Imputatieregeling artikel 6:44 BW – 2

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Betaling    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 40427

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft door de consument geleden schade vanwege de warrige nota’s van de ondernemer en de administratieve chaos/boekhouding bij de ondernemer, aldus de consument.   De consument heeft op 20 september 2009 de klacht (voor de eerste keer) voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Betalingen worden door de ondernemer niet goed verwerkt waardoor er een administratieve chaos ontstaat. Betalingen worden niet afgeboekt op de onderliggende facturen en ten onrechte worden mij aanmaningen/herinneringen gestuurd en worden er ten onrechte incassomaatregelen getroffen. Bovendien beweert de ondernemer dat er incassomedewerkers bij mij thuis langs zijn geweest, doch dat wordt door mij betwist. Ik heb die desbetreffende medewerkers nooit gezien en zij hebben ook niets bij mij in de brievenbus achtergelaten zodat er ook geen enkel bewijs is dat die incassomedewerkers langs zijn geweest. Door de vele administratieve uitzoekklussen en vele briefwisselingen en telefoontjes met de ondernemer wens ik ook een schadevergoeding te verkrijgen. Ik ben het niet eens met de overzichten die de ondernemer verstuurt ter zake openstaande facturen. Alles is door mij betaald.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ik ben gisteren nog gebeld door de ondernemer, doch omdat ik niet thuis was heb ik geen contact meer met ze gehad. Ik ben zelfs maandenlang door de ondernemer telefonisch gestalkt. Ik kreeg dan een bandje aan de lijn met de mededeling dat er nog facturen/rekeningen openstonden die ik diende te betalen. Er is daarover heel vaak door de ondernemer gebeld, tot vervelends toe. Aanvankelijk was de ondernemer mijn energieleverancier maar in maart 2009 ben ik geswitcht naar een andere leverancier. De ondernemer regelt thans voor mij alleen nog het transport van de energie. Het kwam wel eens voor dat ik te laat betaalde. Dan kwam er direct een herinnering met daarbij behorende kosten. Ik betaal niet via automatische incasso, daar vertrouw ik niet op. Het is fout gegaan in 2008. Toen is plotsklaps een nieuwe gasmeter geplaatst waarna ik een veel te hoge eindafrekening kreeg. Hoewel de meter is gecontroleerd en in orde is bevonden klopte die gasafrekening niet. Ook in vergelijking met mijn buren die hetzelfde soort huis en huishouden hebben als ik was dat bedrag veel te hoog, ik schat dat de eindafrekening over 2008 zo’n € 500,– teveel is geweest. Ik wil een schadevergoeding van de ondernemer van € 750,–. Ik heb heel veel werk gehad om alles administratief na te lopen. Ik heb er zelfs vrije dagen voor op moeten nemen. Ook de in rekening gebrachte herinnerings- c.q. aanmaningskosten bestrijd ik. Alles is steeds betaald. De ondernemer moet mijn betalingen afboeken op de desbetreffende factuur, zoals ik ook in mijn betalingen aangeef. Dat doet de ondernemer niet waardoor het een chaos wordt. Daarnaast beweert de ondernemer dat er twee à drie huisbezoeken zouden zijn geweest door een incassomedewerker, maar ik heb nooit iemand gezien. Bewijs dat er iemand langs is geweest, heeft de ondernemer ook niet geleverd.   De consument verlangt dat de ondernemer toegeeft dat hij er administratief een chaos van maakt, dat hij geen aanmaningen meer verkrijgt en dat hem een schadevergoeding wordt toegekend van € 750,–.   Standpunt van de ondernemer   De ondernemer heeft geen verweerschrift ingediend zodat de ondernemer noch schriftelijk noch mondeling (ter zitting) inhoudelijk heeft gereageerd. Wel heeft de ondernemer blijkens de zich in het dossier bevindende stukken bij brief van 4 maart 2010 een standpunt jegens de consument ingenomen wat op het volgende neerkomt.   