Geen sprake van totstandkoming overeenkomst door gebrek wilsovereenstemming

De Geschillencommissie




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Overeenkomst / Totstandkoming / Wilsovereenstemming    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 161981/168424

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument wil glasvezel hebben van de ondernemer. Het geschil gaat over het al dan niet verschuldigd zijn van een vastrechtvergoeding. De ondernemer is van mening dat de consument een vastrechtvergoeding verschuldigd is, omdat de consument in het door de ondernemer aangewezen buitengebied woont. De consument is van mening dat hij niet in een buitengebied woont, nu hij binnen de bebouwde kom woont. De commissie is van oordeel dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. Nu er geen schriftelijke overeenkomst is en partijen van mening verschillen over zogenoemde kernbedingen, oordeelt de commissie dat er geen wilsovereenstemming is bereikt. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 juni 2022 te Den Haag.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de vraag of de consument een vastrechtvergoeding verschuldigd is wegens aanleg van een glasvezelkabel naar zijn woning.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument woont binnen de bebouwde kom van gemeente Zevenhuizen en hij wil glasvezel hebben van de ondernemer. Consument stelt dat hij geen vergoeding heeft afgesproken van € 16,50 per maand bovenop het abonnement. De ondernemer noemt de plek waar de consument woont, “buitengebied” en rekent € 16,50 per maand vastrechtvergoeding. Kennissen van consument in Zevenhuizen zijn ook naar de ondernemer overgestapt en hoeven dit bedrag niet te betalen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is op 27 januari 2022 naar een tijdelijke vestiging (mobiel glasvezelinformatiepunt) van de ondernemer gegaan en heeft daar afspraken gemaakt voor een abonnement en voor de aanleg van een glasvezelkabel naar zijn woning. Hij heeft uitleg gekregen van het feit dat de ondernemer zijn woning gelegen acht in ”buitengebied”, zoals de ondernemer dat definieert (dat niet gelijk loopt met de definitie die de gemeente hanteert voor “bebouwde kom”). De ondernemer vraagt voor aanleg in het buitengebied een eenmalige vergoeding van € 1.900,– of een maandelijks bedrag dat de ondernemer vastrechtvergoeding noemt. Van de instemming van consument met de vastrechtvergoeding is aantekening gemaakt in het administratief systeem van de ondernemer. De ondernemer heeft de gemaakte afspraken, ook ten aanzien van de aanleg van de glasvezelkabel en de vastrechtvergoeding, aan de consument per e-mail bevestigd. Eerst nadat consument van de ondernemer de bevestiging kreeg van de gemaakte afspraken, waaronder de vastrechtvergoeding, heeft hij bezwaar tegen dat laatste gemaakt. De ondernemer wijst de vordering dan ook af.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Weliswaar stelt de consument dat hij digitaal een overeenkomst met de ondernemer heeft gesloten, maar daarvan is niets gebleken. Kennelijk zijn op 27 januari 2022 in de tijdelijke vestiging van de ondernemer mondelinge afspraken tussen partijen gemaakt die de ondernemer daarna per e-mail heeft bevestigd. De consument erkent een overeenkomst gesloten te hebben ten aanzien van een abonnement, maar niet ten aanzien van de aanleg van een glasvezelkabel waarbij hij een vergoeding diende te betalen. Wat in de gesprekken op 27 januari 2022 ten aanzien van de aanleg van een glasvezelkabel afgesproken is, staat niet vast. De consument heeft ter zake zich beperkt tot zijn visie, de ondernemer heeft de aantekeningen in zijn interne systemen overgelegd. Er is geen door beide partijen ondertekende overeenkomst, hetgeen te betreuren valt.

Nu niet is komen vast te staan wat mondeling afgesproken is en partijen daarover van mening verschillen, kan de conclusie niet anders zijn dan dat er geen overeenkomst betreffende de aanleg van een glasvezelkabel, waarbij de consument een vastrechtvergoeding verschuldigd is, tot stand gekomen is. Immers de prijs in een dergelijke overeenkomst behoort tot de essentialia daarvan en zo partijen van mening verschillen over de overeengekomen prijs is er geen wilsovereenstemming bereikt.

In feite betoogt de consument ook dat de ondernemer de glasvezelkabel dient aan te leggen zonder dat de consument daarvoor een vastrechtvergoeding verschuldigd is, zoals dat het geval is voor bewoners van de kern van zijn gemeente. De discussie tussen partijen spitst zich toe op de vraag of de consument in een buitengebied woont. Dat de ondernemer een andere definitie van “buitengebied” hanteert dan de gemeente, staat haar als commerciële partij vrij. De consument kan zich dan ook niet beroepen op de gemeentelijke definitie.

De commissie maakt ten overvloede melding van het aanbod van de ondernemer om uit coulance desgewenst in elk geval de overeenkomst betreffende het abonnement te ontbinden.

Uit het voorgaande volgt dat er geen overeenkomst tussen partijen gesloten is betreffende de glasvezelkabel. Consument behoeft de vastrechtvergoeding niet te betalen en ook de ondernemer heeft daar geen recht op. De kabel wordt niet aangelegd. Indien de consument toch die kabel aangelegd wil hebben, zal hij een overeenkomst met de ondernemer moeten sluiten op de voorwaarden van de ondernemer, dat wil zeggen met inbegrip van een vastrechtvergoeding.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer B. van der Rhee en de heer mr. P. P. van der Neut, leden, op 8 juni 2022.