Hotel ligt volgens brochure direct aan zee. Toch geen toegang tot zee vanuit hotel.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 70230

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een op 28 april 2012 via een boekingskantoormet de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Curacao met verblijf in een hotel op all inclusive basis voor de periode van 6 tot en met 14 mei 2012, voor de som van € 2.130,–.   Klager heeft op 30 mei 2012 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij hebben bij de boeking tegen het reisbureau gezegd dat wij een hotel wilden dat direct aan zee is gelegen, zodat wij in de zee konden zwemmen en snorkelen. Dat was namelijk het doel van onze vakantie. Het reisbureau legde ons twee mogelijkheden voor. Beide hotels lagen aan zee, maar het ene was van mindere kwaliteit dan het andere. Ons werd aangeraden voor het meest comfortabele hotel te kiezen. Dat was het [naam hotel 1], het duurste van de twee. In de brochure werd bij dit hotel vermeld dat dit direct aan zee lag en een eigen privéstrand had. Wij hebben onze keuze op dit hotel laten vallen. Toen wij aankwamen, bleek dat het hotel weliswaar bij de zee lag, maar dat er geen toegang was vanuit het hotel tot de zee. Het “strand” was kunstmatig aangelegd en verder waren er twee zwembaden. Dat was voor ons een grote teleurstelling en bovendien voelden wij ons misleid door de onjuiste informatie. De hostess bij wie wij hierover ons beklag deden, toonde weinig begrip en medeleven. Wij konden ons laten overboeken naar het andere, goedkopere en minder comfortabele hotel, waarvoor wij dus niet hadden gekozen, maar dan moesten we € 300,– bijbetalen! U begrijpt dat wij daarvoor niets voelden. De manager was bereid om te bewerkstelligen dat wij gebruik konden maken van het privéstrand van een ander hotel, dat verderop lag. De kosten om daar te komen moesten wij voor onze rekening nemen. Wij hebben slechts eenmaal van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, in de eerste plaats vanwege de daaraan verbonden vervoerskosten en verder omdat iedere keer opnieuw toestemming moest worden gevraagd aan de manager van het andere hotel, die niet altijd aanwezig was. Van de zijde van de reisorganisator kregen wij verder geen alternatief aangeboden. Het boekingskantoor bood ons na terugkeer een tegoedbon aan ter waarde van € 50,–, later verhoogd tot € 220,–. De reisorganisator heeft aangeboden de tegoedbon van € 220,– om te zetten in geld. Wij vinden de aangeboden vergoeding echter veel te weinig. Wij zijn misleid en hebben niet de vakantie gehad die ons voor ogen stond en die wij dachten te hebben geboekt. Dit vinden wij een zeer ernstige tekortkoming van de reisorganisator waartegenover een veel hogere vergoeding dient te staan. Er dient ook rekening te worden gehouden met de kosten die wij hebben gemaakt om gebruik te kunnen maken van het strand van het andere hotel. Die kosten bedragen $ 59,50 voor de huur van een auto en $ 140,– voor brandstof en een lunch buiten het geboekte hotel.   Klager verlangt een vergoeding van € 3.000,– in totaal.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Als in de brochure is vermeld dat het hotel direct aan zee ligt, betekent dat nog niet dat er vanaf het hotel toegang is tot de zee. Klager heeft zich dat blijkbaar onvoldoende gerealiseerd. Niettemin begrijpen wij zijn teleurstelling en daarom zijn wij bereid de door het boekingskantoor aangeboden tegoedbon ter waarde van € 220,– om te zetten in geld. Onze reisleidster heeft voor klager geregeld dat hij gebruik kon maken van het strand bij het [naam hotel 2]. Voor de kosten van eten en drinken werd een rekening voor klager geopend van $ 50,– per persoon. Klager is ook de mogelijkheid geboden te verhuizen naar het [naam hotel 3]. Omdat het [naam hotel 1] annuleringskosten in rekening zou brengen, was hiervoor een bijbetaling van toepassing. Klager heeft van beide mogelijkheden geen gebruik gemaakt. Na terugkeer is klager een vergoeding aangeboden van € 220,–. Hiermee zouden de extra kosten die klager zou hebben gemaakt als hij gebruik had gemaakt van de geboden alternatieven ruimschoots zijn gedekt. Wij vinden dit dan ook een redelijke vergoeding.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie acht de informatie over het [naam hotel 1] misleidend. Volgens die informatie is het hotel direct aan zee gelegen en beschikt het over een, weliswaar aangelegd, privéstrand. De potentiele reiziger leidt daar direct uit af dat de zee vanuit het hotel direct toegankelijk is. Ter zitting is dat door de reisorganisator impliciet erkend met de mededeling dat de informatie in de brochure zal worden aangepast. Daar komt bij dat klager is afgegaan op het advies van het boekingskantoor, dat er kennelijk ook van uitging dat de zee vanuit het hotel direct toegankelijk was. De geboden alternatieven waren om begrijpelijke redenen niet aanvaardbaar. Bovendien ontkende klager ter zitting dat het aanbod om gebruik te mogen maken van het strand bij het [naam hotel 2] door bemiddeling van de hostess van de reisorganisator tot stand is gekomen. De commissie is, gelet op de misleidende informatie over het hotel, waarvoor de reisorganisator aansprakelijk is en waarvan mag worden aangenomen dat klager, gelet op diens reisdoel, de reisovereenkomst niet zou hebben gesloten als hij van de werkelijke situatie op de hoogte was geweest, van oordeel dat een hogere vergoeding dan aangeboden op haar plaats is. De door klager verlangde vergoeding van € 3.000,– acht de commissie echter in verhouding tot de ernst van het door klager ondervonden ongerief buitenproportioneel. Rekening houdend met alle haar bekende omstandigheden, waaronder het feit dat op de kwaliteit van de reis en van de accommodatie voor het overige geen aanmerkingen zijn gemaakt, stelt de commissie de door de reisorganisator te betalen vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op € 750,– in totaal.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 750,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 19 november 2012.