Geschil over versnellingsbakproblemen: Consument eist kosteloos herstel, commissie oordeelt in het nadeel

  • Home >>
  • Voertuigen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: (non)conformiteit / Garantie    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 210239/214500

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In juli 2021 sloten de consument en de ondernemer een overeenkomst voor de aankoop van een gebruikte Nissan Qashqai. De auto vertoonde echter bij een kilometerstand van 37.000 km problemen met de versnellingsbak. De consument beweerde dat de eerdere vervanging van de versnellingsbak, uitgevoerd door de vorige eigenaar, gebrekkig was en beroept zich op non-conformiteit. De ondernemer stelt dat de garantie is verlopen en dat de consument de kosten voor een diagnose moet dragen. De ANWB bevestigt het onbekende geluid in de versnellingsbak en suggereert dat de eerdere reparatie niet duurzaam was. De consument voelt zich van het kastje naar de muur gestuurd door wijzigingen in de organisatie van de fabrikant/importeur. De commissie oordeelt dat de consument geen aanspraak kan maken op herstelkosten omdat het gebrek niet aantoonbaar bij aflevering aanwezig was. De diagnosekosten zijn voor rekening van de consument, tenzij de ondernemer aansprakelijk wordt bevonden. De klacht wordt afgewezen, maar de ondernemer moet het klachtengeld van €127,50 vergoeden. Kortom, de consument krijgt geen gelijk in zijn verzoek om kosteloos herstel van het geconstateerde gebrek aan de versnellingsbak, maar krijgt wel het betaalde klachtengeld terug.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 14 juli 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De
ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, merk Nissan, type Qashqai
1.6 DIG-T, datum eerste toelating 29 juni 2018, kilometerstand 16.009, tegen de daarvoor door de
consument te betalen prijs van € 26.118,– inclusief accessoires en werkzaamheden als vermeld op de
overeenkomst. De consument heeft op 27 september 2022 zijn klachten voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
In september 2022, bij een kilometerstand van 37.000 km, is de versnellingsbak geluid gaan maken. Dit
heeft de consument meteen bij de ondernemer gemeld. Gebleken is dat de versnellingsbak – door de vorige
eigenaar – al een keer eerder is vervangen en dat deze werkzaamheden destijds niet goed zijn uitgevoerd,
waardoor er schade is ontstaan. De consument beroept zich op non-conformiteit.

De ondernemer neemt het standpunt in dat de garantie is verlopen, dat geen sprake is van non-conformiteit
en dat de kosten voor het stellen van een diagnose voor rekening van de consument komen. Als de
diagnose is gesteld – en de consument daar dus voor heeft betaald – dan zal nog moeten worden overlegd
of herstel onder de garantie ‘coulancehalve’ mogelijk is.

In een e-mailbericht van 12 oktober 2022 van een medewerker van de ANWB is aan de consument onder
meer het navolgende meegedeeld:
“Over de problemen met de versnellingsbak van uw Nissan Qashqai heeft u met mijn technische collega
gesproken. Omdat u dit graag op papier zou willen hebben volgt hieronder het antwoord
van mijn collega:

Het omschreven bijgeluid aan vermoedelijk de versnellingsbak is wat ons betreft geen bekend en
veelvoorkomend verschijnsel bij deze auto. (…) U meldt dat er éérst een reparatie is verricht en vervolgens
de versnellingsbak vervangen/gereviseerd. En inmiddels is er dus voor de derde maal sprake van een
versnellingsbak gerelateerd probleem, en ben ik van mening dat de oorsprong van de klacht begint bij de
éérste reparatie in de toen nog geldende fabrieksgarantie. Tot aan nu zou je de conclusie kunnen trekken
dat de eerder uitgevoerde werkzaamheden géén duurzame reparatie is gebleken. Er is immers wederom
een versnellingsbakprobleem en dat de destijds onder garantie uitgevoerde werkzaamheden nooit een
definitieve en duurzame oplossing heeft opgeleverd. (…)

