Geen sprake van misleidende informatie op website van ondernemer

De Geschillencommissie




Commissie: NLconnect Internet TV en Bellen    Categorie: Informatie    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 93279/129628

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt over informatie die op de website van de ondernemer staat, die volgens de consument misleidend is. Op de website van de ondernemer zijn een aantal vernieuwingen aangekondigd, waaronder de mogelijkheid om televisie te kijken op de laptop. De consument wil de overeenkomst met de ondernemer beëindigen. De ondernemer stelt dat zij altijd transparant zijn geweest in de communicatie en de consument op de hoogte gehouden is van de ontwikkelingen. Volgens de commissie is de stelling van de consument onvoldoende onderbouwd. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de (niet) beëindiging van een leveringsovereenkomst van telecommunicatie.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is met de ondernemer op 21 januari 2021 een overeenkomst aangegaan. Op die datum is bij de consument thuis glasvezel geïnstalleerd door de ondernemer.

De ondernemer belooft op zijn website dat vanaf 1 september 2020 een aantal vernieuwingen wordt uitgerold, waaronder televisiekijken op de laptop. Daarbij werd niet vermeld welke activiteiten op welke datum een feit zouden zijn. Hiermee is sprake van onduidelijke, misleidende informatie. Op grond hiervan wil de consument het contract beëindigen, maar de ondernemer stelt hem in het ongelijk.

De consument verlangt beëindiging van de overeenkomst.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft zijn standpunt onvoldoende onderbouwd voor ontbinding van het contract. Juist is dat het lanceren van pc-tv lang heeft geduurd, maar de ondernemer is altijd transparant in de communicatie geweest en heeft geprobeerd klanten op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen. In dit geval was de specifieke communicatie wellicht voorbarig door de relatief lange doorlooptijd. De consument heeft misleidende communicatie als argument gebruikt om onder het contract uit te komen.

De consument is bij de ondernemer klant geworden wetende dat pc-tv geen onderdeel is van de dienstverlening. Daarnaast heeft de consument voldoende mogelijkheid gehad zijn abonnement tijdig op te zeggen binnen de opzegtermijn, nadat hij heeft kunnen ervaren hoe de dienstverlening is zonder pc-tv.

Verzocht wordt de klacht af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Het geschil betreft de (niet) beëindiging van een leveringsovereenkomst van telecommunicatie. Artikel 6:193c, leden 1 en 2 BW bepaalt, voor zover van belang, dat een handelspraktijk misleidend is indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie, over een aantal onderwerpen, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.

Allereerst is aan de orde op welke datum de consument de overeenkomst met de ondernemer is aangegaan. De consument stelt in het vragenformulier dat dit op 21 januari 2021 is, maar dit standpunt wordt door hem niet onderbouwd. Voorts heeft de ondernemer aangevoerd dat de consument zich op 4 oktober 2019 heeft aangemeld, waarna de overeenkomst tot stand is gekomen. De consument heeft dit niet weersproken. Gelet hierop gaat de commissie ervan uit dat tussen partijen op of omstreeks 4 oktober 2019 de overeenkomst (hierna: de overeenkomst) tot stand is gekomen. Dat de ondernemer op 21 januari 2021 feitelijk is overgegaan tot het installeren van glasvezel bij de consument thuis leidt niet tot een ander oordeel. Gesteld noch gebleken is dat partijen ter zake een nieuwe overeenkomst zijn aangegaan en de bestaande overeenkomst hebben beëindigd.

De commissie is voorts van oordeel dat de consument zijn standpunt dat sprake is van onduidelijke, misleidende informatie niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd. De enkele stelling zoals die is opgenomen in het klachtenformulier, dat de ondernemer op zijn website belooft dat vanaf 1 september 2020 een aantal vernieuwingen wordt uitgerold, waaronder tv kijken op de laptop en daarbij niet vermeldt welke activiteiten op welke datum een feit zouden zijn, is te algemeen en daarom ontoereikend. Het standpunt dat daardoor sprake is van onduidelijke, misleidende informatie in de zin van voormeld artikel wordt reeds hierom gepasseerd.

Voor zover de consument heeft beoogd zijn eerdere argumenten in zijn brief aan de ondernemer van 21 maart 2021 ten grondslag te leggen aan de klacht overweegt de commissie het volgende. De consument stelt in die brief dat hij destijds bij het maken van een keuze welke provider het meest geschikt voor hem was heeft gekozen voor de ondernemer die ook tv-ontvangst op de laptop realiseert, met een uitrol vanaf 1 september 2020. Omdat op de site niet specifiek wordt vermeld welk aspect (tv-ontvangst op laptop, verbetering/uitbreiding van een aantal zenders) vanaf welke datum daadwerkelijk een feit zijn is de consument misleid. Als dit duidelijk op de site vermeld was, had hij de overstap niet gemaakt een geen overeenkomst gesloten, aldus de consument. De ondernemer heeft hiertegenover gesteld dat ten tijde van het aangaan van de overeenkomst nog geen sprake was van pc-tv als mogelijkheid en dat hij, voor het eerst, op 21 juli 2020 heeft gecommuniceerd dat vanaf 1 september 2020 gefaseerd nieuwe diensten worden geïntroduceerd, waaronder pc-tv, een gratis dienst erbij, en dat pc-tv op 27 mei 2021 officieel is gelanceerd.

De consument heeft hier niets tegenin gebracht, zodat de commissie uitgaat van de juistheid van het verweer van de ondernemer. Niet is daarom gebleken dat de ondernemer de consument het leveren van de dienst pc-tv op het moment van aangaan van de overeenkomst in het vooruitzicht had gesteld. Evenmin is gebleken dat de ondernemer daarover onjuiste of onduidelijke informatie op de website heeft vermeld. Dit geldt ook voor de overige door de consument genoemde nieuwe diensten.

Gelet op het voorgaande gaat de commissie ervanuit dat op of omstreeks 4 oktober 2019 nog geen sprake was van genoemde nieuwe diensten en de consument de overeenkomst is aangegaan zonder de kennis dat pc-tv en de overige nieuwe diensten in het aanbod van diensten van de ondernemer zat. Conclusie is dat de consument geen besluit over de overeenkomst heeft genomen of kon nemen, dat hij anders niet had genomen als bedoeld in voormeld artikel. Van een handelspraktijk die misleidend is, is daarom geen sprake.

Hieraan wordt toegevoegd dat de ondernemer, onweersproken, heeft aangevoerd dat, terwijl de consument op 21 januari 2021 is aangesloten op de nieuwe diensten van de ondernemer en tot 4 februari 2021 gebruik kon maken van de bedenktermijn en het contract kon opzeggen, terwijl pc-tv toen niet actief was, de consument hiervan geen gebruik heeft gemaakt. Voorts is als onweersproken komen vast te staan dat de ondernemer op 10 maart 2021 de klanten waaronder de consument de mogelijkheid heeft geboden in een pilot gebruik te maken van pc-tv, maar dat de consument hiervan evenmin gebruik heeft gemaakt. Dit is niet te rijmen met de stellingen van de consument dat die nieuwe diensten bij een overstap dermate belangrijk voor hem waren, zoals hij nu stelt en waaraan hij de hiervoor genoemde conclusies (onduidelijke informatie en misleiding) en gevolgen (ontbinding van de overeenkomst) verbindt.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie NLconnect Internet TV en Bellen, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer J.J. Burgs, de heer mr. M. Nieuwenhuijs, leden, op 3 december 2021.