
Commissie: Energie
Categorie: Schade
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
29828
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de vergoeding van de door de consument gemaakte kosten in verband met een gesmolten hoofdzekering van de elektriciteitsinstallatie van de consument. De consument heeft op 13 april 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 15 februari 2009 heeft de consument te kampen gehad met een elektriciteitsstoring. De storing bevond zich voor de meter van de consument, die zich in de woning van zijn buurman bevindt. De consument heeft de hoofdzekering die was gesmolten direct laten repareren door een erkende installateur. De kosten hiervan hebben € 170,– bedragen. Op het verzoek van de consument om vergoeding van de kosten heeft de ondernemer een bedrag van € 100,– aan de consument vergoed. De consument stelt zich op het standpunt dat de ondernemer aldus zijn aansprakelijkheid heeft erkend. De ondernemer is verantwoordelijk voor de elektriciteitsleidingen tot aan de meter. Dit brengt voor de ondernemer mee dat hij alle in redelijkheid gemaakte kosten dient te vergoeden. Ook de aan de consument in rekening gebrachte voorrijkosten. Volgens de Algemene Voorwaarden is de ondernemer verantwoordelijk voor het onderhoud van de leidingen. De consument heeft veel hinder ondervonden van de buiten zijn schuld opgetreden storing. De consument heeft de kosten gemaakt omdat hij vermoedde dat de storing in zijn eigen installatie was opgetreden. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De hoofdzekering bevindt zich inderdaad in het Netwerk van de ondernemer. De zekering is daar in de eerste plaats geplaatst ten behoeve van de veiligheid van de consument en de aansluiting. De hoofdzekering smelt wanneer het gevraagde vermogen van de aangeslotene hoger is dan de doorlaatwaarde van de hoofdzekering. Onder normale omstandigheden zal de hoofdzekering niet onderhevig zijn aan slijtage en niet smelten. Het smelten van de hoofdzekering heeft niets te maken met onderhoud en controle van de aansluiting. De consument heeft meer vermogen afgenomen dan is overeengekomen en heeft aldus schade aan het netwerk toegebracht. Het door de consument ingeschakelde bedrijf heeft aan kosten een bedrag in rekening gebracht van € 170,17. De ondernemer zou, indien de reparatie door hem zou worden uitgevoerd, een bedrag van € 70,– in rekening hebben gebracht. Naar aanleiding van de klacht van de consument heeft de ondernemer besloten de consument een bedrag van € 100,17 te vergoeden, zodat de consument dezelfde kosten heeft indien hij de storing door de ondernemer zou hebben laten verhelpen. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument betaalt voor een bepaalde aansluitwaarde. Indien de binneninstallatie meer vermogen vraagt smelt de hoofdzekering en slaat de aardlekschakelaar niet af. Er is sprake geweest van overbelasting. De zekering kan al eerder beschadigd zijn geweest. Van een aan de ondernemer toe te rekenen stroomstoring is niet gebleken. Bij de buren was de stroom niet uitgevallen. De door de ondernemer gehanteerde tarieven staan op de website van de ondernemer vermeld. De ondernemer heeft uit coulance een bedrag aan de consument vergoed. De ondernemer heeft er begrip voor dat de consument een installatiebedrijf heeft gebeld. Vandaar die vergoeding. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt voorop dat nu de consument ervoor heeft gekozen niet ter zitting te verschijnen, hij zichzelf de mogelijkheid heeft ontnomen om de commissie van een nadere toelichting te voorzien en de stellingen van de ondernemer nader te betwisten. De commissie stelt dan ook vast dat de consument de stelling van de ondernemer dat de oorzaak van het smelten van de hoofdzekering niet het gevolg is van een aan de ondernemer toe te rekenen oorzaak, maar louter het gevolg is geweest van overspanning van de binnenhuisinstallatie, niet betwist. De daardoor veroorzaakte spanning was hoger dan de aansluitwaarde en als gevolg daarvan is de zekering gesmolten. Dit brengt mee dat naar het oordeel van de commissie de ondernemer in deze geen blaam treft. De commissie is voorts van oordeel dat de omstandigheid dat de ondernemer een deel van de gemaakte kosten heeft vergoed niet meebrengt dat daarmee aansprakelijkheid is aanvaard voor de kosten van herstel. Het door de ondernemer aan de consument betaalde bedrag is redelijk en de daartoe door de ondernemer gegeven uitleg is naar het oordeel van de commissie in lijn met de kosten die de consument had moeten maken indien aan de ondernemer opdracht was gegeven tot herstel. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, bestaande uit, op 17 juni 2010.