Geschillencommissie oordeelt over energieverbruik en prijsplafond

De Geschillencommissie




Commissie: Energie Prijsplafond    Categorie: Energie Prijsplafond / Teruglevering    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 227574/233215

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In 2023 heeft de consument meer energie teruggeleverd dan afgenomen, waardoor er in die periode geen verbruikskosten waren die het prijsplafond overschreden. De consument betoogde dat zijn energieverbruik in het eerste kwartaal van 2023 tegen een te hoog tarief werd gefactureerd, maar de ondernemer stelde dat deze factuur het verbruik over een langere periode omvatte (juni 2022 tot juni 2023), terwijl het prijsplafond alleen voor 2023 gold. De commissie steunde het standpunt van de ondernemer en oordeelde dat de klacht van de consument ongegrond was.

De uitspraak

Samenvatting
De consument heeft in de in aanmerking te nemen periode in 2023 meer energie teruggeleverd dan
afgenomen. Voor een korting volgens de prijs plafondregeling is dan ook geen plaats.

Standpunt van de consument
Tijdens tariefperiode eerste kwartaal 2023 zijn mijn kwh in rekening gebracht tegen een prijs boven het
prijsplafond terwijl mijn verbruik (1 januari 2023 tot afgifte jaarrekening) na salderen (opwekking 1 januari
2023 tot afgifte jaarrekening) niet boven het prijsplafond is uitgekomen.
Ik verlang dat de stroom geleverd in het eerste kwartaal van 2023 in rekening gebracht wordt volgens het
overheidsbepaalde tarief binnen het prijsplafond.

Standpunt van de ondernemer
Op deze jaarrekening hebben wij geen prijsplafondkorting toegepast. Op de jaarrekening is er dan wel
sprake van een in rekening gebracht verbruik van 1.916 kWh, maar dit verbruik behelst de gehele
leveringsperiode van 26 juni 2022 tot en met 25 juni 2023. Het prijsplafond ziet alleen toe op het jaar 2023.
Het komt er op neer dat er in het jaar 2023 op deze jaarrekening sprake is van teruglevering boven
verbruik. Normaliter krijg je daar een terugleververgoeding voor, maar omdat de saldering op de
jaarrekening plaatsvindt en over de leveringsperiode op de jaarrekening sprake is van een verbruik
ontvangt de consument geen teruglevergoeding op de jaarrekening maar wordt er verbruik in rekening
gebracht. Wanneer wij op de jaarrekening de prijsplafondkorting zouden toepassen, dan moeten wij korting
geven op een negatief verbruik, wat betekend dat consument in plaats van een korting een extra bedrag
moet betalen. Het toekennen van de prijsplafondkorting zou dus negatief uitpakken. Bij het prijsplafond is
het de bedoeling dat er over het jaar 2023 niet meer betaald wordt per kWh dan het prijsplafond tarief. Er
kan dus niet naar een deelperiode gekeken worden, zoals door de consument aangegeven is.

Oordeel van de commissie
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie het standpunt van de
ondernemer. In de in aanmerking te nemen periode in 2023 heeft de consument meer energie
teruggeleverd dan afgenomen. In die periode is hem geen verbruik in rekening gebracht, zodat per definitie
het prijs plafond niet is bereikt. De klacht treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie Prijsplafond, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs,
voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer mr. P. P. van der Neut, leden, op 25 januari 2024.