Gehanteerde termijn voor doorvoeren van tussentijdse tariefswijziging van energieovereenkomst is te kort

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 133164/146300

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de door de ondernemer gehanteerde termijn van 7 dagen voor het doorvoeren van een tussentijdse wijziging van de tarieven van zijn overeenkomst met variabele tarieven met de ondernemer. Volgens de consument is er geen sprake van een tijdige aankondiging en een redelijke termijn. Volgens de ondernemer is de verplichting om de consument tijdig te informeren over een tariefswijziging een open norm. De ondernemer vindt een termijn van 7 dagen, gezien de omstandigheden, ruim voldoende. De commissie oordeelt dat de aankondiging van de tariefswijziging niet op tijd en niet binnen een redelijke termijn is geweest. Het belang van de ondernemer om op een zo kort mogelijke termijn een wijziging van de tarieven door te voeren weegt niet op tegen het belang van de consument om een doordachte beslissing te nemen. Het stond de ondernemer alleen vrij om na de aankondiging van de wijziging deze te uit te voeren na een termijn van 30 dagen. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de aankondiging van een tussentijdse tarievenwijziging van gas en elektriciteit door de ondernemer aan de consument.

De consument heeft de klacht aan de ondernemer voorgelegd.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 23 september 2021 kreeg de consument een bericht van de ondernemer dat deze een tussentijdse tariefwijziging ging doorvoeren per 1 oktober 2021. De consument had aldus minder dan een week de tijd om een keuze te maken om de overeenkomst voort te zetten dan wel een andere leverancier te zoeken. Naar de mening van de consument is dat geen redelijke termijn. Hij kan niet binnen 6 dagen een goede indicatie van de markt krijgen en een andere leverancier zoeken. Daarbij komt dat voor de consument een opzegtermijn van 30 dagen geldt en het onredelijk is dat voor de ondernemer een andere termijn zou gelden.

De consument voelt zich misleid door de ondernemer. De ACM heeft geen toestemming gegeven voor deze gang van zaken.

De consument klaagt niet over de tussentijdse wijziging als zodanig, maar alleen over de redelijke termijn.

De consument verlangt dat de commissie uitspreekt dat de door de ondernemer gehanteerde termijn niet redelijk is en dat de tussentijdse verhoging ongedaan wordt gemaakt.

Ter zitting heeft de consument voor zover van belang nog het volgende naar voren gebracht.

De klacht gaat alleen over de redelijke termijn. Het is onduidelijk wat redelijk is. Normaal geldt een overstaptermijn van één maand. Nu mag je zonder termijn overstappen, maar het is in deze tijd moeilijk om over te stappen. De ondernemer heeft voor de aanzegging van de reguliere periodieke wijziging van de tarieven per 1 januari 2022 wel een termijn van één maand aangehouden.

Als er iets misgaat of als je op vakantie bent is een termijn van 6 dagen zo verstreken. Eén week is echt te kort. De ondernemer heeft geen toestemming van de ACM voor de tussentijdse wijziging en de aangehouden termijn, terwijl dat wel door de ondernemer wordt beweerd. De consument leest in het bericht van de ACM dat de aanzegging op 1 september 2021 had moeten worden gedaan.

Het gaat erom wanneer de termijn onredelijk is en wanneer dat niet het geval is.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De energiemarkt is voor consumenten complex, met name nu de prijzen op de energiemarkt vrij plotseling zijn geëxplodeerd. De ondernemer is geen prijsvechter en produceert deels ook eigen stroom, maar is ondanks dat afhankelijk van de marktprijzen.

De ondernemer neemt de consument niets kwalijk, het is ook lastig uit te leggen. De wijze waarop de ondernemer heeft gehandeld was onvermijdelijk en rechtmatig. Daarnaast stelt de leveranciersvergunning eisen aan de organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor de goede uitvoering van de taak van de ondernemer.

