Commissie: Recreatie
Categorie: Klacht
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
120816
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat in hoofdzaak over een verplaatst hek.
Standpunt van de consument
De consument huurt sinds 21 oktober 2013 standplaats nummer 772 van de ondernemer.
In oktober/november 2017 hebben de (nieuwe) huurders van standplaats 773 een hek, dat op de grens van beide standplaatsen stond, 35 centimeter te veel naar rechts geplaatst. Daardoor is
35 centimeter van haar grondstuk afgehaald en is het pad achter haar caravan te smal geworden.
Dit levert voor de consument onder andere problemen op voor het schoonmaken van haar caravan, omdat zij de ladder niet meer haaks op de caravan kan plaatsen. De consument wenst dat het hek op de oude plaats wordt teruggeplaatst. Ook wil de consument een vergoeding ontvangen van
€ 212,50 in verband met door haar aangebrachte opsluitbanden.
Standpunt van de ondernemer
In zijn verweerschrift van 30 november 2018 heeft de ondernemer gesteld dat er op geen enkele jaarplaats van het park sprake is van grenspalen of grenslijnen, in welke vorm dan ook. In het huurcontract van de consument van 21 oktober 2013 is ook geen sprake van een bepaalde afmeting of grootte van de gehuurde jaarplaats. Voordat het hek van plaats 773 werd geplaatst, heeft de consument een pad naast haar caravan aan laten leggen. Het hek van plaats 773 is hier logischerwijs tegenaan geplaatst. De ondernemer heeft de huurders van plaats 773 nog gevraagd of zij bereid waren het hek te verplaatsen, maar dat waren zij niet. Om de bovengenoemde redenen is de ondernemer van mening dat de verzoeken van de consument afgewezen moeten worden.
Ter zitting heeft de ondernemer daar nog het volgende aan toegevoegd. Op het moment van verkoop van het kampeermiddel moet de oude huurder de door hem gehuurde standplaats kaal opleveren. In dit geval hebben de nieuwe huurders van plaats 773 aan de ondernemer toestemming gevraagd om de ligusterhaag en het hek dat er stond te verwijderen. De ondernemer heeft de toestemming verleend en aangegeven dat er een nieuw hek teruggeplaatst moest worden op 50 centimeter, berekend vanaf de caravan van de consument. De nieuwe huurders hebben zich vervolgens keurig aan deze afstand gehouden. Desgevraagd heeft de ondernemer nog verklaard dat de afstand van
50 centimeter gebaseerd is op de Recron-voorwaarden.
Beoordeling van het geschil
1. De commissie stelt allereerst vast dat de Recron-voorwaarden met geen woord reppen over de door de ondernemer genoemde afstand van 50 centimeter. De ondernemer heeft ook geen stuk in het geding gebracht waaruit die 50 centimeter wèl kan worden afgeleid. Verder heeft de ondernemer in het verweerschrift gesteld dat op geen enkele jaarplaats van het park sprake is van grenspalen of grenslijnen, maar de consument heeft ter zitting het aan deze uitspraak gehechte stuk overgelegd waaruit het tegendeel kan worden opgemaakt. Op diverse plaatsen in dat stuk wordt immers gesproken over het woord “erfafscheiding”. Ook de stelling van de ondernemer dat in het huur-contract van de consument van 21 oktober 2013 geen sprake is van een bepaalde afmeting of grootte is aantoonbaar onjuist. Dit huurcontract luidt onder meer als volgt: “De ondergetekenden (…) 1) Komen overeen het recht van plaatsing en gebruik voor recreatieve doeleinden van een stuk grond op de kaart van het caravanpark aangegeven met nummer 772 ter plaatsing van een stacaravan” (onderstreping door de commissie).
2. Vast staat vervolgens dat de oude grens tussen de plaatsen 772 en 773, bestaande uit de ligusterhaag/ het hek, op een andere plaats stond dan de grens waarvan thans sprake is door de plaatsing van het nieuwe hek. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument er, mede gelet op wat onder 1. is overwogen, op mogen vertrouwen dat het nieuwe hek op de plaats van het verwijderde hek zou worden teruggeplaatst. Als eigenaar van de grond zal de ondernemer dan ook worden verplicht ervoor te zorgen dat het nieuwe hek op zijn kosten wordt teruggeplaatst op die plaats.
3. De door de consument verzochte vergoeding van € 212,50 in verband met door haar aangebrachte opsluitbanden wordt afgewezen. De commissie ziet niet in waarom de ondernemer deze kosten zou moeten vergoeden. De kosten vloeien immers voort uit een eigen keuze van de consument.
4. Omdat de klacht (gedeeltelijk) gegrond is, dient de ondernemer tevens het klachtengeld aan de consument te vergoeden. Verder is de ondernemer behandelingskosten aan de commissie verschuldigd.
5. Tot slot nog het volgende. Na de zitting is op 29 januari 2019 bij het secretariaat van de commissie de volgende, op 24 januari 2019 gedateerde, brief van de ondernemer binnen gekomen: “Hierbij stuur ik u het Reglement behorende bij de overeenkomst [naam ondernemer]. Dit document is zowel in 2016 als in 2017 verstuurd naar alle jaarplaatshouders. Hiermee kwamen tevens eerdere reglementen te vervallen. Het document dat van [naam consument] tijdens de zitting is zeer gedateerd. Nogmaals wil ik erop op wijzen dat [naam ondernemer] geen strikte scheidingen heeft aangaande jaarplaatsen. Er zijn geen grenspaaltjes en of andere afscheidingstekens. Daarnaast is de stelregel dat een hekwerk op 50 cm geplaatst mag worden, berekend vanaf het chalet van de buren. Dis uitgangspunt is ook aangehouden. Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.”
De commissie merkt allereerst op dat stukken die partijen na de zitting ongevraagd nog toesturen aan de commissie in beginsel worden teruggezonden. De behandeling van de zaak is met de mondelinge behandeling immers afgerond. In dit geval is er in afwijking van de hoofdregel niet voor gekozen om de brief van de ondernemer van 24 januari 2019 aan de ondernemer te retourneren. De commissie heeft kennis genomen van de inhoud van deze brief en heeft geconstateerd dat deze niet van belang is voor de beslissing van de commissie. Zo is ook in het overgelegde Reglement niets te vinden over de door de ondernemer gestelde 50 centimeter.
Beslissing
De ondernemer dient als eigenaar van de grond ervoor te zorgen dat het nieuwe hek binnen 30 dagen na de verzending van deze beslissing op zijn kosten wordt teruggeplaatst op de plaats van het verwijderde hek.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 52,50 aan de consument te vergoeden in verband met het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit mr., voorzitter,
P.W.M. Meijkamp en drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 17 januari 2019.