Gietvloer niet goed gelegd door ontbreken dilatatie in ondervloer

De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 130764/132850

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Volgens de consument is de uitvoering van het leggen van een gietvloer niet goed gegaan. De consument stelt dat er een dilatatienaad in de ondervloer had moeten zitten. Omdat deze ontbrak, is de gietvloer niet correct aangebracht. Volgens de ondernemer is de consument gewezen op het risico van scheurvorming. Uit het deskundigenonderzoek blijkt dat de beschadigingen ernstig zijn en dat herstel technisch mogelijk is. De ondernemer heeft de prijs van de gietvloer al gecrediteerd en de consument heeft ervoor gekozen om een andere vloerafwerking te leggen. Aangezien de ondernemer onterecht geen dilatatie in de ondervloer heeft aangelegd, voldoet het werk niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De klacht is ten dele gegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 februari 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en aanbrengen van een anhydrietvloer en een PU gietvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.211,25 respectievelijk € 4.495,–. Dit laatste bedrag is na facturering gecrediteerd.

De levering en de werkzaamheden vonden plaats op of omstreeks 5, 6, 7 en 8 juli 2021 respectievelijk 6 tot en met 9 september 2021.

Het geschil betreft de vraag of de uitvoering van de geleverde gietvloer voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft de ondernemer ingeschakeld om een houten woonkamervloer te vervangen en af te werken met een PU gietvloer.

De overgang van de anhydriet vloer en bestaande keukenvloer is niet correct uitgevoerd, de egalisatie en de reparatiemortel krult op onder de PU vloer. De PU vloer wordt hierdoor omhoog geduwd.

De consument heeft ondertussen besloten om verder af te zien van een PU gietvloer. De uiteindelijk vloer zal een PVC-vloer worden, direct over de niet goed aangebrachte PU vloer (die tevens de verkeerde kleur heeft).

Voor de uiteindelijk oplossing en reparatie van het deel waar het geschil over gaat is de consument nog in afwachting van de uitkomst van het geschil.

Volgens de consument is het geschil niet opgelost met het niet in rekening brengen van de PU gietvloer. De verkeerde PU vloer ligt er immers nog wel in.

De ondernemer is in de veronderstelling dat het geschil alleen maar over de PU gietvloer gaat. Dit is niet correct. Er is een PU gietvloer die niet correct is aangebracht, maar ook een ondervloer (anhydriet) die niet goed is aangebracht op de plaats van de overgang woonkamer/keuken. De consument heeft ruim € 7.200,– betaald voor de ondervloer waar een dilatatienaad in had moeten zitten, zodat het andere probleem überhaupt niet aan de orde geweest zou zijn. Als kenbaar gemaakt zou zijn dat deze naad er in zou moeten zitten, zou de consument meteen afgezien hebben van een gietvloer. Een gietvloer kies je als je een vloerafwerking in één geheel wil, niet met nog een naad er tussen.

Bij het aanbrengen van de PU gietvloer is gesproken over “een stripje” in de gietvloer, maar verder is er nimmer over een dilatatienaad gesproken. Dit heeft in de gietvloer ook geen nut meer, deze had in de ondervloer moeten zitten.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft spijt van de keuze voor een gietvloer, die eigenlijk niet geschikt is om toegepast te worden zoals gebeurd is. De aanwezige houten vloer had eigenlijk aangepast moeten worden, er had daar ook een anhydriet vloer moeten liggen.

De deskundige heeft aangegeven dat de afwezigheid van een dilatatievoeg een probleem is.

De consument verlangt een oplossing naar redelijkheid.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is duidelijk schriftelijk gewezen dat er, omdat hij verschillende ondervloeren wenst (egaline en anhydriet), zich een grotere kans op scheurvorming ontstaat. Het voorstel van de ondernemer was om de bestaande vloer er compleet uit te halen, zodat dan overal een anhydrietvloer (eventueel op isolatie) kon worden aangebracht, dit om de kans op scheurvorming zo klein mogelijk te houden. De consument heeft hier niet voor gekozen, omdat dan de keuken ook compleet weg moest, hetgeen kostentechnisch niet haalbaar zou zijn. Daarom is er gekozen om de vloerverwarming deels in te frezen in de bestaande dekvloer, en de vloerrenovatie uit te voeren in anhydriet.

De consument is zowel schriftelijk op het risico van scheurvorming gewezen, als mondeling in de showroom. De vertegenwoordiger van de ondernemer heeft dit uitvoerig met klant besproken. Dit was nog voordat de anhydrietvloer en vloerverwarming geplaatst werd. Er is besproken dat de ondernemer de vloer zou kunnen inzagen en de vloer op kleur zou kunnen afkitten, of een dilatatieprofiel op kon nemen in de vloer. Dit was voor de consument niet wenselijk.

Ook bij aanvang van het werk is er weer gesproken over de eventuele dilatatie. De consument gaf toen aan dat dit niet wenselijk was, zoals eerder besproken.

Door een fout is er een verkeerde kleur vloer besteld en aangebracht. De ondernemer heeft de vloer afgelakt en contact opgenomen met de klant om dit te bespreken en een afspraak te maken om de vloer opnieuw aan te brengen. Telefonisch is dit besproken, ook toen gaf de consument aan dat de scheurvorming inderdaad bekend was.

Toen de afgesproken planning bevestigd is, kwam de consument terug op scheurvorming, waarbij hij zei dat hij niets wist van de eventuele scheurvorming die kon ontstaan tussen de nieuw gemaakte vloer en de bestaande vloer. Naar aanleiding daarvan is er nog contact geweest.

