Commissie: Afbouw
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
179024/186299
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De ondernemer heeft een gietvloer aangelegd op de eerste verdieping en op de begane grond van het huis van consument, plus coating in garage. Bij inspectie van de vloer zijn gebreken ontdekt door de consument. De consument wenst herstel van de gebreken. De ondernemer heeft geen verweer gevoerd, maar is wel bij het deskundigenonderzoek geweest. De omvang van de gebreken zijn volgens de deskundige gering. Herstel is technisch mogelijk. De commissie stelt vast dat bepaalde onderdelen van de vloer herstel behoeven. Daarnaast is de ondernemer tekortgeschoten in zijn waarschuwingsplicht. De ondernemer dient het een en ander te herstellen. De klacht is ten dele gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 juni 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een Polyurethaan gietvloer, betonlook, fabricaat [vloerafwerkingsbedrijf] met transparante topcoating [leverancier van bouwmaterialen] op de begane grond en de eerste verdieping en in de garage een Wateremulgeerbare epoxycoating (Epoxycoating WE) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 11.044,27 (€ 4.294,29 + € 308,55 + € 1.073,57 + € 5.367,86).
De overeenkomst is uitgevoerd in of omstreeks december 2021.
De consument heeft op 3 januari 2022 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft op 29 juni 2021 een overeenkomst gesloten met de ondernemer voor realisatie van een gietvloer op de eerste verdieping en op de begane grond, plus coating in garage.
Het werk vond plaats in december 2021 en toen de consument vervolgens na afloop – toen het betreden mocht worden – ging inspecteren, werden gebreken ontdekt. Dit is direct gemeld per e-mail, waarop een medewerker van de ondernemer langs is geweest, maar een oplossing of terugkoppeling bleef uit. Ook na de ingebrekestelling van 23 maart 2022 met laatste herstelkans is geen oplossing gevolgd, slechts de toezegging dat het gemeld was bij verzekeraar. Maar ondanks vele herinneringen is geen inhoudelijke reactie ontvangen.
Ter zitting is – voor zover hier relevant – nog het volgende verklaard door de consument.
De consument blijft bij wat door haar is aangevoerd. Het rapport van de deskundige wordt op juistheid onderschreven. Wij hebben er vertrouwen in dat de ondernemer het noodzakelijke herstel kan uitvoeren. In beide douches dient dus alsnog een goed afschot te worden gemaakt en de coating in de garage is erg glad; ook dat moet hersteld worden. Voor wat betreft de overgang in de woonkamer naar de parketvloer, is de consument nu zo ver dat hier geen herstel meer wordt geëist.
De consument verlangt herstel van de gebreken door de ondernemer.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.
Wel blijkt het standpunt van de ondernemer uit wat de ondernemer tegenover de deskundige heeft verklaard.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.
Consument deelde mij het volgende mede:
Wij hebben een gietvloer laten aanbrengen door ondernemer in multicolor (betonlook) op de begane grond en eerste verdieping (inclusief twee badkamers). De bedoeling was dat de vloerafwerking meer vleug zou hebben dan thans het geval is. Toen de werkzaamheden werden aangevangen is er in ons bijzijn een proefstukje gemaakt in de slaapkamer linksvoor. Dat was akkoord ten aanzien van tekening en wij werden daarna vriendelijk verzocht te vertrekken. De applicateur gaf aan onze kleurwens te hebben begrepen. De aansluiting van de gietvloer op het parketdeel in de woonkamer correspondeert niet met de telefonisch beloofde vloerdikte (3mm). Over de wijze waarop deze zou worden uitgevoerd bestaat wel correspondentie (deze zit nog niet in het dossier). Wij hebben de parketvloer op een egalisatie laag laten aanbrengen, zodanig dat deze 3mm boven de omringende (hoger gelegde) dekvloer zou liggen. Inmiddels nemen wij onder de eetkamertafel ter plaatse van de ‘thuiswerkplek’ nu ook glimmend delen in de gietvloer en is de vloerafwerking aan de deurstijl wat gebobbeld. In de badkamers op de verdiepingsvloer is het afschot niet in orde. De cementgebonden dekvloer is daar door een gespecialiseerd bedrijf onder afschot aangebracht. In de aanvullend opgedragen coating van de garage zien wij bobbeltjes en luchtbelletjes. Er is een groot kleurverschil met de naastgelegen gietvloer, terwijl deze gelijk van kleur zou zijn. De coating glanst bovendien erg en is erg glad in het gebruik. De coating is bovendien niet volledig dekkend aangebracht. Dat stukje ligt achter de werkbank en is nu niet te bekijken.
