Geherstoffeerde bank voldoet niet aan verwachtingen van consument

De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 121444/129395

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt in de kern dat de ondernemer een ondeugdelijk ge(her)stoffeerde bank heeft afgeleverd althans tekort is geschoten door herstoffering met een stof die niet aan de verwachtingen voldoet. De ondernemer verzoekt kort gezegd ongegrondverklaring van de klacht en veroordeling van de consument in de kosten van deze klachtprocedure. Op grond van de door de deskundige gerapporteerde professionele waarnemingen en vaststellingen staat voor de commissie vast dat de ondernemer bij zijn werkzaamheden de zorg in acht in heeft genomen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mocht worden verwacht. Uit het deskundigenrapport volgt dat de verwerkte stof de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik nodig zijn. Voor zover de consument bij het sluiten van de overeenkomst zelf onjuiste verwachtingen heeft gehad, maakt dat de overeenkomst nog niet aantastbaar. De commissie is van oordeel dat de klacht ongegrond is.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit de in oktober 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst.
Daarbij heeft de ondernemer zich verbonden om in opdracht van de consument een tweezitsbank
(hierna: bank) te herstofferen en op te leveren tegen een betaalde prijs van € 1.479,–. De aflevering
bij de consument heeft plaatsgevonden op 30 maart 2020.

Standpunt van de consument
Het ter zitting toegelichte standpunt van de consument luidt in hoofdlijn als volgt.
Op 30 maart 2020 is de bank afgeleverd die opnieuw gestoffeerd was. De ondernemer heeft de door
de consument oorspronkelijk gewenste ribstof afgeraden en adviseerde de uitgekozen stof, waarvan
de consument jarenlang plezier hoopte te hebben.

Op 25 oktober 2020 heeft de consument al bij de ondernemer gemeld dat de stof er op de zitplaatsen
versleten uit begon te zien. Daarna heeft de ondernemer contact opgenomen met de leverancier en
aan de consument allerlei informatie gegeven over de kenmerken van de stof.
De ondernemer heeft een voorstel gedaan, maar daarbij moet de consument weer zo’n € 1.100 ,–
besteden en dat wil de consument niet.

Zoals ter zitting toegelicht, verlangt de consument ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling
van de betaalde prijs.

Standpunt van de ondernemer
Het ter zitting toegelichte standpunt van de ondernemer luidt in hoofdlijn als volgt.
Toen de consument interesse toonde in herstoffering van zijn bank, heeft ondernemer diverse boeken
met stofstalen meegegeven zodat hij thuis kon uitzoeken. Daarin waren ook de stofeigenschappen
opgenomen. Op basis van de door de consument uitgekozen stof heeft de ondernemer een offerte
uitgebracht, die de consument akkoord heeft bevonden onder voorbehoud dat de werkzaamheden
begin 2020 uitgevoerd zouden worden. Na een onverwachte mail dat de consument een nieuw huis
had gekocht, is de afspraak toen in overleg gepland op 16 maart 2020.

Toen de consument daarna op 29 januari 2020 vroeg of de stof al besteld is, heeft de ondernemer
geantwoord dat de stof inderdaad al was besteld. Navraag bij de leverancier leerde toen dat deze de
gekozen stof voor slechts 50% zou willen crediteren met opnieuw verschuldigde verzendkosten.
Daarna is niet meer gesproken over een andere stof en de bank is conform afspraak op 16 maart
2020 door de ondernemer opgehaald en geherstoffeerd in de door de consument gekozen stof. De
bank is op 30 maart 2020 afgeleverd op het nieuwe adres van de consument.

Op 25 oktober 2020 schreef de consument in een email ‘nogal spijt te hebben van de stof’. De
consument gaf aan dat het aan het type stof zal liggen, maar dat hij er wel van baalt. Daarop heeft de
ondernemer de eigenschappen van de gekozen stof nogmaals uiteengezet, zoals deze ook
opgenomen zijn het eerder aan de consument eerder al meegegeven staalboek en waarop de
ondernemer bij de definitieve keuze voor deze specifieke stof ook heeft gewezen. Na overleg met de
leverancier heeft de ondernemer aan de consument nogmaals te kennen gegeven dat de klacht ziet
op een eigenschap van de stof, waar achteraf niets aan gedaan kan worden.

Uit coulance heeft de ondernemer aangeboden de bank opnieuw te stofferen en de stof daarbij tegen
de inkoopprijs te factureren alsmede een korting van € 200,– te verlenen ten aanzien van het
maakloon. De consument wenst echter kosteloos herstel dan wel ontbinding van de overeenkomst.
Daarna heeft de consument zijn rechtsbijstand ingeschakeld.

De ondernemer verzoekt kort gezegd ongegrondverklaring van de klacht en veroordeling van de
consument in de kosten van deze klachtprocedure.

Deskundigenrapport
De deskundige heeft in het rapport in hoofdlijn het volgende vastgesteld.

