Commissie: Energie
Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding product/dienst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
130810/135142
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument stelt dat de meter van warm tapwater kapot is. De ondernemer berekent over een periode van anderhalf jaar een verbruik op basis van 70 m³ per jaar. Dat baseert hij op historisch verbruik. De consument stelt dat de meter al een lange tijd kapot is, wat maakt dat het historisch verbruik niet een goede basis is voor herberekening. Daarnaast heeft de ondernemer toegezegd te onderzoeken of het hoge verbruik te wijten is aan aftapping, maar de ondernemer heeft geen enkel onderzoek ingesteld. De ondernemer heeft de meter vervangen.
Er werd eerder geconstateerd dat de meter in de verkeerde richting is geplaatst, waardoor de meter terugloopt. De ondernemer constateert sinds de vervanging van de meter een stijgend verbruik. De ondernemer heeft conform het bepaalde in artikel 13.1 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden, een herberekening gemaakt op basis van een verbruik van 70 m³ per jaar.
De commissie stelt dat de consument op geen enkele manier aannemelijk maakt dat de nieuwe meter onjuist verbruik weergeeft. De herberekening die de ondernemer heeft gemaakt is daarentegen alleszins redelijk. Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft het door de ondernemer berekende verbruik van warm tapwater, nu gebleken is dat de
meter niet goed werkt.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
Gebleken is dat de meter van warm tapwater kapot is. De ondernemer berekent over de periode 28
september 2019 tot 29 maart 2021 een verbruik op basis van 70 m³ per jaar. Dat baseert hij op historisch
verbruik. Volgens de consument is de meter al lange tijd kapot, zodat het historisch verbruik niet een goede
basis is voor herberekening.
Daarnaast heeft de ondernemer toegezegd te onderzoeken of het hoge verbruik te wijten is aan aftapping,
maar de ondernemer heeft geen enkel onderzoek ingesteld.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
Op 29 maart 2021 is de meter vervangen. Geconstateerd werd dat de meter in de verkeerde richting
geplaatst is, zodat de meter terugloopt. Die verkeerde plaatsing moet bij de laatste onderhoudsbeurt in
2018 gebeurd zijn. Door de jaren heen zien wij een stijgend verbruik. In het jaar 2017/2018 was het
verbruik 87,90 m³. De ondernemer heeft over de periode 28 september 2019 tot 29 maart 2021, derhalve
over 18 maanden conform het bepaalde in artikel 13.1 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden, een
herberekening gemaakt op basis van een verbruik van 70 m³ per jaar.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Indien een meter niet goed gewerkt heeft, daargelaten wat de oorzaak is, is het redelijk om een
herberekening te maken op basis van het verbruik nadien, zeker als niet vast te stellen is sinds wanneer de
meter niet meer goed werkte. De ondernemer heeft op basis van de standen van 29 maart 2021 en 1
november 2021 een verbruik in die periode (ruim 7 maanden) van 74,4 m³ vastgesteld. Dat betekent
uiteraard dat op jaarbasis het verbruik hoger is. Daarvan uitgaande is een herberekening als gemaakt over
de periode 28 september 2019 tot 29 maart 2021 op basis van 70 m³ per jaar alleszins redelijk. Een
dergelijke herberekening was gebaseerd op artikel 13.1 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden. De
consument lijkt te betogen dat ook de nieuwe meter niet goed werkt, zodat voornoemde berekening onjuist
is. Zij maakt echter op geen enkele manier aannemelijk dat die meter onjuist verbruik weergeeft. De enkele
opmerking dat het verbruik hoog is voor een eenpersoonshuishouden is daartoe onvoldoende. De
commissie wijst nog op de mogelijkheid van ijking, waarover zij hierna nog een overweging maakt.
De consument heeft betoogd dat de ondernemer telefonisch toegezegd heeft dat een onderzoek ingesteld
zou worden naar aftapping. De ondernemer ontkent een dergelijke toezegging gedaan te hebben. De
consument toont die toezegging niet aan, zodat de gevraagde voorziening afgewezen wordt. Ook in de mail
van 14 juni 2021 van de ondernemer is geen sprake van een dergelijke toezegging. Bovendien is het
onwaarschijnlijk dat de ondernemer een onderzoek instelt naar de binnenhuis situatie van de leidingen in
de woning van de consument. Aanleg en onderhoud daarvan zijn voor rekening en risico van de
consument.
De consument heeft nog gevorderd dat de ondernemer de meter van het warme tapwater ijkt, evenals de
overige meters. Indien de consument dat wenst kan zij daarom verzoeken, als gebruikelijk op kosten van
ongelijk. Een eenzijdige verplichting van de ondernemer om dat op zijn kosten te doen is niet
overeengekomen of geïndiceerd.
Ten slotte heeft consument ook nog verzocht om aanpassing van het termijnbedrag. Dat bedrag is
inmiddels op haar verzoek verlaagd.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de
heer ing. C. Verloop en de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 13 januari 2022.
de heer mr. R.J. Paris