Door buitengewone omstandigheden was er de noodzaak de tarieven voor gas en elektra aan te passen. De prijzen stegen exceptioneel en de markt is nog steeds zeer onrustig. Door de enorme prijsstijgingen kan de ondernemer de tarieven tussentijds, naast de reguliere, tweejaarlijkse wijziging, wijzigen. De verplichting om vervolgens tijdig een consument te informeren over een tariefswijziging is een open norm. Mede gezien de omstandigheden op de energiemarkt kwalificeert de ondernemer een termijn van 7 dagen als ruim voldoende. In de persoonlijke informatiebrief aan de consument heeft de ondernemer ook aangegeven geen opzegtermijn te zullen hanteren. Dit is eveneens ruim voldoende en is een zeer klantvriendelijke oplossing. De consument heeft zich als klant bij de ondernemer gemeld via een prijsvergelijker. De consument is dus goed op de hoogte en kan binnen 7 dagen een keuze maken door de verschillende tarieven te vergelijken. In september 2021 waren bij prijsvergelijkers nog 33 leveranciers actief met aanbiedingen. Het verheugt de ondernemer dat de consument nog steeds klant bij hem is.

De ondernemer heeft aan de vereisten voldaan, te weten tijdig en van tevoren te informeren en dit persoonlijk te doen. De ondernemer ziet dan ook geen reden om de informatie e-mail ongedaan te maken. De ondernemer heeft de voorschotbedragen die aan de consument in rekening worden gebracht niet gewijzigd, maar wel de consument geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de tariefsverhoging.

Bij tariefwijzigingen moet de ondernemer deze melden bij de ACM en in geval van een tweejaarlijkse wijziging een termijn van 4 weken voor de effectuering in acht nemen. Een tussentijdse wijziging als de onderhavige kan zelfs nog op de dag van de effectuering worden gemeld. Tevens toetst de ACM de opgegeven tarieven aan de norm: ‘redelijke tarieven’. De ondernemer heeft de gewijzigde tarieven tijdig aan de ACM gemeld en daarover van de ACM geen opmerkingen ontvangen. Van misleiding door de ondernemer is geen sprake, zoals blijkt uit de door de ondernemer overgelegde berichten van de ACM.

Ter zitting heeft de ondernemer voor zover van belang nog het volgende naar voren gebracht.

De ondernemer heeft de klacht van de consument zeer serieus genomen. De in aanmerking te nemen omstandigheden waren destijds buitengewoon. De Algemene Voorwaarden, (“AV”), voorzien in de mogelijkheid om in dat geval een tussentijdse wijziging door te voeren. Op 6 oktober 2021 was sprake van stilstand van de markt. Een periode van 7 dagen biedt voldoende ruimte om te beslissen om al dan niet over te stappen. Ook twee andere leveranciers hebben hun tarieven tussentijds gewijzigd. De ondernemer dient ervoor te waken dat zijn bedrijf gezond blijft. De toezichthouder heeft geconstateerd dat sprake was van buitengewone omstandigheden. Het argument dat de consument op vakantie had kunnen zijn is niet valide. Als de consument dat kenbaar had gemaakt was een regeling mogelijk geweest. De doorgevoerde wijziging was noodzakelijk en moest snel worden doorgevoerd.

Een termijn van 30 dagen geldt alleen als een opzegtermijn van 30 dagen wordt gehanteerd. Het is juist dat geen sprake is geweest van een afspraak als bedoeld in artikel 19 lid 3 van de AV om de tarieven tussentijds te veranderen.

De financiële huishouding van de ondernemer moet op orde zijn. Uit de berichtgeving van de ACM heeft de ondernemer afgeleid dat ook een termijn van 7 dagen redelijk is. Te meer omdat geen opzegtermijn wordt gehanteerd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In deze zaak klaagt de consument over de door de ondernemer gehanteerde termijn van 7 dagen voor het doorvoeren van een tussentijdse wijziging van de tarieven van zijn overeenkomst met variabele tarieven met de ondernemer.

De consument betwist dat sprake is van een tijdige aankondiging en van redelijke termijn.

De ondernemer voert gemotiveerd verweer.

De commissie stelt voorop dat op grond van het bepaalde in de AV, artikel 19, en de productvoorwaarden, artikel 14, de ondernemer de mogelijkheid heeft om de variabele tarieven, buiten de overeengekomen wijzigingstijdstippen, te wijzigen als de marktomstandigheden daartoe aanleiding geven. Deze voorgenomen tussentijdse wijziging dient wel aan de ACM te worden gemeld, hetgeen, zo blijkt uit de overgelegde correspondentie tussen de ondernemer en de ACM, is gebeurd. Uit die correspondentie blijkt niet van bezwaren tegen de tussentijdse wijziging, die heeft de consument in dit geschil ook niet, maar daaruit blijkt naar het oordeel van de commissie evenwel niet dat de ACM akkoord is gegaan met de termijn tussen de aankondiging en de ingangsdatum van de door te voeren wijziging.