De door de consument verstuurde betalingsbewijzen heeft de ondernemer niet ontvangen zodat hij die ook niet kan vergelijken met zijn eigen betalingsoverzicht, hetgeen als bijlage bij de brief van 4 maart 2010 wordt gevoegd. De ondernemer heeft zeer regelmatig te laat betalingen van de consument ontvangen, meerdere betalingen heeft de ondernemer pas ontvangen nadat de ondernemer het incassoproces had opgestart. Omdat de ondernemer de betalingen van de consument niet tijdig ontvangt, stuurt de ondernemer de consument herinneringen en aanmaningen, hetgeen kosten met zich meebrengt. De betalingen van de consument zijn volledig verwerkt op het bijgevoegde betalingsoverzicht. Omdat betalingen pas na de vervaldatum van de nota’s zijn ontvangen vindt de ondernemer het terecht dat hij een incassobureau heeft ingeschakeld. Er is een monteur op 25 januari 2010 op het adres van de consument langs geweest waarbij die monteur, als de consument niet aanwezig is, een laatste verzoek tot betaling in de brievenbus heeft achtergelaten.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Anders dan de consument stelt, behoeft de ondernemer de door de consument verrichte betalingen niet per se af te boeken op de daarop betrekking hebbende facturen. Immers, de wettelijke hoofdregel voor geldschulden (de zogenaamde imputatieregeling van artikel 6:44 BW) bepaalt dat betalingen achtereenvolgens strekken in mindering op kosten, eventueel opeisbare rente, de hoofdsom en eventueel nog lopende rente. Dat betekent dat als er door de ondernemer terecht kosten zijn gemaakt (zoals voor herinneringen c.q. aanmaningen) betalingen allereerst daarop in mindering kunnen strekken en vervolgens pas op de hoofdsom/factuur. Verder heeft de consument zelf aangegeven dat het weleens voorkwam dat hij te laat was met zijn betalingen (en volgens de ondernemer was dat met enige regelmaat), zodat op basis daarvan de ondernemer herinneringen c.q. aanmaningen aan de consument kon versturen. Op basis van de toepasselijke wetgeving (artikel 6:91 e.v.), de toepasselijke algemene voorwaarden (artikel 14 lid 7), alsmede het toepasselijke tarievenblad is de ondernemer in zijn algemeenheid gerechtigd herinnerings-/aanmaningskosten c.q. incassokosten in rekening te brengen, hetgeen ook is gebeurd. Dat de ondernemer die kosten volstrekt ten onrechte en op onjuiste gronden heeft gedaan, heeft de consument niet aangetoond. Wel is het zo dat de consument uitdrukkelijk heeft betwist dat sprake is geweest van huisbezoek (door een monteur dan wel een incassomedewerker) van de zijde van de ondernemer. (Begin van) bewijs dat het wel is gebeurd en heeft plaatsgevonden met achterlating van verzoeken tot betaling in de brievenbus van de consument heeft de ondernemer niet geleverd, althans de ondernemer heeft zijn stellingen in dat opzicht niet verder geconcretiseerd en onderbouwd zodat niet is komen vast te staan dat die huisbezoeken daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. De commissie ziet daarin aanleiding om de door de ondernemer aan de consument in rekening gebrachte kosten voor dat huisbezoek (tweemaal € 50,–, zoals vermeld op het betalingsoverzicht van de ondernemer behorende bij zijn brief van 4 maart 2010) buiten beschouwing te laten, zodat die kosten van in totaal € 100,– door de ondernemer aan de consument dienen te worden terugbetaald. In dat opzicht acht de commissie de klacht van de consument gegrond.   Aan de klacht van de consument over de te hoge gasrekening over 2008 gaat de commissie voorbij, nu de consument zijn stellingen in dat opzicht onvoldoende heeft onderbouwd (geen jaarafrekening en geen meterstanden verschaft) en daarnaast de consument die klacht ook niet concreet heeft verwoord en weergegeven op het bij aanvang van het geschil in te dienen klachtenformulier (en die klacht pas ter zitting heeft vermeld).   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 100,– terug. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 17 september 2010.