Commissie: Reizen
Categorie: Accommodatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
48156
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 14 juli 2010 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf in een appartement voor vier personen te Wagrain in Oostenrijk op basis van logies met ontbijt/half pension, voor de periode van 17 juli 2010 t/m 24 juli 2010 voor de som van € 727,–. Klager heeft op 30 juli 2010 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven aan de reisorganisator. De ligging van de accommodatie voldeed niet aan onze verwachtingen: het was veel hoger (1.300 m) dan het centrum van Wagrain (850 m) en er leidde een steile, smalle, slingerende weg naar toe die met grind was bezaaid. De accommodatie was voor Nederlandse begrippen moeilijk bereikbaar en dat had moeten worden vermeld. In het kader van de boeking zou ter plaatse de accommodatie door de plaatselijke VVV worden bekend gemaakt en die zou binnen een straal van 10 km van het centrum liggen. Door de ligging van de accommodatie moesten we alles met de auto doen, want lopen naar het centrum zou anderhalf uur in beslag genomen hebben. Wilden de kinderen van 15 jaar iets doen (zoals zwemmen) dan waren ze steeds afhankelijk van een volwassene. Uiteindelijk hebben we op eigen kosten een andere accommodatie moeten boeken. Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven aan klager. Klager heeft de geboekte accommodatie verkregen en dat de accommodatie aan en steile toegangsweg was gelegen viel te verwachten in een vakantiegebied als dit. Er is geprobeerd om de accommodatie kosteloos dan wel tegen geringe kosten om te boeken, maar de VVV ter plaatse was daar als accommodatieverschaffer niet toe bereid. Het betreft appartementen van particuliere verhuurders die via de plaatselijke VVV worden verhuurd. Er is een alternatief geboden in de vorm van een tweekamerappartement waarvan de kosten lager waren dan die bij hotelverblijf, maar dat is afgewezen. Er moest hoe dan ook worden betaald voor de gehuurde accommodatie. Naar onze mening heeft klager de redelijkerwijs te verwachten accommodatie toegewezen gekregen. Bovendien was van tevoren bekend dat de accommodatie was gelegen binnen een straal van 10 km van het centrum, zodat te verwachten was dat de kinderen voor vervoer afhankelijk zouden zijn voor vervoer. Via ons zijn dit seizoen 237 arrangementen geboekt en slechts in twee gevallen is geklaagd over de bereikbaarheid van de accommodatie. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de overgelegde bescheiden en het verhandelde ter zitting is de commissie tot het navolgende oordeel gekomen. Het moet klager bij boeking redelijkerwijs duidelijk zijn geweest dat er sprake was van een bergachtige omgeving. Dat de ligging van de accommodatie enigszins hoger (1.300 m) was dan het centrum van Wagrain (850 m) is in dat opzicht dan ook irrelevant. Voort is uit de overgelegde foto’s niet gebleken dat er sprake was een ontoegankelijke weg naar de accommodatie. De afgebeelde weg is inderdaad enigszins steil maar niet (te) smal of slingerend, zodat niet kan worden gezegd dat de accommodatie moeilijk bereikbaar was. Verder was klager al op voorhand duidelijk dat in het kader van de boeking de accommodatie door de plaatselijke VVV zou worden bekend gemaakt en die zou zijn gelegen binnen een straal van 10 km van het centrum. Dat betekende dat klager zich had moeten realiseren dat door de ligging van de accommodatie veel gebruik gemaakt zou moeten worden van de auto, omdat het overbruggen van een dergelijke afstand in een bergachtig gebied lopend op problemen stuit. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 9 november 2010.