Vaktechnisch oordeel: De bank is volgens goed vakmanschap her-bekleed. De plooivorming (geen
onderdeel van de klacht) is te verwachten en valt ruim binnen de daarvoor aangehouden norm, bij dit
type banken bekleed met weefstof meubelstoffen. Het vervagen en vaal worden van de stof ontstaat
door regulier gebruik, waarbij de losse draden welke zijn mee getwijnd in de garens, door dit reguliere
gebruik min of meer pletten. De pletting zorgt daarbij voor een ander invallend- en reflecterend licht.
Daardoor ontstaat er een zitspiegel (de plek waar het meest wordt gezeten) in de zitting. Ook op de
rugleuning kan dit effect in meer of mindere mate ontstaan. Het effect zorgt voor een vintage-look.
Deze look wordt gezien als een trend waarin interieurs kunnen worden uitgevoerd. Of de
consumenten zich bewust zijn geweest van dit effect is bij deskundige niet bekend. Deskundige geeft
aan dat het effect een esthetisch effect is en geen enkele invloed heeft op de kwaliteit van de
meubelstof. Van slijtage is of verarming van de stof is hier dan ook geen sprake.

Klachtomvang: Gering
Herstel of reparatie is technisch mogelijk: De enige hersteloptie is om de bank in zijn geheel
opnieuw te bekleden met een ander type meubelstof met andere eigenschappen en
gebruikerseffecten.

Toelichting: Het is deskundige niet bekend of de ondernemer en de consumenten de
eigenschappen van de toegepaste stof tijdens het maken van de keuze hebben besproken.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.

De consument bekritiseert de deskundige en het deskundigenrapport, maar bij gebreke van serieuze
aanwijzingen die doen twijfelen aan de kundigheid van de deskundige of de zorgvuldigheid van het
uitgevoerde onderzoek zal de commissie uitgaan van de door de deskundige uitgebrachte rapportage.
De consument klaagt in de kern dat de ondernemer een ondeugdelijk ge(her)stoffeerde bank heeft
afgeleverd althans tekort is geschoten door herstoffering met een stof die niet aan de verwachtingen
voldoet.

Op grond van de door de deskundige gerapporteerde professionele waarnemingen en vaststellingen
staat voor de commissie vast dat de ondernemer bij zijn werkzaamheden de zorg in acht in heeft
genomen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mocht worden verwacht.
Uit het deskundigenrapport volgt verder dat de daarbij verwerkte stof de eigenschappen bezit die voor
een normaal gebruik nodig zijn. Dat de ondernemer vooraf bijzondere eigenschappen of garanties
heeft toegezegd, is niet (voldoende) aannemelijk geworden.

De consument verwijt de ondernemer te zijn tekort geschoten in de informatieplicht over de
toegepaste stof en ter zitting verwijst de (gemachtigde van de) consument hiervoor naar het vonnis
ECLI:NL:RBGEL:2019:6217, maar dat betrof geen vergelijkbaar geval. Kort samengevat werd in dat
vonnis een schending van de informatieplicht aangenomen omdat ten onrechte was nagelaten om het
bewuste effect als (algemeen bekend veronderstelde) producteigenschap te vermelden, maar hier
was die informatie juist wel verstrekt. De consument betwist de stelling van de ondernemer dat de
bewuste producteigenschap bij de aankoop zelf (nogmaals) is vermeld, maar dit kan verder
onbesproken blijven omdat deze in ieder geval was vermeld op de vooraf al aan de consument
meegegeven stalen. Zoals de consument ter zitting zelf heeft bevestigd, was het begrip van de
bewuste (ter zitting voorgelezen) tekst in de Duitse taal als zodanig voor (ook) de consument geen
enkel probleem. De consument heeft ter zitting aangegeven die op de meegekregen stalen vermelde
stofeigenschap toen niet te hebben bekeken, maar dat is een omstandigheid die niet aan de
ondernemer valt toe te rekenen en die voor risico van de consument zelf komt. Voor zover de
consument bij het sluiten van de overeenkomst zelf onjuiste verwachtingen heeft gehad, maakt dat de
overeenkomst nog niet aantastbaar.

Alles bij elkaar concludeert de commissie dat de klacht ongegrond is. Overeenkomstig het in het
Reglement van de commissie voorgeschreven uitgangspunt komen de door partijen in dit geding
gemaakte kosten voor ieders eigen rekening. Wat partijen verder nog aanvoeren, leidt niet tot andere
oordelen en kan onbesproken blijven.

Door de ondernemer gedane schikkingsvoorstellen zijn vervallen doordat de consument die niet tijdig
heeft aanvaard. De ondernemer mag een vervallen aanbod alsnog gestand doen, maar is dat niet
(meer) verplicht.

De commissie beslist als volgt.

Beslissing
De commissie wijst het verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter,
J.E. Lübbers en dr. H.W.M. Joosten (digitaal aanwezig), leden, op 26 januari 2022.