Commissie: Afbouw
Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
239849/248918
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van het door de ondernemer in opdracht van de consument uitgevoerde
stucwerk.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
‘Het opgeleverde stucwerk voldoet niet aan de kwaliteitsnormen. De keukenmuur is glooiend en niet
waterpas (op sommige plekken ruim 4cm verschil) en de hoeken zijn niet haaks. Na een melding bij de
stukadoor inclusief foto’s (26-10), heeft hij aangeboden dit te herstellen. Dit is echter nooit van de grond
gekomen. De stukadoor zette niet door als er een afspraak gemaakt moest worden. In een email op 31-10
heeft de stukadoor aangegeven niet meer mee te willen werken aan een oplossing. Ik heb daarna een
schadevergoeding gevraagd (aankoopsom + kosten voor bouwdroger). Ook daarop heeft de stukadoor
aangegeven niet in te willen gaan.’
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen verweer gevoerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In deze ontbreekt een beoordeling van de uitgevoerde werkzaamheden door een, al dan niet door de
commissie benoemde, deskundige. De ondernemer heeft echter geen verweer gevoerd tegen de klacht van
de consument, die de commissie niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt. Bovendien blijkt uit de door de
consument overgelegde foto’s dat er op het stucwerk ‘wel het een en ander’ is aan te merken.
Ook heeft consument de commissie duidelijk gemaakt dat verdere vertraging, wat het gevolg zou zijn van
een deskundigenonderzoek, niet mogelijk was in verband met het plaatsten van de keuken (waarvoor de
muren droog dienden te zijn).
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De ondernemer zal derhalve het door de consument betaalde klachtengeld van € 102,50 dienen te
vergoeden.
Ook zal de ondernemer de kosten van de herstelwerkzaamheden dienen te vergoeden. Ter zitting heeft de
consument verklaard dat zij hiervoor € 600,– heeft betaald. Ook de kosten van de bouwdroger van € 250,–,
die niet door de ondernemer zijn betwist, komen voor vergoeding in aanmerking.
In totaal dient de ondernemer derhalve aan de consument een schadevergoeding van € 850,– te betalen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient binnen 14 dagen na de verzenddatum van dit Bindend Advies aan de consument te
betalen een schadevergoeding van € 850,–.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van €
102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
De commissie wijst af het meer of anders gevorderde.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de
heer mr. A.B. van Kruistum, mevrouw mr. W. van den Berg, leden, op 12 april 2024.