Geen sprake van gebrek of productiefout. Rolgordijn voldoet aan eisen die daaraan gesteld mogen worden.

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 70266

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op een aantal momenten tussen 6 maart en 6 april 2012 tussen partijen totstandgekomen overeenkomsten. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en leggen c.q. ophangen van vloerbedekking en rolgordijnen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.755,39. De levering vond plaats op of omstreeks de periode tussen 23 maart 2012/17 april 2012.   Het geschil gaat over de vraag of de geleverde vloerbedekking en de geleverde rolgordijnen voldoen aan de eisen, die de consument daaraan mag stellen. De consument heeft op of omstreeks 30 maart 2012 dan wel 10 april 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft twee klachten, één betreffende door de ondernemer geleverde vinyl vloerbedekking, één betreffende duorolgordijnen.   Het geschil met betrekking tot de vloerbedekking is opgelost.   De banen in de rolgordijnen lopen niet geheel parallel, de banen golven. Naar aanleiding van de klacht is de ondernemer naar de rolgordijnen komen kijken, samen met een vertegenwoordiger van de fabrikant. Uiteindelijk is aan de consument meegedeeld dat het een producteigenschap betreft en dat de afwijking binnen de toegestane norm ligt.   De gordijnen zijn echter niet in overeenstemming met datgene, wat de consument op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Als sprake zou zijn van een producteigenschap had de ondernemer de consument daar ook op moeten wijzen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De banen van het rolgordijn lopen aan de bovenzijde tegen elkaar aan, maar wijken naar beneden toe af, de afstand van het voorste gordijn golft ten opzichte van het achterste gordijn. Daardoor ontstaan kieren, wat doorlaten van licht tot gevolg heeft.   De consument is van mening dat dit niet mag voorkomen.   De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst voor wat betreft de rolgordijnen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Het geschil met betrekking tot het vinyl is opgelost.   De afwijking van de rolgordijnen is binnen de daarvoor geldende normen. Van een gebrekkig product is dan ook geen sprake. Mocht dat wel zo zijn dan dient vanwege de geringe omvang van de afwijking het recht op vervanging en/of schadevergoeding uitgesloten of beperkt te worden.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Datgene waar de consument over klaagt betreft een normaal verschijnsel bij het betreffende product. Als er al sprake is van enige geringere afstand van het ene deel van het gordijn tot het andere dan is de afwijking zo gering dat die volgens handelsgebruik toelaatbaar is. Bovendien is geen sprake van verduisterend materiaal, waarbij altijd enig licht zichtbaar blijft. De stof die gebruikt is kan reageren op wisselende luchtvochtigheid, hetgeen een producteigenschap is en derhalve geen gebrek.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De gordijnen hebben een strakke uitstraling. Het gordijn is echter wel van een textiel product gemaakt. Textiel heeft altijd een licht los vallend karakter. Dat is de charme van stoffen van textiel. Doordat de twee lagen stof bovenin het rolgordijn samen komen en onderin door middel van een verzwaringsbalkje ongeveer 2 cm uit elkaar hangen, is het effect van niet 100% parallel lopen in het midden (ongeveer 80 cm onder ooghoogte) bij een geheel gesloten gordijn (wanneer het gordijn helemaal is afgerold) het duidelijkst waarneembaar.   Dit effect is te verwachten bij dit type rolgordijnen die een zachte en soepele valling hebben waarbij de uitstraling toch strak is. Textiel is een product waar beweging en lichte valling gebruikelijk is.   Ervaring met dit product leert dat elk gordijn van dit type het verschijnsel wat hierboven is omschreven heeft.   Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de geconstateerde gebreken bijna niet te zien.   Herstel is technisch niet mogelijk, het betreft een producteigenschap.   De gordijnen hangen in het gehele appartement. Aan de keukenkant is de aanpalende ruimte overdekt en verlicht (een binnenhal). Doordat hier ’s avonds verlichting brandt is het effect wanneer de consument de gordijnen daar sluit, door naar binnen vallend licht, waarschijnlijk duidelijker waarneembaar dan wanneer de buitenzijde donker is.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie dient te beoordelen of het geleverde rolgordijn wel of niet voldoet aan de eisen, die de consument daaraan mag stellen.   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft gerapporteerd dat geen sprake is van een gebrek, maar van een eigenschap die verbonden is aan de gebruikte stof. Datgene waarover de consument klaagt is volgens de deskundige ook bijna niet te zien.   De commissie is op grond daarvan van oordeel dat het geleverde rolgordijn geen gebrek vertoont, er is geen sprake van een productiefout. Het rolgordijn gedraagt zich wellicht iets anders dan de consument zich had voorgesteld, maar de commissie is op grond van de rapportage van de deskundige van oordeel dat het rolgordijn voldoet aan de eisen, die daaraan gesteld mogen worden.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 7 december 2012.