De tussenconclusie is dan ook dat het de ondernemer vrijstond om de tarieven tussentijds te wijzigen.

Vervolgens is het de vraag of de ondernemer bij de aankondiging van de wijziging van de tarieven dit in overeenstemming met de geldende AV en productvoorwaarden, dat wil zeggen tijdig en met inachtneming van een redelijke termijn, heeft gedaan.

Naar het oordeel van de commissie is dat niet het geval.

De commissie stelt vast dat geen sprake is geweest van een afspraak tussen partijen als bedoeld in artikel 19 lid 3 van de AV om de tarieven te wijzigen. Voorts is naar de mening van de commissie geen sprake van een door de ondernemer in acht genomen redelijke termijn. Naar het oordeel van de commissie dient voor de beoordeling van de redelijkheid van de termijn aansluiting te worden gezocht bij de opzegtermijn die in de meeste gevallen voor de consument geldt, te weten een termijn van 30 dagen. Niet goed valt in te zien waarom de consument akkoord moet gaan met een zeer korte termijn en hij daarvoor wel gebonden was aan een opzegtermijn van 30 dagen. De omstandigheid dat de ondernemer in dit geval geen opzegtermijn hanteert, maakt dit niet anders, omdat die omstandigheid vanzelfsprekend niet meebrengt dat de aankondiging van de wijziging tijdig is gedaan. Ook is de commissie van oordeel dat het hanteren van een korte termijn tot gevolg kan hebben dat consument van de aankondiging niet tijdig kennis had kunnen nemen, bijvoorbeeld door ziekte of vakantie, en de facto dus in het geheel niet op de hoogte was van de voorgenomen tariefwijziging. De opmerking van de ondernemer dat er in die gevallen altijd een regeling kan worden getroffen overtuigt de commissie niet, nu deze toezegging de consument geen dan wel onvoldoende duidelijkheid biedt.

Tenslotte is de commissie van oordeel dat het belang van de ondernemer om op een zo kort mogelijke termijn een wijziging van de tarieven door te voeren niet opweegt tegen het belang van de consument om voor dat geval een weloverwogen beslissing te nemen, te meer nu de energiemarkt voor veel consumenten ondoorzichtig is en bij de consument de verwachting is gewekt dat de tarieven slechts 2 maal per jaar kunnen worden gewijzigd. Daarbij is ook van belang dat de ondernemer weliswaar het belang van de voorgenomen wijziging heeft gemotiveerd, maar niet duidelijk heeft gemaakt dat een langere termijn om deze te effectueren tot financiële problemen voor haar zal leiden. Bovendien heeft de ondernemer aangegeven dat slechts enkele leveranciers, te weten twee andere leveranciers, tot een tussentijdse wijziging zijn overgegaan. Het ligt dan ook in de verwachting dat een termijn van 30 dagen tussen de aankondiging en de effectuering daarvan een remmende werking op tussentijdse wijzigingen zal leiden, hetgeen de commissie als wenselijk beschouwd.

De slotsom is dat het de ondernemer slechts vrijstond om na de aankondiging van de wijziging deze te effectueren met inachtneming van een termijn van 30 dagen na 23 september 2021. Dit betekent dat tot dat moment de oude tarieven zijn blijven gelden en dat na ommekomst van die termijn de nieuwe tarieven in rekening mogen worden gebracht. Een wijziging ingaande 1 oktober 2021 had derhalve op 1 september 2021 aan de consument moeten worden aangekondigd.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gegrond.

Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing
De commissie verklaart voor recht dat de ondernemer bij het doorvoeren van een niet reguliere tussentijdse wijziging van de variabele energietarieven een termijn van 30 dagen in acht dient te nemen. De ondernemer dient dit op de jaarafrekening duidelijk en inzichtelijk te maken.

De commissie wijst het meer of anders verzochte af.

Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld ad € 52,50 aan de consument te vergoeden.

Overeenkomstig het regelement van de commissie zal aan de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten in rekening worden gebracht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, H.W. Zuur en R.A. Timmer, leden, op 11 maart 2022.