Ik wil benadrukken dat een versnellingsbak een te verwachten levensduur heeft van minimaal twee ton. Dus
binnen 37.000 km tot driemaal toe een gebrek is buitensporig. Het lijkt er ook op dat er mogelijk sprake is
van een voorafgaande oorzaak. Dus dat het bijgeluid van de bak het gevolg is van iets anders. Daar lijkt
misschien in het verleden té weinig aandacht aan te zijn besteed. Daarmee wil ik benadrukken dat wat
betreft dit probleem wellicht nooit de vinger op de goede plek is gelegd, dat tot een duurzame oplossing had
moeten leiden. (…)”

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Ik heb met de merkdealer een proefrit gemaakt. Die verwees mij naar de ondernemer. Die is goed bekend
met de auto, maar geen merkdealer meer. De ondernemer verwees naar de importeur voor een beroep op
de fabrieksgarantie. De ondernemer had op die basis gerepareerd, maar omdat zij nu geen dealer meer
waren, konden zij naar eigen zeggen mogelijk nog te maken kosten niet meer verhalen op de
importeur/fabrikant.

Wat ik de ondernemer verwijt, is dat bij de vervanging van de versnellingsbak de achterliggende oorzaak
voor het defect raken niet is opgespoord en verholpen. Nu is er een discussie ontstaan met de importeur
over de kosten voor een diagnose. Die worden geraamd op € 800,– à € 900,–. Daar komen dan de kosten
voor reparatie nog bij.

Ik heb op zich geen probleem met de ondernemer. De verhoudingen zijn goed. Ik voel me alleen van het
kastje naar de muur gestuurd en uiteindelijk de dupe van een wijziging in de organisatie van de
fabrikant/importeur. De door mij benaderde dealer is met het probleem naar de importeur gegaan, maar die
wil geen coulance toepassen.

De consument verlangt het kosteloos herstel van het geconstateerde gebrek.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij een kilometerstand van 13.296 heeft de ondernemer in september 2020 een nieuwe versnellingsbak in
de auto gemonteerd. Deze was geleverd door de importeur en is volgens de richtlijnen van de fabrikant
gemonteerd. Zouden de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd, dan had de versnellingsbak al binnen
1.000 kilometer problemen moeten gaan vertonen. Dat is niet gebeurd.

Een beroep op garantie wijst de ondernemer af, omdat de garantietermijn ruimschoots is verstreken en de
versnellingsbak eerder klachten had moeten geven. Als er al sprake is van non-conformiteit, dan moet die
klacht neergelegd worden bij de importeur, die verantwoordelijk is voor de levering van de versnellingsbak.
Een levensduur van 200.000 kilometer voor een versnellingsbak is niet de norm voor een automatische
versnellingsbak en is in de praktijk al lang niet meer de realiteit. Door de Europese milieunormen rijden
auto’s met lage toeren bij hogere snelheden en dat levert extra veel druk op het versnellingsapparaat op. Dat
zal daardoor sneller slijten. Ook de rijstijl van de bestuurder is van invloed op de slijtage van de
versnellingsbak.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Veel fabrikanten stappen over op een ander distributiestelsel, waaronder ook de fabrikant van de auto. Wij
zijn daardoor het dealerschap kwijtgeraakt en kunnen nu geen verhaal meer halen op de importeur/fabrikant.
Daarom hebben wij de consument geadviseerd om met zijn klacht naar een dealer te gaan om te proberen
om via die dealer de importeur in beweging te krijgen. Die moet zijn verantwoordelijkheid in deze kwestie
nemen. Zouden wij het dealerschap nog hebben gehad, dan hadden wij het probleem voor de consument
kunnen oplossen.

De genoemde kosten voor een diagnose lijken mij reëel. Maar daarmee is nog alleen maar de diagnose
gesteld. Dan komen de kosten voor een eventuele reparatie daar nog bovenop.
Ik sta ongeveer net zo in deze zaak als de consument. Wij weten allebei wie de oplossing voor het probleem
moet bieden. De importeur registreert elke garantieclaim, dus volgens mij moet het resultaat van de
diagnose die aanleiding vormde voor de eerdere vervanging van de versnellingsbak bij de importeur liggen.
Ik heb daar geen rapport van.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang,
het volgende vastgesteld.