De ondernemer vertelde mij het volgende:
De gietvloer heeft een kleurvleug en daar zit altijd enige variatie in. Wij zijn van mening dat de vloer overeenkomt met het proefstukje. Wij laten de consument zo min mogelijk op het werk aanwezig zijn, omdat wij vuil in de vloerafwerking (haren en dergelijke) zo veel mogelijk willen voorkomen. De gietvloer is een mengkleur van RAL 7032 en RAL 1013 met zeer lichte tekening. Voor de coating in de garage is gekozen voor één van de twee basiskleuren, aangezien ‘betonlook’ niet in een coating kan worden gerealiseerd. In de badkamers hebben wij vloerafwerking aangebracht op een door een professionele partij vervaardigde dekvloer. Wij achten ons niet verantwoordelijk voor de mate van afschot waarmee deze werd gelegd, wij hebben daar geen invloed meer op.
De draingoot is geplaatst door een loodgieter. Wij moesten daarop aansluiten.
Mijn vaktechnische beoordeling luidt als volgt:
Ten aanzien van de gietvloer is door mij het proefvlak in de slaapkamer vergeleken met de overige aanwezige vloerdelen. Ik acht de variatie in de tekening tussen die oppervlakken beperkt. De tekening is zeer licht aanwezig, hetgeen een kleine variatie wat sterker zichtbaar maakt, maar ik acht een en ander in lijn met de overeenkomst en aanwijzing ter plaatse (proefvlak) uitgevoerd. Het proefvlak heeft een lichte nuance en het overige vloeroppervlak in iets meerdere én mindere mate evenzeer.
In de woonkamer is een gedeelte parketvloer aangebracht. Deze parketvloer ligt ongeveer 2-3mm boven de geleverde gietvloer (aan zijde woonkeuken en zijde gang). De gestelde dikte van 3mm is ongebruikelijk, namelijk relatief dik en bovendien immer een gemiddelde. Gietvloeren worden handmatig aangebracht en een variatie van 2-4mm is daarbij dan volkomen gebruikelijk. Als de gietvloer is aangebracht en dan nog altijd een 2-3mm hoogteverschil aanwezig is, dan kan dat niet slechts worden verklaard door de dikte van de aangebrachte gietvloer, maar heeft ook tolerantie in de dekvloer een zekere rol. De gebruikelijk toegestane tolerantie in een cementgebonden dekvloer voor woongebruik is 4,5mm/m¹. Ofschoon consument niet tevreden is over de aansluiting van gietvloer op parket acht ik deze wel degelijk netjes. Hooguit zou de parketleverancier een klein vellingkantje aan de rand van het parketoppervlak kunnen maken, dan wordt het nog mooier.
In de badkamers is nauwelijks afschot in het vloeroppervlak aanwezig (in de kleine douche nauwelijks, in de grote douche niet aanwezig). Ofschoon het in beide gevallen een klein vloeroppervlak betreft (van deurplint tot draingoot) is van afwatering vooral geen sprake omdat de draingoot een rand heeft welke circa 2mm boven het vloeroppervlak uitsteekt. Water dat op de vloer komt blijft achter de rand van de draingoot staan en dat levert plasvorming op. Er is met het plaatsen van de goot kennelijk rekening gehouden met een beduidend dikkere gietvloer. Zo’n dikte wordt echter niet gebruikelijk aangebracht. In dit geval zou een egalisatielaag op de dekvloer een vlakke aansluiting met de draingoot hebben kunnen opleveren. Dat was echter geen onderdeel van de overeenkomst tussen partijen.
