Gehuurde vaartuig in onvoldoende goede staat voor verhuur. Foutieve uitleg heeft bijgedragen tot ontstaan deel van de problemen.

  • Home >>
  • Waterrecreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Pleziervaartuigen    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 104985

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de huur van een zeiljacht [naam van de zeiljacht] van de ondernemer in de periode van 27 mei tot en met 3 juni 2016. De huur voor deze periode bedroeg € 1.548,–.  Consumenten hebben feitelijk een bedrag voldaan aan de ondernemer van € 1.469,– (oorspronkelijk bedrag minus een korting van 10% vermeerderd met de kosten voor de eindschoonmaak).

Standpunt van de consumenten

Het standpunt van de consumenten luidt in hoofdzaak als volgt.

De consumenten hebben een zeiljacht van de ondernemer gehuurd en ondervonden vanaf de eerste dag veel hinder vanwege een groot aantal onvolkomenheden en de onjuiste instructie gegeven door de ondernemer.

Al op de eerste dag bleek de inventaris niet op orde en bleek het stuurwiel en de motor handle gebrekkig te functioneren. Consumenten hebben daarover direct contact opgenomen met de ondernemer, ook omdat de gasfles al direct leeg bleek. Consumenten moesten alles zelf maar oplossen was de reactie van de ondernemer.
De volgende dagen stapelden de klachten zich op. Op de derde dag gebeurde er iets ernstigs. Er kwam een enorme stank en vuil water naar boven in het toilet en in alle andere afvoeren, zoals in de wasbak van de keuken. Weer is met de ondernemer gebeld en die stuurde een monteur langs. Deze legde uit dat de wc op de fecaliëntank uitkomt en niet op het oppervlaktewater, zoals door de ondernemer was uitgelegd. De fecaliëntank zat vol en liep over in alle afvoeren. De stank was niet uit te houden. De monteur heeft verder nog de klacht aan het stuurwiel en heeft de motor handle bekeken. Toen hij de spanner aan wilde trekken, knapte de kabel. De monteur heeft nog wat andere klusjes gedaan, doch een en ander mocht niet baten.
Er mankeerde zoveel aan de inventaris, de stank was ondraaglijk en er was geen vertrouwen meer in een behouden vaart. Om die reden zijn consumenten voortijdig teruggekeerd naar de werf.

De verhuurde boot voldeed op geen enkele wijze aan een object op basis waarvan een HISWA verhuur, “zorgeloos varen”, verwacht mocht worden. Consumenten hebben enkel ergernis gehad en geen genot. De ondernemer is dermate tekortgeschoten dat ontbinding van de overeenkomst op dag vier van de reis geheel gerechtvaardigd was. Aangezien ook de eerste dagen niet gesproken kan worden van enig genot van het gehuurde, maken consumenten aanspraak op ontbinding van de volledige overeenkomst en dus op terugbetaling van de volledige huursom inclusief eindschoonmaak, derhalve op een bedrag van € 1.548,–.
 
Ter zitting hebben consumenten verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Consumenten geven aan veel vaarervaring te hebben. Er gaat geen jaar voorbij dat ze niet zelf varen. Echter de boot die zij van de ondernemer hebben meegekregen voldeed niet; de interne huishouding liet nogal te wensen over. Consumenten geven aan wat zij voor huisraad op een huurboot verwachten. Daarnaast wordt stilgestaan bij alle reeds vermelde punten van fecaliëntank tot gashandle. Consumenten benadrukken tenslotte dat hun huurgenot enorm is bedorven vanwege alle mankementen aan de boot.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 27 mei 2016 kwamen consumenten een Lemsteraak ophalen voor een vaar- en zeilvakantie in Friesland. De ondernemer vond dat, gezien de leeftijd van consumenten, wel wat ambitieus, maar kon de fitheid van consumenten niet inschatten, zodat hij hoopte dat de tocht met de aak aan hun verwachtingen zou voldoen.

