schaarse correspondentie bestaat bij de commissie niet de indruk dat hier sprake zou zijn van een bedrijfsmatige aankoop. Hiertoe is naar de mening van de commissie geen overtuigend bewijs geleverd. Op grond van het voorgaande acht de commissie zich bevoegd het geschil te behandelen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 25 juni 2010.