De deskundige heeft telefonisch contact gehad met de ondernemer die destijds de versnellingsbak heeft
vervangen. Deze kon de deskundige niet meedelen waarom de versnellingsbak destijds is vervangen.
Het onderzoek werd uitgevoerd op 7 augustus 2023 in het bijzijn van de consument. Na een inleidend
gesprek werd een uitvoerige proefrit met het voertuig gemaakt, waarbij zowel de consument als de
deskundige het voertuig hebben bestuurd.

Het voertuig is uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak. Tijdens de proefrit constateerde de
deskundige bij een toerental van 3.000 – 3.500 een hinderlijk bijgeluid in alle versnellingen. Wanneer op dat
moment de koppeling wordt ingetrapt is het geluid weg. Bij stilstand en een toerental van > 3.500 is er geen
enkel bijgeluid te horen.

De deskundige heeft bij de ondernemer geïnformeerd wat de reden was van de vervanging van de
versnellingsbak bij kilometerstand 13.296. Helaas kan men de deskundige deze informatie niet meer
verstrekken. Foutieve of onjuiste montage van de versnellingsbak in september 2020 acht de deskundige
uitgesloten, gelet op het feit dat er ruim 20.000 kilometer geen problemen zijn geweest.

Het geluid ontstaat bij een toerental van 3.500 en onder belasting in alle versnellingen en komt vanuit de
aandrijflijn. De deskundige acht het zeer aannemelijk dat het geluid veroorzaakt wordt door een defect lager
in de versnellingsbak/differentieel.

Herstel is mogelijk door de versnellingsbak tot in delen te demonteren en vast te stellen welk lager
defect/versleten is.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Voor zover de consument de vraag voorlegt bij wie hij nu voor zijn probleem moet aankloppen, merkt de
commissie op dat hij bij de ondernemer aan het juiste adres is. Deze heeft de versnellingsbak in de auto van
de consument bij een kilometerstand van 13.296 km vervangen, nog voor aankoop van de auto door de
consument. Bij aflevering in juli 2021 was de kilometerstand 16.009. De ondernemer heeft als verkoper van
de auto in te staan voor de deugdelijkheid van de auto. Op grond van de wettelijke bepalingen met
betrekking tot de koopovereenkomst is hij verplicht om een auto te leveren die bij aflevering aan de
overeenkomst voldoet, ‘conform’ is. Een zaak voldoet niet aan de overeenkomst, wanneer deze niet de
eigenschappen bezit die de koper daarvan mag verwachten op grond van de aard van de zaak en de
mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan. De koper van een Qashqai mag in elk geval
verwachten dat het gekochte voertuig bij aflevering geschikt is voor een normaal en veilig gebruik, wat
betekent dat de auto in elk geval moet voldoen aan de eisen om bij een APK goedgekeurd te worden en
geen in verhouding tot zijn leeftijd buitensporig onderhoud behoeft.

In dit verband zij opgemerkt dat eventuele afspraken met de fabrikant of importeur over (de beëindiging van)
een dealerschap hier niet aan afdoen, omdat de consument daar geen partij in is.

Voldoet een geleverde zaak niet aan de overeenkomst, doordat hij bij aflevering een gebrek vertoonde, dan
heeft de verkoper in beginsel wanprestatie gepleegd en heeft de koper aanspraak op kosteloos herstel.
Bepalend voor de vraag of aanspraak bestaat op kosteloos herstel is dus het moment van aflevering van het
gekochte. Bij aflevering moet het gebrek al aanwezig zijn geweest. Op grond van artikel 7:11 BW gaat
immers het risico dat een gekochte zaak verloren gaat of defect raakt in beginsel bij aflevering over van de
verkoper naar de koper, dus gebreken die na de aflevering ontstaan hoeven niet kosteloos door de verkoper
te worden hersteld.