Voor het uitgeven van het schip wordt uitleg gegeven over de techniek en tuigage. Daarnaast is de ondernemer 24 uur per dag bereikbaar voor eventuele vragen of storingen, die dan zo spoedig mogelijk getracht worden te verhelpen. Tijdens de uitleg is aangegeven dat het toilet op het buitenwater loost en het overige grijze water in de vuiltank zit. Op deze tank zit een meter waarop de stand te zien is en als de tank vol is zit er een knop op het dashboard die ingedrukt kan worden waarop de vuilwaterpomp de tank dan leegpompt. Hierop moet dagelijks worden gelet, omdat anders de afvoeren van de keuken en de slaapkamer niet goed afvoeren. Bij de uitleg over de gasinstallatie is uitgelegd dat er een reserve gasfles aan boord is en is voorts getoond waar het gereedschap ligt om een gasfles te wisselen. Een gasfles gaat bij constante verhuur ongeveer een maand mee. De ondernemer wisselt tussentijds geen gasflessen om, omdat de gasfles eerst leeg moet zijn. De kosten voor gas komen voor rekening van de ondernemer, maar consumenten moeten deze wel zelf omwisselen.

De volgende dag lieten consumenten de ondernemer weten dat zij in verband met de inventaris allerlei vragen hadden. Consumenten hadden op de inventarislijst kunnen zien wat er wel aan boord was en wat niet. Zij vonden dat niet in orde en beleefden het ontbreken van voor hen belangrijke inventaris als zeer teleurstellend. Enkele van haar eigen spullen heeft de vrouw van ondernemer nog aan consumenten meegegeven.

’s Avonds na het vertrek van consumenten naar [plaatsnaam] belden consumenten om te melden dat de gasfles leeg was en zij vroegen iemand langs te laten komen om de fles te wisselen. De ondernemer heeft uitgelegd waar zij het gereedschap konden vinden om de fles te kunnen wisselen en waar de reserve gasfles zich bevond. Consumenten betreurden het dat de fles al zo snel leeg was en gaven nogmaals hun teleurstelling ten aanzien van de inventaris aan.

Dinsdagmorgen is de ondernemer wederom door consumenten gebeld dat de maat vol was, het vreselijk stonk op de boot en dat de fecaliën in de wasbakken stond. De ondernemer heeft gevraagd aan de consumenten of zij de vuilwatertank wel hebben leeggepompt, waarop geen duidelijk antwoord kwam. De ondernemer besloot een monteur naar de boot te sturen om polshoogte te gaan nemen. Het toilet bleek in de vuilwatertank te lozen. De ondernemer wist dit niet, nu het betreffende schip niet vaak wordt verhuurd. Voor de verkeerde uitleg (gegeven voorafgaand aan de uitgifte van het schip) heeft de ondernemer zijn excuses aangeboden. Echter als consumenten de tank beter in de gaten hadden gehouden, dan was er niets aan de hand geweest. De monteur stelde vast dat de tank vol zat en door de knop te bedienen van de pomp deze werd geleegd.

De klacht van consumenten over de gas handle is door de monteur bekeken. In een bepaalde stand ging de handle uit zichzelf weer terug naar een lager toerental, maar bij iets meer gas geven gebeurde dit niet meer.

Op de stuurinstallatie zat in de beleving van consumenten teveel speling. De monteur constateerde dat het roer voor een draad stuurwerk binnen de tolerantie reageerde. De monteur probeerde de spanner iets op te spannen en heeft mogelijk deze te krachtig aangedraaid waarop de spanner knapte. De monteur heeft een nieuwe spanner opgehaald en deze gemonteerd. De speling op de installatie is daarmee niet verbeterd.

Nog dezelfde dag zijn consumenten uit [plaatsnaam] vertrokken en hebben het schip naar de ondernemer teruggebracht. De teleurstelling voor consumenten was groot en zij wilden door de ondernemer worden gecompenseerd.

De ondernemer heeft niet de indruk onvoldoende prestatie te hebben geleverd en wat de ondernemer betreft zouden consumenten zonder problemen met het schip kunnen varen, zodat contractueel gezien de ondernemer kon leveren. De ondernemer heeft de betreffende boot het hele seizoen nog probleemloos kunnen verhuren en is van mening dat het huren van een schip als het onderhavige voor consumenten waarschijnlijk te hoog gegrepen was.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer legt uit dat er sprake is van basisinventaris op huurboten, omdat leuke aankleding klachten genereert. Kussentjes worden vies, bijzettafeltjes gaan stuk etcetera. Om die reden wordt gekozen basisschepen te verhuren en wordt aankleding achterwege gelaten.
De uitleg die de ondernemer gegeven heeft was goed en de sfeer was ook erg goed. Zo is ook uitleg gegeven hoe een gasfles diende te worden verwisseld.
Na vertrek met de boot is door de ondernemer steeds adequaat gereageerd op hulpvragen. Verder heeft de ondernemer toegegeven dat hij met betrekking tot de uitleg van de fecaliëntank is tekortgeschoten. Echter van consumenten mag ook verwacht worden dat zij dagelijks de tank zouden legen, want dan waren er nooit problemen ontstaan van stank en een overlopende tank in de afvoeren. Voor het overige heeft de ondernemer zijn standpunt herhaald zoals hiervoor eerder beschreven.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft gelet op hetgeen over en weer door partijen voor zover hier relevant het volgende overwogen.