De dekvloer van de bovenverdieping is als verend opgelegde dekvloer gerealiseerd. In deze dekvloer is vloerverwarming opgenomen en langs de randen zijn kantstroken aangebracht. Deze kantstroken zijn niet doorgezet in de gietvloer, omdat consument een plintloze afwerking wenste. Als dan de gietvloer wordt aangebracht, neigt deze naar inzakken boven die kantstroken en dat is nu inderdaad langs de wanden zichtbaar. Ter plaatse van een deurstijl is bovendien zichtbaar dat de dekvloer enigszins in niveau is gezakt door inklinken van de isolatielaag onder de dekvloer (betreft bijgekomen opmerking). Daardoor is de gietvloer losgetrokken van de dekvloer en dat zijn de ‘blazen’ die door consument worden gemeld. Een uitvoering zoals door consument gewenst kan niet deugdelijk worden uitgevoerd. Als de dekvloer door opwarming kan uitzetten, zal ook de gietvloer op die dekvloer die ruimte moeten worden geboden. De kantstrook moet dan ook bij voorkeur worden doorgezet in de gietvloer en van een nette ‘plintloze’ aansluiting kan geen sprake zijn: plinten behoren te worden aangebracht, met enige ruimte tussen plint en bovenzijde vloerafwerking die dan kan worden afgekit voor het esthetisch mooiste resultaat.
Bijgekomen opmerking van consument betreft ook het inmiddels zichtbaar worden van glanzende plekken in de gietvloer onder de eettafel. Dit wordt veroorzaakt door intensief gebruik, waardoor de topcoating plaatselijk is afgesleten. Dat kan bijgespoten worden, maar het middel zal vermoedelijk dan erger zijn dan de kwaal. Beter is om in de toekomst de topcoating een keer te laten overzetten over het gehele vloeroppervlak. Dat is aan te merken als normaal onderhoud en gevolg van aangelegde gebruiksbelasting die op het betreffende punt vrij intensief is geweest.
Het kleurverschil tussen gietvloer in de woning en coating in de garage is eenvoudig vast te stellen en lijkt vrij groot. Dat er sprake is van kleurverschil is volkomen logisch en niet te voorkomen. De gietvloer is een mengkleur van grijs met wit, zodat een tussenkleur met enige nuance ontstaat. Een coating wordt echter opgerold en kan slechts in uni-kleur worden aangebracht. Er is geen specifieke kleur schriftelijk overeengekomen. Telefonisch is tussen partijen besproken dat de grijstint van de gietvloer zou worden gebruikt (RAL 7032). Met een kleurmeter werd door mij de kleur van de coating als RAL-waarde bepaald. Daarnaast zijn door mij de kleur van de coating én de kleur van de gietvloer als NCS-kleur gemeten.
Dit omdat NCS-kleuren een beter vergelijk tussen kleuren en de invloed van mengkleuren weergeeft.
De vloercoating in de garage werd door mij gemeten als RAL 7032, NCS S3005-G80Y. De gietvloer werd door mij enkele malen gemeten, waarbij de waarde enigszins fluctueerde (door de aanwezige betonlook), maar in hoofdzaak werd vastgelegd als NCS S4005-Y20R.
NCS-notaties kennen drie samenstellende componenten, die een goed vergelijk mogelijk maken. De eerste twee cijfers geven de intensiteit (hoeveelheid zwart) aan. De twee daaropvolgende cijfers de chromaticness (kleurigheid) en daarna volgt een percentage tussen twee van de vier elementaire kleuren (Rood (R), blauw (B), Groen (G) en geel (Y).
