Commissie: Makelaardij
Categorie: Opdracht
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
MAK 06-0058
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de consument na intrekking van de verkoopopdracht nog enig bedrag verschuldigd is.
De consument heeft een bedrag van € 575,– niet betaald en in depot gestort onder de commissie.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De overeenkomst is gesloten onder verkeerde voorwaarden.
Nadat de overeenkomst met de op internet adverterende ondernemer tot stand was gekomen is binnen een week getracht de opdracht terug te trekken.
Telefonisch contact was nauwelijks mogelijk. Uiteindelijk is telefonisch meegedeeld dat intrekking niet mogelijk was. De telefoniste gooide de hoorn erop.
Op een brief kwam geen reactie.
Op grond van deze opstelling heeft de consument het vertrouwen in de ondernemer verloren.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De intrekking van de opdracht is wel geaccepteerd maar de consument wordt aan de betalingsverplichting gehouden.
Als internetmakelaar doen wij uit kostenoogpunt zaken over internet en bij voorkeur dus niet telefonisch of schriftelijk.
De handelwijze van de telefoniste wordt weersproken.
De consument heeft getekend en is akkoord gegaan met het gebruiksreglement waarin in art. 4.5 wordt bepaald dat er in geen enkel geval courtage wordt gerestitueerd.
Beoordeling van het geschil
Uitgangspunt in de onderhavige zaak is de overeenkomst die gesloten is tussen partijen in de door de consument ondertekende opdracht tot dienstverlening.
Daarin is opgenomen dat de consument de ondernemer opdracht verstrekt topt het verlenen van diensten bij de verkoop van de woning voor een tarief van € 575,– inclusief BTW.
Vast staat – dat is ook door de consument erkend – dat de door de ondernemer gezonden factuur ad € 575,– in beginsel op grond van die overeenkomst tussen partijen verschuldigd is.
Op het derde blad van de overeenkomst is, voor zover hier van belang, vermeld dat op de overeenkomst de Algemene Voorwaarden van de NVM en het Gebruiksreglement van Wonex van toepassing zijn.
De commissie oordeelt dat, waar hier sprake is van verwijzing naar twee sets algemene voorwaarden, de NVM-voorwaarden bij strijdigheid dienen te prevaleren boven de eigen voorwaarden (gebruiksreglement) van de ondernemer.
Overigens kan het beroep op art. 5.3 van dat gebruiksreglement de ondernemer niet baten.
Het beding luidt:
‘nadat door de gebruiker de opdracht is verstrekt is er geen mogelijkheid tot restitutie van courtage of andere in rekening gebrachte kosten.’
Allereerst geldt dat dit beding in de onderhavige situatie geen relevantie heeft daar immers geen aanspraak wordt gemakt op restitutie. Restitutie veronderstelt immers een reeds verrichte betaling en daarvan is hier geen sprake. Het bedrag waarop de ondernemer aanspraak maakt is immers niet aan deze betaald maar in depot bij de commissie gestort.
Voorts geldt dat een aldus geformuleerd beding– waar het de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst in wezen uitsluit – getroffen wordt door nietigheid ex art. 6:236 onder b BW.
Ook om die reden is derhalve de regeling in de NVM-voorwaarden van toepassing.
Die regeling voorziet in art. 6 lid 3 in een aanspraak van de ondernemer op vergoeding van gemaakte kosten en, indien overeengekomen, op een percentage van het loon.
Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van gemaakte kosten en evenmin is voorzien in de overeenkomst in vergoeding van een percentage van het loon.
De consument is derhalve niets verschuldigd en heeft aanspraak op restitutie van het bij de commissie in depot gestorte bedrag.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat het in depot gestorte bedrag van € 575,– zal worden overgemaakt aan de consument.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 6 juni 2007.