Gevolgschade ten gevolg van installatie; schadevergoeding door ondernemer.

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 60383

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 9 april 2010 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een complete keuken met inbouwapparatuur en het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 46.900,–, exclusief € 3.185,– aan installatiekosten. De levering vond plaats op of omstreeks 15 juni 2010. De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks 16, 17 en 18 juni 2010. Het geschil gaat over de vraag of de geleverde keuken voldoet aan de eisen, die de consument daaraan mag stellen op grond van de koopovereenkomst.   De consument heeft een bedrag van € 5.150,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 29 juni 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft een veelheid van klachten, variërend van klachten oven het tafelblad, dat niet conform hetgeen besteld is bleek te zijn, klachten over ten onrechte in rekening gebrachte meerkosten, klachten over verkeerd geleverde onderdelen, klachten over onjuiste advisering, over niet correcte afwerking van de keuken, over gebreken aan onderdelen, klachten over bij en door de plaatsing toegebrachte schade en over verkeerde leidingschema’s, waardoor onnodige voorzieningen geplaatst zijn.   Een aantal punten staan nog steeds open.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De consument geeft aan dat een financiële oplossing door voorkeur heeft.   Tussen de consument en de ondernemer is uitgebreid onderhandeld. Uiteindelijk worden partijen verdeeld over de vraag of de consument een bijdrage dient te betalen. De consument verlangt € 2.650,– korting en levering van het tafelblad dat is uitgekozen. De ondernemer verlangt een bijdrage ten bedrage van € 800,–, die de consument niet wil betalen, omdat hij immers overeengekomen is dat een passende tafel geleverd zou worden.   De consument verlangt creditering van het nog openstaande bedrag.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer geeft aan dat de keuken wel voldoet aan hetgeen is overeengekomen. Als al sprake zou zijn van gebreken, dan vallen die binnen de tolerantiegrenzen. Voor zover dat niet het geval is kunnen de gebreken hersteld worden. Waar de consument gevolgschade in rekening brengt accepteert de ondernemer niet offertes van het eigen bedrijf van de consument.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer heeft het niet te leveren tafelblad gecrediteerd. Daarmee mag hij een nieuw te leveren duurder tafelblad normaal in rekening brengen. De ondernemer is bereid de korting van € 2.650,– te verlenen, maar de consument dient dan wel tenminste een bijdrage te betalen aan het tafelblad, waarbij de ondernemer € 800,– verlangt.   Dit is naar de mening van de ondernemer een redelijke oplossing.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   In dit geval is een korte omschrijving niet mogelijk. Gemakshalve heeft de deskundige de lijst met 59 punten opgesomd door consument bijgevoegd, waarbij vermeld moet worden dat enkele zaken dubbel op de lijst staan of over hetzelfde gaan en enkele zaken die er niet meer toe doen of al opgelost zijn.   Er blijven een aantal zaken over. Openstaande gebreken   Tafel kan niet conform overeenkomst geleverd worden, het blad is door ondernemer gecrediteerd en verschillende voorstellen voor nieuw ander blad tegen betaling gedaan; Niet afwerken 100 graden leiding, de ondernemer wil dit alsnog doen gratis in MDF en passende kleur; Foutief advies deur ingang keuken staat zoals situatie nu is en op tekening volgens ondernemer in overleg gedaan; Wat betreft de afvalemmer, bestekbakken, kitafwerking, bolling koelkastdeur, doorgeboord gat in lade en beschadiging (lichte) pilasters kunnen simpel vervangen en gemonteerd worden. Kosten hiervoor 1 dag werk € 480,– + onderdelen grotendeels gratis c.q. garantie door [merk], andere zaken € 250,–.   