De coating in de garage en de vloer wijken iets af in intensiteit (30 ten opzichte van 40). Beide materialen zijn hoofdzakelijk gelig, waarbij beide materialen 80% geel zijn en de coating wat groener is en de gietvloer wat roder. Dergelijke verschillen zijn door kleurmenging en vergeling (een epoxycoating is licht vergelend, een alifatische polyurethaan gietvloer niet) te verklaren. Ik ben van mening dat gesteld mag worden dat inderdaad de basistint grijs van de gietvloer in de garage als unikleur coating werd toegepast. Een ‘gelijke’ kleur was per definitie onmogelijk, aangezien de gietvloer een duo-kleur met nuanceverschillen daarin betrof.
De coating in de garage toont inderdaad enige onregelmatigheden uit de ondergrond. Dat is niet bijzonder, een coating is een dermate dun systeem (tot 0,2mm per laag) dat deze geen egaliserende werking heeft. Dat is een kenmerkend verschil ten opzichte van een gietvloer. Als dat doortekenen niet gewenst wordt, zou gekozen moeten worden voor een (aanzienlijk duurdere) gietvloer. De mate van glanzend zijn en ook de mate van anti-slip behoren bij een epoxy coating WE. Als daaraan aanvullende eisen worden gesteld had bijvoorbeeld tegen meerprijs desgewenst een glasparel in de coating kunnen worden ingewerkt. Dat zou een enigszins gestructureerd oppervlak hebben opgeleverd dat dan ook wat meer slipweerstand zou hebben. De vloercoating kan desgewenst op deze wijze worden overlaagd.
In algemene zin is de coating vrij dik opgebracht, waarschijnlijk doordat deze nauwelijks met water is verdund, en daardoor zijn in het oppervlak nog rollerbanen herkenbaar. Ofschoon niet functioneel belemmerend is dat niet de meest nette wijze van aanbrengen. Het geeft echter wel aan dat de coating zeker niet te dun kan zijn opgebracht. Dat er ergens wellicht een minder goed gedekt plekje zou kunnen zijn doet daar niet aan af.
De omvang van de klachten is gering te noemen.
Herstel is technisch mogelijk en wel als volgt:
De doucheruimten kunnen worden ontdaan van gietvloer, met troffelmortel alsnog op afschot worden gebracht op een peil dat een opstaand randje rondom de goot voorkomt (de gietvloer kan dan minimaal boven de rand uitkomen). Op die wijze wordt accumulatie van water op het vloeroppervlak dan goeddeels voorkomen (door adhesie zal altijd een zekere waterfilm op de vloer kunnen blijven liggen, zelfs bij zeer sterk afschot).
Optioneel kan de parketvloer van een kleine vellingkant worden voorzien om het aanwezige (beperkte) hoogteverschil op te lossen.
De coating in de garage kan worden aangepast door deze op te schuren (en zo de rollerbanen te verwijderen), te voorzien van een gekleurde basiscoating eventueel ingestrooid met een anti-slip middel zoals glasparel, en vervolgens een gekleurde topcoating. De kleur zal afwijkend van de gietvloer blijven.
De kosten van herstel laten zich als volgt duiden:
Aanpassen van de twee douchevloertjes:
Verwijderen gietvloer € 700,–
Aanbrengen troffelvloer € 250,–
Aanbrengen gietvloer met topcoating € 500,– +
€ 1.450,– inclusief BTW
Aanpassen van de twee parketranden: € 300,– inclusief BTW.
Aanbrengen van coating in de garage met antislip (33 m2) €. 300,– inclusief BTW
Schuren vloeroppervlak (rolbanen verwijderen) € 200,–
Tweelaagse coating € 1.200,–
Optie: Toeslag instrooimateriaal €. 150,– +
€ 1.550,– inclusief BTW
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De klacht over het niveauverschil in de woonkamer van de aangebrachte vloer met het parket is ter zitting ingetrokken, zodat daarop geen beslissing meer volgt.