De ondernemer heeft de PU gietvloer gecrediteerd, tegen algehele kwijting, omdat partijen er helaas niet uit konden komen.

De ondernemer heeft de vloer opnieuw willen maken, dit omdat de kleur niet juist was. Ook zou dan de naad hersteld worden, maar de ondernemer kon geen garantie op het uitblijven van scheurvorming geven. De consument ging niet akkoord.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

In de woonkamer van de woning is door de ondernemer een nieuwe 50mm dikke verend opgelegde (ook wel zwevende) calciumsulfaatgebonden dekvloer gerealiseerd. Voor dit type dekvloer is de NEN 2742 beschikbaar. Een zogenaamde zwevende dekvloer wordt ondersteund door een verend (isolerend) materiaal, waardoor de spanning in dit type dekvloer zal toenemen. Door de vervorming van dit type dekvloer (uitzetten, krimpen o.a. door thermische spanning) dient deze dekvloer rondom los te liggen van opgaande bouwdelen (wanden). De ondernemer heeft dit in de woonkamer bij de aansluiting met wanden gerealiseerd door de toepassing van kantstroken. Maar bij de overgang van de woonkamer naar de keuken is de verend opgelegde dekvloer tegen de bestaande (op een betonnen draagconstructie hechtende) cementgebonden dekvloer aangegoten. Hier is door de ondernemer een starre aansluiting van de door hem aangebrachte verend opgelegde dekvloer met de bestaande, aan de betonnen draagconstructie hechtende, cementgebonden dekvloer gecreëerd. Deze starre aansluiting (overgang woonkamer-keuken) kan de in de dekvloer aanwezige spanning niet absorberen en gaat scheurvorming en onthechting op deze plaats vertonen. Gevolg is dat de 2 à 3 mm dikke hechtend aangebrachte kunstharsgebonden vloerafwerking (PU-gietvloer) op deze overgang opbollingen en scheurvorming is gaan vertonen.

Dit had voorkomen kunnen worden door op de overgang van de woonkamer naar de keuken een velddilatatie te plaatsen die deze spanning zou kunnen opvangen. Vanzelfsprekend zou deze velddilatatie in de aan te brengen hechtende vloerafwerking (PU gietvloer) moeten zijn doorgezet. Tijdens het gesprek liet de consument foto’s zien die duidelijk aangaven dat de door ondernemer aangebrachte verend opgelegde dekvloer direct tegen de bestaande cementgebonden dekvloer is aangegoten.

Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de problemen ernstig.

Herstel is technisch mogelijk. Op de overgang woonkamer naar keuken dient alsnog een dilatatie aangebracht te worden, die de spanning in de verend opgelegde dekvloer kan opvangen. Het alsnog aanbrengen van een dilatatieprofiel is door de aanwezige vloerverwarmingsleidingen een bijzonder ingrijpend en omvangrijk werk. Ook de vloerverwarmingsleidingen dienen door het dilatatieprofiel heen te worden geleid, waarbij aan beide zijde van dit profiel de leidingen door een mantelbuis moeten worden geleid.

De consument heeft inmiddels gekozen voor een alternatief door het aanbrengen van een zwevende vloerafwerking over de PU gietvloer heen. Tijdens de inspectie van de deskundige was de woonkamer door consument inmiddels al voorzien van deze nieuwe zwevende vloerafwerking. De consument gaf aan dat hij tot de inspectie heeft gewacht en nu zo snel mogelijk de rest van de begane grond (keuken) ook zou gaan voorzien van deze zwevende vloerafwerking. De consument gaf ter plaatse aan dat hij de opbolling, aanwezig op de overgang woonkamer-keuken, voor het overlagen met deze zwevende vloerafwerking eerst zal verwijderen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft de prijs van de gietvloer volledig gecrediteerd. De consument heeft aangegeven te kiezen voor een andere vloerafwerking.

Volgens de deskundige had de ondernemer al in de ondervloer een dilatatie moeten toepassen om de te verwachten spanning tussen de twee verschillend vloeren op te vangen. De ondernemer heeft dit ten onrechte nagelaten. Daarmee voldoet het werk niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.

Anderzijds heeft de ondernemer in de aan de consument verzonden e-mail van 10 februari 2021 wel degelijk gewaarschuwd voor mogelijke scheurvorming vanwege de verschillende ondervloeren. De commissie acht op grond daarvan alleszins aannemelijk dat de consument zelf uitdrukkelijk heeft aangegeven geen dilatatieprofiel, al was het maar in de vorm van een stripje, te willen.

Daarmee is het ontstane probleem het gevolg van zowel door de consument als door de ondernemer gemaakte keuzes.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

De consument past op de aangebrachte vloer een andere vloerafwerking toe. De aangebrachte ondervloer is geschikt om te fungeren als ondervloer voor de door de consument gekozen andere afwerking. Omdat de ondernemer de volledige prijs van de PU gietvloer al gecrediteerd heeft, is de commissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de consument schade lijdt.

Anderzijds is wel sprake van extra ongemak bij het leggen van een tweede vloer.

De commissie is van oordeel dat de consument daarvoor een vergoeding toekomt. De hoogte van deze vergoeding wordt door de commissie in redelijkheid en billijkheid vastgesteld op € 500,–.

Omdat de klacht ten dele gegrond is, dient de ondernemer de helft van het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.

De door de ondernemer te betalen bijdrage in de kosten van behandeling zal worden gematigd met 50%.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 63,75 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd. De behandelingskosten worden gematigd met 50%.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. B.C. Westenbroek en mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, leden, op 31 januari 2022.