In rekening brengen van kosten voor factureren met acceptgiro

De Geschillencommissie




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Betaling    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 49708

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het sturen van acceptgirokaarten en de daaraan voor de consument verbonden kosten.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument acht het onjuist dat de ondernemer kosten in rekening brengt voor facturen met acceptgiro. Bovendien is – aldus de consument – deze benadering in strijd met een uitspraak van 23 juli 2009 van de rechtbank Haarlem. De consument verlangt, dat de ondernemer alle ter zake in rekening gebrachte kosten restitueert. Verder acht de consument het onterecht, dat de ondernemer zijn verbinding herhaald heeft afgesloten en dat hij (consument) heraansluitingkosten heeft moeten betalen.   De consument wenst dat de commissie de ondernemer dwingt te stoppen met het in rekening brengen van de kosten voor een acceptgirokaart.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer is van mening, dat de consument niet-ontvankelijk in zijn klacht moet worden verklaard, aangezien tariefkwesties een beleidsbeslissing betreffen die niet ter inhoudelijke beoordeling van de commissie staat.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie wijst het verzoek van de ondernemer om de consument in zijn klacht niet-ontvankelijk te verklaren, af. Het is weliswaar juist, dat tariefwijzigingen in beginsel tot de beleidsvrijheid van de ondernemer behoren en niet ter inhoudelijke beoordeling van de commissie staan, maar in het onderhavige geval heeft de consument ook gesteld, dat de ondernemer handelt in strijd met een uitspraak van de rechtbank te Haarlem. Verder heeft de consument geklaagd over onterechte afsluitingen.   De commissie acht de klacht van de consument ongegrond. Bij dit oordeel heeft de commissie in aanmerking genomen, dat consumenten (maar ook zakelijke gebruikers) in het kader van artikel 7.2 Telecommunicatiewet een kosteloos beëindigingsrecht hebben in gevallen van wijziging in een contract als het onderhavige, welke wijziging niet aantoonbaar in het voordeel van de consument is. Ook in artikel 27f van de toepasselijke algemene voorwaarden is bepaald, dat indien een contractant een tariefverhoging niet wenst te accepteren, hij/zij de overeenkomst schriftelijk kan opzeggen met ingang van de datum waarop de wijziging van kracht wordt. Verder heeft de commissie in aanmerking genomen, dat het vonnis van de kantonrechter te Haarlem (van 23 juli 2009) in de onderhavige zaak niet naar analogie kan worden toegepast. In de kantongerechtzaak ging het om levering van elektriciteit door een monopolist. Bovendien heeft de wetgever – zoals zo juist werd overwogen – gewild, dat voor kwesties als de onderhavige artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet toepasselijk is.   Niet weersproken is dat de afsluitingen in het onderhavige geval in direct verband stonden met het achterwege laten van betalingen door de consument aan de ondernemer. De commissie moet constateren dat deze afsluitingen conform de tussen partijen toepasselijke algemene voorwaarden zijn geschied.   Gelet op al het voorgaande acht de commissie de klacht van de consument ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Het meer of anders gevorderde wordt eveneens afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie, leden, op 9 maart 2011.