Hoge bijbetaling eindfactuur bij overstap energieleverancier in wintermaanden niet ongebruikelijk

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 17412/28511

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Het geschil gaat over de eindfactuur met betrekking tot de levering van gas en elektriciteit. De consument is overgestapt naar een andere energieleverancier en kreeg een eindafrekening van € 666,97. De consument stelt dat dit niet juist kan zijn, aangezien hij eerder een bedrag terugkreeg. Hij wil restitutie van wat hij te veel heeft betaald. Volgens de ondernemer klopt het dat de consument eerder een bedrag terugkreeg, omdat er werd gewerkt met voorschotnota’s en bij de jaarnota bleek dat er minder was verbruikt dan berekend. Echter, bij de overstap is geen gebruik gemaakt van een voorschotnota. Als gevolg van de overstap is een eindnota gestuurd waarin het in rekening gebrachte bedrag gebaseerd is op het werkelijke verbruik van de consument. Er is afgerekend op basis van de juiste meterstanden. Daarnaast is bij een overstap in de winterperiode een hoge bijbetaling volgens de ondernemer niet ongebruikelijk. De commissie stelt dat zij geen reden heeft om te twijfelen aan het verweer van de ondernemer en de uitleg hiervan. Aangezien de gevorderde bijbetaling is gebaseerd op de juiste meterstanden, moet de consument het bedrag op de eindnota betalen. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de eindfactuur met betrekking tot de levering van gas en elektriciteit.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is overgestapt naar een andere energieleverancier en kreeg een eindafrekening van € 666,97. Die eindafrekening kan volgens hem niet juist zijn. Eerder ontving hij een bedrag van € 220,22.
De consument wil restitutie van wat hij teveel heeft betaald.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is per 1 februari 2019 overgestapt naar een andere energieleverancier. In verband daarmee heeft de ondernemer een eind nota opgesteld.

De facturen van de voorschotnota’s met betrekking tot het jaar 2018 zijn alle door de consument betaald. Na verrekening van die betalingen met het bedrag dat de consument op basis van zijn werkelijke verbruik verschuldigd was, bleek hij nog een bedrag tegoed te hebben en dat bedrag is hem vervolgens uitbetaald.

Als gevolg van zijn overstap heeft de ondernemer aan de consument een eindnota gestuurd waarin de consument het bedrag in rekening is gebracht gebaseerd op zijn werkelijke verbruik, rekening houdend met de al betaalde voorschotnota’s.

Bij een overstap in de winterperiode, zoals hier aan de orde, is een hoge bijbetaling op de eindafrekening niet ongebruikelijk.

Er is afgerekend op basis van de juiste meterstanden. Over die standen is nog contact geweest met de consument en hij betwist die niet.
De consument is van mening dat hem teveel in rekening is gebracht voor het gebruik van gas.
Rekening houdend met graaddagen in de periode dat de consument klant was bij de ondernemer, blijkt zijn gasverbruik stabiel en nauwelijks gestegen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Als uitgangspunt heeft te gelden dat de consument de werkelijk door hem verbruikte hoeveelheid energie moet betalen. Het verbruik wordt berekend op basis van standen die geregistreerd zijn op de meters in de woning van de consument.

Omdat het verbruik van consumenten een keer per jaar achteraf in rekening wordt gebracht met een zogenaamde jaar-nota, worden aan consumenten gedurende dat jaar voorschotnota’s gestuurd.
De betalingen op die nota’s worden bij het opmaken van de jaar-nota vergeleken met het bedrag dat de desbetreffende consument verschuldigd is op basis van zijn werkelijke verbruik.
Het kan dan voorkomen dat er teveel is betaald en dan wordt het teveel betaalde uit gekeerd aan de consument.
Bij een overstap naar een andere energieleverancier brengt de ondernemer het verbruik in rekening dat niet in rekening is gebracht bij de eerdere jaar-nota.

Uit de stukken die de commissie ter beschikking staan, gaat de commissie er van uit dat de jaar-nota die de consument in december 2018 heeft ontvangen, opgemaakt is zoals hiervoor weergegeven en dat hij daarom toen een bedrag terug heeft gekregen.

Tussen partijen bestaat kennelijk geen verschil van mening over de meterstanden die de ondernemer heeft gebruikt bij het opmaken van de verschillende nota’s.

De eind-nota die de consument als gevolg van zijn overstap eind februari 2019 heeft ontvangen ziet dan ook op het werkelijke verbruik van de consument in de periode na die jaarafrekening van december 2018.

De ondernemer heeft uitgelegd dat bij een overstap in de wintermaanden een hoge bijbetaling niet ongebruikelijk is en dat het verbruik van de consument stabiel is gebleven uitgaande van zogenaamde graaddagen.
De commissie heeft geen reden te twijfelen aan die uitleg en nu de gevorderde bijbetaling is gebaseerd op de juiste meterstanden, is de consument gehouden het bedrag op de eind-nota te betalen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 17 juli 2020.