Geldigheid offerte met vergissing inruilprijs. Onherroepelijk aanbod.

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Aanbod    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE04-0925

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil heeft betrekking op de totstandkoming van een koopovereenkomst met betrekking tot een nieuwe Peugeot 307 met inruil van een Peugeot 206.
De consument heeft op 10 januari 2004 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Op zaterdag 10 januari 2004 was ik op het bedrijf van de ondernemer. Ik wilde een nieuwe auto kopen met inruil van mijn oude auto uit 2001.
Ik ben met de verkoper tot overeenstemming gekomen en hij heeft, na overleg met zijn directeur, een schriftelijke offerte opgemaakt waarbij voor de inruilauto een bedrag van € 14.750,– is opgenomen. In die offerte wordt ook het bouwjaar 2001 van de inruilauto genoemd. De offerte gold een week. Ik ben thuis gaan overleggen en was twee uur later al weer in bij de ondernemer om te zeggen dat ik ermee akkoord ging.
Toen werd mij echter gezegd, dat de verkoper een fout had gemaakt bij het bepalen van de inruilprijs doordat hij abusievelijk op de computer als bouwjaar 2003 in plaats van 2001 had ingevoerd. Nu zou ik nog maar € 13.000,– inruilprijs krijgen. Daar stem ik niet mee in; ik wil dat de ondernemer zijn offerte nakomt.
Destijds gold bovendien een actie van lichtmetalen velgen voor € 680,– en een cadeaubon ter waarde van € 500,–.
 
Het aanbod is door mij aanvaard voordat de ondernemer dit introk.
 
De consument verlangt nakoming van de offerte en vergoeding van de eventueel geleden schade.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Als gevolg van een vergissing is de inruilprijs bepaald voor een auto van 2003 in plaats van 2001. Dit is direct na zijn vertrek geconstateerd, maar door drukte was er geen gelegenheid hem direct in te lichten. Toen de consument terug kwam, is de vergissing aan hem medegedeeld nog voordat hij het aanbod had aanvaard.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Ook al zijn situaties denkbaar waarin het redelijk is dat een verkoper, die abusievelijk een verkeerde verkoopprijs (of zoals hier, inruilprijs) heeft genoemd, daar onmiddellijk – bijvoorbeeld binnen enkele minuten – op terug moet kunnen komen, in het onderhavige geval gaat het om een situatie welke gekenmerkt wordt door de volgende facetten:
– door de aspirant-koper is het juiste bouwjaar van de inruilauto genoemd en dat bouwjaar is ook in de offerte opgenomen;
– het inruilbedrag is, zeker voor leken, niet evident (buitensporig) hoog;
– door de verkoper is overleg gevoerd met diens directeur, vooraleer hij instemde met het inruilbedrag;
– door de verkoper is een schriftelijke offerte opgemaakt;
– door de verkoper is niet onmiddellijk – binnen enkele minuten, voordat de verkoper en koper afscheid van elkaar hadden genomen en voordat de koper de zaak had verlaten – kenbaar gemaakt dat het om een vergissing ging;
– de offerte gold voor een week en was mitsdien (artikel 6:219 BW) onherroepelijk;
– de offerte bevatte geen voorbehoud.
 
In deze situatie kon de ondernemer niet eenzijdig op de offerte terug komen.
 
Het is hierbij niet van belang of, nadat de consument terugkeerde naar het bedrijf, hij eerst het aanbod aanvaardde en vervolgens de ondernemer te kennen gaf dat er een vergissing in het spel was, of omgekeerd.
 
Mitsdien dient de ondernemer alsnog de overeenkomst na te komen. Hij dient dus een nieuwe auto van een vergelijkbaar model en type als die, waarop de offerte van 10 januari 2004 betrekking had te leveren. De consument dient de inruilauto in te leveren, voor welke auto € 14.750,– gerekend dient te worden. Er vindt geen aftrek plaats wegens waardevermindering, nu deze in het onderhavige geval niet voor risico komt van de consument.
Goed denkbaar is, dat het exacte type van de aangekochte auto, zoals vermeld op de offerte van 10 januari 2004, thans niet meer bestaat. In dat geval dient een type geleverd te worden dat het meest met het toen verkochte model overeenkomt, tegen de geldende catalogusprijs, met dezelfde opties, en dezelfde bijkomende toezeggingen (lichtmetalen velgen, waardebonnen). Indien de ondernemer nog een nieuwe auto zou kunnen vinden van exact hetzelfde type als vermeld in de offerte van 10 januari 2004, dan kan hij met levering daarvan volstaan.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Beslissing
 
Bepaalt, dat de ondernemer alsnog de overeenkomst dient na te komen op de wijze als hiervoor omschreven.
 
Bepaalt, dat de consument zijn medewerking daaraan dient te geven op de wijze als hiervoor omschreven.
  
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 8 november 2004.