Commissie: Energie
Categorie: Verkorte procedures
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE06-1048
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de levering van gas en elektriciteit.
De consument heeft een bedrag van € 272,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft in mijn ogen onterecht de elektriciteit en het gas afgesloten doordat volgens de ondernemer het verlagen van het termijnbedrag het eigen risico van de consument is. Het enige gevolg is dat er geen mogelijkheid is een betalingsregeling te treffen bij de eindafrekening.
Het schijnt mogelijk te zijn om als consument zelf het termijnbedrag via een speciale telefoonlijn te wijzigen, dus zonder overleg met de ondernemer. De ondernemer heeft mij nooit gewezen op de mogelijkheid om het geschil voor te leggen aan uw commissie (waarmee afsluiting voorkomen had kunnen worden en een verkorte procedure mogelijk was geweest). Ik van mijn kant heb ik het nodige heb gedaan om ten eerste inzicht te krijgen in de werkelijke kosten. Ten tweede heb ik ervoor gezorgd dat er elke maand een termijnbedrag betaald is. De informatievoorziening van de ondernemer, met name het betalingsoverzicht is onduidelijk.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 11 november 2005 heeft de consument de maandelijkse termijn laten verlagen van € 165,– naar € 120,–. De termijn van november 2005 was reeds op 9 november 2005 verschenen en was derhalve nog € 165,–, de termijn van € 120,– ging in per december 2005. De consument betaalt echter slechts € 80,– voor de maanden november en december 2005, dit omdat hij leeft op bijstandsniveau en een hoge tandartsrekening heeft, zoals hij zelf stelt. Hiermee werd weliswaar een deelbetaling gedaan, maar niet de hele verschuldigde maandtermijn, voor november 2005 € 164,– en voor december 2005 € 120,–.
Op 11 januari 2006 verzoekt de consument dan de termijn opnieuw te verlagen naar € 80,–, dit verzoek wordt gehonoreerd. Echter, op dat moment wordt aan alle kanten een tariefsverhoging doorberekend van 10%, zodat de termijn uitkomt op € 88,–. De consument erkent in zijn schrijven d.d. 4 mei 2006 overigens dat hij te lage termijnbedragen heeft betaald. De consument bleef hierna achterstallig met de termijnen, ondanks sommaties daartoe, zodat dit uiteindelijk op 4 april 2006 tot een eerste huisbezoek heeft geleid, waarbij de consument niet thuis werd aangetroffen alsmede op 11 april 2006.
Op 12 april 2006 heeft dit alsnog tot afsluiting van de energietoevoer geleid. Hieraan zijn diverse kosten verbonden: twee maal € 94,25 voor afsluiting meters, twee maal € 50,– voor de huisbezoeken en de inmiddels in rekening gebrachte € 15,– sommatiekosten. De consument heeft zich tot uw commissie gewend, waarna wij uit coulance bereid waren om tot een oplossing te komen met de consument, aangezien de consument heeft aangegeven dat zijn financiële situatie precair is en wij verdere kosten wilden voorkomen. Hieruit is nog – in overleg met de consument – het voorstel d.d. 30 mei 2006 gevolgd, waarbij wij de kosten voor afsluiting voor onze rekening wilden nemen en heraansluiting zo spoedig mogelijk zou kunnen plaatsvinden, uiterlijk op 2 juni 2006, indien de consument bereid was het restant van de vordering te voldoen (€ 333,– minus depotstorting). Naar later is gebleken, heeft de consument echter geen depotstorting gedaan.
Wij zijn overigens niet verplicht tot het expliciet wijzen op de mogelijkheid van het indienen van een klacht bij uw commissie. De consument is vrij om daar informatie over in te winnen en gevolg aan te geven, zoals opgenomen in de toepasselijke Algemene Voorwaarden van ### (artikel 18, Geschillen). Het betrof thans een reguliere betalingsachterstand. Bovendien dient de consument het achterstallige bedrag in depot te storten bij het indienen van een klacht, hetgeen nu juist de basis van het probleem was, namelijk het niet in staat zijn te betalen. De consument is – om onduidelijke redenen – alsnog niet op het voorstel ingegaan en volhardt in zijn klacht.
Van een vergoeding kan thans bepaald geen sprake zijn, nu wij geheel rechtmatig tot afsluiting zijn overgegaan en bovendien de consument in de gelegenheid hebben gesteld per 2 juni 2006 heraansluiting onder gunstige voorwaarden te bewerkstelligen. De consument had derhalve zelf de voortdurende afsluiting van energie kunnen en – in zijn eigen belang – dienen te voorkomen c.q. de energietoevoer reeds kunnen laten herstellen.
Uiteraard zijn wij niet verantwoordelijk voor de slechte financiële situatie van de consument en kan het ook niet zo zijn dat de consument zijn termijn continu kan blijven verlagen en zelf bepaalt of en wanneer de termijnen betaald worden. Een en ander komt inderdaad voor risico van de consument. Indien de consument de termijnen bewust (te) laag houdt, zodat een hoge jaarafrekening zou volgen, dan vervalt ook inderdaad het recht op een betalingsregeling hierover. Inmiddels is d.d. 22 juni 2006 een eindafrekening per 12 april 2006, datum afsluiting opgemaakt, waarbij wij de abusievelijk nog in rekening gebrachte termijnen van mei en juni 2006 hebben laten vervallen. Echter, een en ander leidt nog steeds tot een saldo van € 280,15 en een actueel totaalsaldo van € 740,65.
Hieruit blijkt expliciet dat de termijn van € 88,– per maand en dan zeker een gewenste termijn van € 80,– per maand, bepaald toereikend is voor het verbruik van de consument. Samenvattend stellen wij dan ook dat wij rechtmatig tot afsluiting van de energievoorziening zijn overgegaan en de consument, geheel onverplicht, slechts tegemoet hebben willen komen. Nu de consument halsstarrig blijft, dient een en ander voor zijn risico te komen. Wij zijn dan ook van mening dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard en het volledige saldo alsnog voldaan dient te worden, eerst dan kan tot heraansluiting worden overgegaan.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting, onderschrijft de commissie het standpunt van de ondernemer. Gelet op de achterstand in de betalingen in april 2004 was het naar het oordeel van de commissie alleszins gerechtvaardigd dat de ondernemer tot afsluiting over wilde gaan. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat de consument ook de verlaagde termijnen niet volledig voldeed. Overigens is de ondernemer de consument naar het oordeel van de commissie voldoende tegemoet gekomen. De door de consument ter zitting naar voren gebrachte klacht met betrekking tot de meterstanden maakt geen deel uit van het geschil, zodat de commissie daarover thans geen uitspraak zal doen. De stelling van de consument dat de ondernemer fouten heeft gemaakt, kan door de commissie niet worden onderschreven. De klacht treft derhalve geen doel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 272,– als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt aan de ondernemer overgemaakt.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 20 juli 2006.