De bevindingen en conclusies van de deskundige worden door de commissie onderschreven en zij maakt die tot de hare. Dit ook nu daartegen door partijen geen bedenkingen meer zijn geuit.
Aldus is genoegzaam komen vast te staan dat de ondernemer op de door de deskundige aangeduide punten die herstel behoeven (met uitzondering dus van voormelde aansluitingen met de parketvloer), toerekenbaar is tekortgeschoten in een juiste/volledige nakoming van wat partijen zijn overeengekomen.
Dit oordeel behoeft de volgende toelichting.
Artikel 5 lid 3 van de hier van toepassing zijnde Algemene Consumentenvoorwaarden voor het Afbouwbedrijf in Nederland luidt als volgt:
“3. De ondernemer is verplicht de consument te wijzen op:
– onjuistheden in de opgedragen werkzaamheden, waaronder het werken op een ondeugdelijke ondergrond;
– onjuistheden in de door de consument verlangde constructies en werkwijzen; gebreken aan de (on)roerende zaak waaraan het werk wordt verricht;
– gebreken in of ongeschiktheid van materialen of hulpmiddelen die door de consument ter beschikking zijn gesteld; Eén en ander tenzij de ondernemer deze gebreken of onjuistheden niet kende of redelijkerwijze niet behoorde te kennen.”
De commissie is van oordeel dat de ondernemer ook tekort is geschoten in deze op hem rustende waarschuwingsplicht. Immers had de ondernemer alvorens met zijn werkzaamheden aan te vangen, de consument moeten en kunnen waarschuwen voor de aanwezigheid van nauwelijks tot geen afschot respectievelijk in de kleine douche en in de grote douche. Ook had bij twijfel of de daar vereiste vloerhoogte wel kon worden bereikt, de consument daarop moeten worden gewezen. Dat de ondernemer niet was gehouden tot egaliseren, maakt die waarschuwingsplicht niet anders.
Ook heeft de ondernemer kennelijk verzaakt om de consument te waarschuwen voor de mate van glanzend zijn en ook de mate van anti-slip behorend bij de toegepaste epoxy coating WE in de garage.
Herstel is vereist, doch alleen bij de daartoe door de deskundige aangeduide punten, met uitzondering – nogmaals – van de meergenoemde aansluiting(en) bij het parket.
De commissie zal treden in het verzoek om dat herstel op te dragen aan de ondernemer. Dit ook nu gesteld noch gebleken is dat de ondernemer daartoe niet in staat is. Herstel moet worden uitgevoerd
door de ondernemer (of – deels – door een door de ondernemer in te schakelen derde) zonder dat de consument daarvoor kosten in rekening mogen worden gebracht.
Deels is dus sprake van nakoming en deels van schadevergoeding in natura, daar waar – zo al vereist – de douchevloeren alsnog moeten worden voorzien van een (extra) verhogende/voldoende afschotvormende egalisatie laag.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Nu deels terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement gehouden om het klachtengeld aan de consument te voldoen en om de bijdrage in de behandelingskosten te betalen aan het secretariaat van de commissie. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.
Geheel los van de hier door de commissie opgedragen wijze van afdoening, wordt door de commissie nog overwogen dat voor de opgedragen herstelverplichting als tegenwaarde heeft te gelden de door de deskundige begrote bedragen van respectievelijk € 1.450,– en € 1.550,–.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie;
Verplicht de ondernemer tot nakoming/herstel van de twee douchevloertjes en van de garagevloer, een en ander zoals dat door de deskundige noodzakelijk is gevonden.
Bepaalt dat de consument daarvoor geen kosten in rekening mogen worden gebracht.
Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.
Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van zes weken na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Wijst af wat meer of anders is verzocht door de consument.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mr. B.C. Westenbroek en mr. M.J. Boon, leden, op 23 januari 2023.