Op grond van artikel V van de Wet van 20 april 2022 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
(BW) etc. is op de overeenkomst het recht van toepassing zoals dat gold voor de wijziging van boek 7 BW
per 22 april 2022, omdat de koopovereenkomst tot stand is gekomen op 14 juli 2021 en dus vóór de
inwerkingtreding van de wijziging van boek 7 BW. Op grond van het toepasselijke recht, meer in het
bijzonder het oude artikel 18, lid 2 van boek 7 BW (7:18, lid 2 BW oud), wordt vermoed dat een gebrek bij
aflevering heeft bestaan, wanneer dit gebrek zich binnen zes maanden na aflevering voordoet.
In september 2022, bij een kilometerstand van 37.000 km, is de versnellingsbak volgens de consument
geluid gaan maken. Op dat moment had de consument 21.000 kilometer met de auto gereden en was in
totaal na vervanging van de versnellingsbak 23.700 kilometer met de auto gereden, kennelijk zonder dat de
klacht zich voordeed. De garantietermijn bij de aankoop van de auto was op dat moment ruim verstreken.
Ook de wettelijke termijn van artikel 7:18, lid 2 BW (oud) was op dat moment al verstreken, zodat de
consument geen beroep kan doen op het wettelijk vermoeden van deze bepaling.

Wanneer de consument de ondernemer aansprakelijk houdt voor herstel van een klacht, is het in beginsel
aan de consument om te stellen dat de ondernemer is tekortgeschoten door bij aflevering een auto te
leveren die op dat moment al een gebrek vertoonde. De commissie is van oordeel dat dat in dit geval niet in
voldoende mate is aangetoond. Uit de omstandigheid dat na vervanging van de versnellingsbak ruim 23.000
kilometer zonder klachten met de auto is gereden volgt in elk geval dat geen (grove) fouten zijn gemaakt bij
het monteren van de versnellingsbak. Zou dat zo zijn geweest, dan had de versnellingsbak veel eerder en
veel ernstiger klachten moeten geven.

Zo lang niet is aangetoond wat het gebrek is en dat het aannemelijk is dat dit bij aflevering al aanwezig moet
zijn geweest, kan een aansprakelijkheid van de ondernemer voor herstel(kosten) niet worden aangenomen.
De enkele omstandigheid dat de versnellingsbak nu een geluid maakt is daarvoor niet voldoende, omdat hier
diverse oorzaken aan ten grondslag kunnen liggen. Omdat het de consument is die de aansprakelijkheid van
de ondernemer zal moeten aantonen, komen daartoe te maken diagnosekosten in beginsel voor rekening
van de consument. Volgt uit de diagnose dat de consument inderdaad een gebrekkige auto geleverd heeft
gekregen en de ondernemer aansprakelijk is voor herstel(kosten), dan komen de diagnosekosten als
redelijke kosten tot vaststelling van aansprakelijkheid op grond van het bepaalde in artikel 6:96, lid 2 aanhef
en onder b BW alsnog voor rekening van de ondernemer.

Voor het onderhavige geschil betekent het voorgaande dat de commissie tot op heden geen gronden zijn
gebleken om de ondernemer tot herstel gehouden te achten. Onmiskenbaar is dat in de versnellingsbak een
geluid hoorbaar is, maar de oorzaak daarvan kan pas na een verdere diagnose worden vastgesteld. Zoals
hiervoor is overwogen, komen de daarmee gemoeide kosten allereerst voor rekening van de consument. De
klacht zoals die nu voorligt is daarom ongegrond. Maar de commissie is van oordeel dat de consument zijn
klacht wel op goede gronden aan de commissie heeft voorgelegd. Gelet op het bepaalde in artikel 21, lid 2
van het Reglement Geschillencommissie Voertuigen zal de commissie daarom bepalen dat de ondernemer
wel aan de consument het door deze betaalde klachtengeld moet vergoeden.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Wel dient de ondernemer overeenkomstig artikel 21, lid 2 van het reglement van de commissie een bedrag
van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, de
heer B.H. Oving en mevrouw mr. R. Jelicic, leden, op 20 oktober 2023.