Dan bij gevolgschade:   De aanleg van krachtstroom was niet nodig, de leiding had gewoon veilig en volgens voorschriften gebruikt kunnen worden voor 220 Volt met kleine schakelaar dus € 1.166,– was niet nodig geweest; Tape koelkast schade € 107,– is mij onduidelijk; Schade aan stucwerk is weinig, maar is er wel, het bedrag € 252,– lijkt mij aan de hoge kant; Demontage maatwerkkast bijkeuken t.b.v. van magnetron, ook hier bedrag nogal hoog € 698,– voor een geschilderde spaanplaat open kast; Herstel stucwerk plafond en de- en montage apparaten € 428,– zal goed kunnen zijn als het ook als zodanig zal worden uitgevoerd.   Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de geconstateerde gebreken opvallend.   Herstel is technisch mogelijk, waarbij vermeld moet worden dat als alles zoals omschreven door de keukenspecialist opgelost zou worden, mijns inziens het een totaalbedrag van € 1.500,– inclusief BTW zal zijn, echter zonder de opsomming van gevolgschade.   Ik heb 2,5 uur geprobeerd ondernemer en consument bij elkaar te brengen, heb alle opties samen met hen bekeken en berekend, echter, consument heeft geen enkel vertrouwen meer in de ondernemer. Ook het depotbedrag te middelen op alle manieren is niet gelukt. Consument wil het depotbedrag terug tegen finale kwijting. en zelf een nieuw tafelblad laten maken. Door ondernemer is aangeboden een fineer gelakt blad voor € 1.600,– en ook de gebreken af te laten werken door derden. Het laatste bod van consument was om € 2.500,– van depot aan ondernemer te betalen en dat ondernemer dan wel het blad voor € 1.600,– moest leveren.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De consument heeft een keuken gekocht met specifiek de door hem gewenste uitstraling. De keuken zoals die uiteindelijk geleverd is voldoet qua keukenkasten en qua apparatuur aan de verwachtingen van de consument, maar de installatie en de afwerking is niet geweest zoals de consument verwacht had. Uit de rapportage van de door de commissie ingeschakelde deskundige blijkt dat er nog steeds afwerkingspunten openstaan, terwijl bovendien sprake is van gevolgschade ten gevolge van de installatie. Daar komt bij dat de consument ook gekozen had voor een specifieke tafel, die vervaardigd was in de bij de keuken passende materialen. Deze tafel bleek niet leverbaar.   De commissie is van oordeel dat de consument al met al niet die keuken heeft gehad die hij had mogen verwachten, waarbij de commissie zich realiseert dat het de consument te doen was om het gehele plaatje van de keuken.   Van de ondernemer had ten aanzien van de tafel naar het oordeel van de commissie meer souplesse verwacht mogen worden, omdat ook de tafel deel uitmaakt van het geheel van hetgeen de consument heeft gekocht en dat eigenlijk meteen al niet meer realiseerbaar bleek. De door de ondernemer geboden oplossing is daarmee niet redelijk.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   De commissie is van oordeel dat partijen gebaat zijn bij een financiële oplossing en zal een vergoeding vaststellen die de consument toekomt vanwege aspectverlies, teneinde elders de keuken te laten afwerken en om een tafel aan te schaffen die past bij de uitstraling van de keuken. Deze vergoeding wordt door de commissie in redelijkheid en billijkheid vastgesteld op 10% van de koopprijs, derhalve € 4.690,–. Daarmee wordt de consument dan tevens in de gelegenheid gesteld om een hem passende tafel aan te schaffen.   De vordering van de ondernemer is zoals vermeld in de brief van de ondernemer van 30 september 2011 € 4.716,10. Na aftrek van voormeld bedrag resteert daarvan € 26,10. Dit bedrag zal uit het depotbedrag aan de ondernemer betaald worden, het restant zal worden terugbetaald aan de consument. Daarbij merkt de commissie op dat de consument, nu aan de ondernemer slechts een gering bedrag toekomt, geen rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is, die wel bij het depotbedrag inbegrepen zijn.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4.690,–, welk bedrag zal worden verrekend met de depotstorting als nagemeld.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag ad € 5.150,– wordt een bedrag ad € 26,10 uitbetaald aan de ondernemer. Aan de consument wordt terugbetaald een bedrag ad € 5.123,90.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 9 januari 2012.