Het gebruik van rubber doppen levert geen extreme belasting” van de gietvloer op”

  • Home >>
  • Afbouw >>
De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: Ondeugdelijke levering    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 55900

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 15 april 2009 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden (het leggen van een gietvloer) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 5.400,–. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 23 oktober 2009.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Onze grijze gietvloer vertoont gele vlekken, kringen en strepen. – Gele grote ronde kringen door de ronde poten van onze nieuwe barkrukken welke ter bescherming voorzien zijn van een rubberachtige ronde ring aan de onderzijde. – Gele strepen van de rubberen rand van de deurmat (door de ondernemer ook juist nog geadviseerd om gebruik te maken van deurmatten om inloop van vuil en zand te voorkomen om zo de vloer maximaal te beschermen). – Gele vlekken van de rubberen pootjes van gitaarsteunen en wieltjes van een steekkarretje.   Blijkbaar kan de gietvloer dus niet tegen rubber; of een stofje wat in rubber zit. Dit is ons echter nooit verteld, anders hadden wij uiteraard nooit gebruik gemaakt van (materialen met) rubber. We hebben zelfs onze handgemaakte tafel van geborsteld onbehandeld staal nog steeds op karton staan om zo de vloer maximaal te beschermen. Als een gietvloer dus niet tegen (zoiets simpels/veel voorkomend product als) rubber kan, vinden wij dat dit zelfs wel extra benadrukt mag worden, maar op zijn minst vermeldt. Er zijn zoveel gebruiksvoorwerpen (tafels, banken, kastjes et cetera) die je gebruikt in je huis, die voorzien zijn van rubber. Naast dat het dus absoluut niet mondelijk aangegeven is, staat het ook nergens in de papieren; ook niet in de lijst met punten, die is opgenomen in de papieren, met wat niet onder garantie valt en wat je niet met de vloer mag doen. Hier staat bijvoorbeeld onder andere als punt in "Geen extreme belastingen". De ondernemer probeert het niet gebruiken van rubber nu onder dit punt te duwen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer zegt dat de vloer niet extreem belast mag worden, maar ik kan daar uit niet afleiden dat het gebruik van rubber doppen niet zou kunnen. Ik ben daar ook niet voor gewaarschuwd.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Wat vervelend voor de consument dat er verkleuringen optreden aan zijn gietvloer. Hij geeft aan dat hij denkt dat het te maken heeft met plaatsen waar rubber heeft gestaan.   Dit heeft niets te maken met verkleuring door middel van UV-straling, maar door invloed van bijvoorbeeld weekmakers of de stof tannine wat in sommige producten zit.   Wij geven in elk verkoopgesprek aan dat men hier rekening mee moet houden en hebben dit ook bij de consument gedaan. In de opdrachtbevestiging staat ook beschreven dat extreme belasting (waar weekmakers en tannine onder valt) uitgesloten is van garantie. Wij willen de consument uiteraard graag helpen om de problemen op te lossen en bieden daarom aan de vloer te schuren en opnieuw te lakken, waar nodig zullen de plekken die de consument opnoemt extra geschuurd moeten worden. Afhankelijk van de diepte die geschuurd moet worden om deze plekken schoon te krijgen kan er kleur verschil ontstaan in het uiteindelijke eindresultaat. Omdat wij de consument graag als een tevreden klant zien kunnen wij hem uit coulance deze oplossing aanbieden tegen kostprijs € 800,– inclusief 19% BTW. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Wij hebben de consument mondeling medegedeeld dat zij moest oppassen met het gebruik van rubber.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   In de vloer zijn op diverse plaatsen gele verkleuringen zichtbaar. Twee voetjes van een transportkarretje zijn fotorealistisch afgedrukt in de gietvloer. Onder de rubber mat bij de tuindeur en de antislipringen van de stoelen in de keuken zijn duidelijke geelbruin-verkleuringen ontstaan.   De ter plaatse aangetroffen verkleuringen worden inderdaad veroorzaakt door de belasting met rubberen materialen. In de kunststof vloerenbranche is dit een gekend fenomeen, dat overigens veel meer in auto showrooms voorkomt dan bij consumentenvloeren.   De voorwerpen die door consument op de vloer zijn geplaatst betreffen volkomen normale gebruiksvoorwerpen, zoals stoelen met antislipprofiel, een deurmat en de voetjes van een gitaarstandaard.   In bovengenoemde materialen zijn zogenaamde weekmakers (veelal thiuramdisulfide) verwerkt, die in een polyurethaan coating of gietvloer kunnen trekken. Deze stof is chemisch dermate klein dat er eigenlijk maar één coating bekend is die intrekken daarvan met redelijke zekerheid kan voorkomen (maar zelfs dan niet geheel). Dit betreft een topcoating van NKC te Deventer: OAP 3000-1K. Om die reden worden in het algemeen waarschuwingen afgegeven om geen rubberbelasting op gietvloeren uit te oefenen en in autoshowrooms worden de autobanden door houten plaatjes ontkoppeld van gietvloeren.   Overigens moet wel gesteld worden dat de topcoating gezien de opgetreden verkleuring wel zeer gevoelig blijkt ten aanzien van intrekkende weekmakers. Een beeld van dergelijke ernst is bij een geringe belasting als ter plaatse nog nooit door deskundige waargenomen, zelfs niet in industriële gebruiksomstandigheden of autoshowrooms waar geen afscherming werd gerealiseerd tussen autobanden en vloerafwerking.   In principe zal een nieuwe gietvloer met een ander type topcoating moeten worden aangebracht om het huidige gebruik door de consument toe te laten. Indien de rubberbelasting op enigerlei wijze kan worden voorkomen (niet eenvoudig ten aanzien van stoelen) kan ook een andere topcoating, vergelijkbaar met de huidige, worden toegepast. Indien na het ook voor het aanbrengen van een overlaging noodzakelijke schuurwerk wordt vastgesteld dat de verkleuring (nog) niet in de onderliggende gietvloer is getrokken, kan met slechts een  nieuwe, transparante topcoating worden volstaan. De kans hierop achten wij echter uiterst gering.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie heeft kennis genomen van de bevindingen en conclusies van de deskundige en maakt deze tot de hare.   Voorts zij het volgende overwogen. Duidelijk is geworden dat op deze vloer geen rubber (in de vorm van doppen, onderzetters onder meubelen) kan worden gebruikt. Niet kan worden vastgesteld – anders dan de ondernemer stelt – dat tijdens een verkoopgesprek is gewaarschuwd of een voorbehoud voor het gebruik van rubber als voornoemd is gedaan/gemaakt, terwijl dit in de overeenkomst die tussen partijen is gesloten ook niet wordt vermeld. “Extreme belasting”, waar de ondernemer dit onder wil scharen is hier niet van toepassing, nu de commissie tot het oordeel komt dat het enkele (genoemde) gebruik van rubber geen extreme belasting van een vloer als de onderhavige oplevert.   Het voorgaande betekent dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten bij de uitvoering van de overeenkomst en dat hij dient te herstellen, zoals door de deskundige wordt aangegeven, waarbij het hem vrij staat een nieuwe toplaag aan te brengen. Mocht dit geen soelaas bieden (dat wil zeggen dat de gele vlekken niet verdwijnen) dan zal de gehele vloer opnieuw moeten worden aangebracht.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer voert de volgende werkzaamheden uit: Herstel van de vloer als hierboven aangegeven.   Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.   Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 6 weken na de verzenddatum van dit bindend advies.   De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, op 22 september 2011.