Als verhuurder dient de ondernemer er voor in te staan dat het gehuurde vaartuig in goede staat verkeert en dat het vaartuig kan dienen waarvoor het is bestemd. De commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat dit zeker niet geheel het geval is geweest.
Met name de problemen met de overlopende fecaliëntank hebben hun weerslag gekregen op de vakantie van consumenten. Het verweer van de ondernemer dat de problemen met name voortkomen uit onoordeelkundig handelen door consumenten, mogelijk onervarenheid en hun hoge leeftijd, onderschrijft de commissie niet. Consumenten hebben onweersproken gesteld dat de ondernemer had uitgelegd dat de fecaliëntank uit zou komen op het oppervlaktewater. Dat heeft de ondernemer ook toegegeven, maar consumenten zouden beter moeten weten en dagelijks de tank moeten legen. Consumenten geven aan de pomp wel geregeld te hebben aangezet, in ieder geval iedere keer na het afwassen en dat was voldoende, want de fecaliën zouden in het water terecht komen, hetgeen dus achteraf gezien niet het geval bleek te zijn. Naar het oordeel van de commissie valt consumenten hier geen verwijt te maken.
Daarnaast behoren gashandle en stuurwiel beide goed te werken, hetgeen de commissie niet is gebleken. Naar het oordeel van de commissie kan van consumenten niet worden verwacht dat zij, steeds de gashandle iets meer in zouden drukken dan gebruikelijk, omdat de handle anders steeds terugloopt. Ook de speling op het stuurwiel, zoals onweersproken door consumenten is beschreven, wordt door de commissie gezien als een gebrek waar consumenten veel hinder van hebben ondervonden bij de bediening van het schip. De klachtpunten met betrekking tot de inventaris en de bergplaats van het gereedschap acht de commissie niet van dien aard dat over een tekortkoming aan de zijde van de ondernemer kan worden gesproken. Al met al is de ondernemer naar het oordeel van de commissie in gebreke gebleven zorg te dragen voor een vaartuig dat in goede staat verkeert en de consument adequaat in te lichten met betrekking tot de bediening van het schip.

Gezien de problemen die consumenten hebben ondervonden (in hoofdzaak de enorme stank en de vuiligheid aan boord vanwege de overlopende fecaliëntank, de niet goed werkende gashandle en de speling op het stuur), acht de commissie het begrijpelijk dat consumenten de boot voortijdig naar de haven hebben teruggevaren en niet nog de resterende huurperiode op de boot zijn gebleven. Dat de ondernemer van oordeel is dat consumenten prima met de boot verder hadden kunnen varen, doet daaraan niets af. Consumenten mochten verwachten dat zij over een boot zouden beschikken zonder deze ernstige gebreken. Met name de stank was begrijpelijkerwijs ondraagbaar en zo consumenten op dit punt al niet adequaat zouden hebben gehandeld, valt dit de ondernemer aan te rekenen vanwege de niet correcte voorlichting op dit punt.

De commissie acht de klachten van de consumenten op grond van het voorgaande gegrond. Het is de commissie voldoende aannemelijk geworden dat consumenten door alle problemen met het gehuurde vaartuig huurgenot hebben gederfd, nu minder van het vaartuig gebruik gemaakt kon worden dan verwacht mocht worden.
Gezien de periode tot aan dag 4 waarin consumenten nog wel de mogelijkheid hebben gehad om van het vaartuig gebruik te maken, stelt de commissie deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vat op 50% van de huursom, dat wil zeggen op een bedrag van € 734,50.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan consumenten een vergoeding van € 734,50. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van     € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 25 oktober 2016.