Commissie: Energie Prijsplafond
Categorie: Energie Prijsplafond
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
211060/224232
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil draaide om de vraag of de consument in aanmerking kwam voor de prijsplafondregeling voor energiegebruik voor zijn bedrijfsruimte. De consument beweerde recht te hebben op deze regeling, terwijl de ondernemer betoogde dat het pand niet geschikt was voor langdurig verblijf en dus niet voldeed aan de voorwaarden voor de regeling. De commissie stemde grotendeels in met het standpunt van de ondernemer. Ze oordeelde dat de gehuurde ruimte niet geschikt was voor langdurig verblijf, omdat het ontbrak aan voorzieningen zoals een toilet, wateraansluiting of keukenfaciliteiten. Het feit dat de consument af en toe in de ruimte sportte of werkte, veranderde deze situatie niet. Daarom werd de klacht van de consument afgewezen. Concluderend, de commissie oordeelde dat de consument niet in aanmerking kwam voor de prijsplafondregeling vanwege het gebrek aan voorzieningen voor langdurig verblijf in de gehuurde ruimte.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vraag of de consument in aanmerking komt voor de prijs plafondregeling.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
‘Ik huur het adres [adresgegevens consument].
Dit gebruik ik als werkplaats/ opslagplaats voor mijn bedrijf (ZZP). Ik heb een huurcontract kantoorruimte. In het kadaster staat dit pand als industriefunctie en verblijfsobject in gebruik.
Ik ben dus een kleingebruiker die recht heeft op het prijsplafond energiegebruik.
De ondernemer heeft door onderzoek van haar eigen klantenservice besloten het energieplafond niet toe te
passen. Als reden wordt opgegeven het geringe verbruik van stroom.
Ik verlang dat de prijs plafondregeling wordt toegepast.’
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
‘In lijn met de geldende richtlijnen en regelgeving hebben wij het pand aan de [adresgegevens consument], nader onderzocht en vastgesteld dat het eigenschappen vertoont die vergelijkbaar zijn met
die van een ‘garagebox’. Volgens de huidige normen wordt een dergelijke classificatie over het algemeen
niet beschouwd als een pand met een ‘verblijfsfunctie’. Hierdoor voldoet het pand niet aan de voorwaarden
om in aanmerking te komen voor de vermindering van energiebelasting, alsook voor het toepasselijke
prijsplafond voor energiegebruik. In dit verband willen we verwijzen naar het Handboek Milieubelastingen,
waarin expliciete toelichting wordt gegeven op de situaties waarin de belastingvermindering van toepassing
is.
Deze vermindering is bedoeld voor onroerende zaken die kunnen fungeren als woning, voor de uitoefening
van een bedrijf of beroep, of op een andere manier een verblijfsfunctie kunnen vervullen. Hierbij moet het
pand geschikt zijn voor langdurig menselijk verblijf. Wanneer er voorzieningen aanwezig zijn die langdurig
verblijf mogelijk maken, zoals sanitaire en/of keukenvoorzieningen, wordt gesproken van een
verblijfsfunctie. Het ontbreken van een verblijfsfunctie is van toepassing op panden die zijn ingericht voor
andere doeleinden, zoals bedrijfsactiviteiten of kortstondige opslag. Voorbeelden hiervan zijn garageboxen,
loodsen en algemene ruimten van flats, inclusief liften en hallen. De consument heeft aangegeven dat het
pand wordt gebruikt voor de opslag van goederen en kleine werkplaats zonder sanitaire voorziening.
Op basis van deze informatie hebben wij geconcludeerd dat het pand aan de [adresgegevens consument] niet geschikt is voor langdurig verblijf. Dit wordt versterkt door het ontbreken van een
gasaansluiting op het betreffende adres en de visuele weergave van het pand op Google Streetview. Deze
elementen bevestigingen onze overtuiging dat het pand niet bedoeld is voor langdurige bewoning.’
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de stukken en aan het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie in grote lijnen het
standpunt van de ondernemer. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument ook ter zitting niet
aannemelijk kunnen maken dat de door hem gehuurde garagebox een verblijfsfunctie heeft. De enkele
omstandigheid dat de ondernemer in een jaar belastingvermindering heeft toegepast staat er niet aan in de
weg dat bij nadere beschouwing het ontbreken van een verblijfsfunctie doorslaggevend is de achten voor
het oordeel dat dit ten onrechte is gebeurd. De feitelijke situatie moet worden beoordeeld en het noemen
van het object als een verblijfsobject in het kadaster is evenmin doorslaggevend. Vaststaat dat de
garagebox met een toegangsdeur voorzien van doorzichtig glas niet beschikt over voorzieningen voor een
verblijfsfunctie zoals bijvoorbeeld een toilet met voldoende privacy, wateraansluiting of
keukenvoorzieningen, dan wel andere voorzieningen voor verblijfsfuncties. De omstandigheid dat de
consument af en toe in de box sport of werkt maakt dit niet anders. De klacht treft geen doel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie Prijsplafond, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, mr.
F.J. Pirard en mr. P. P. van der Neut, leden, op 25 januari 2024.