Inspanningsverplichting, geen resultaat verplichting

De Geschillencommissie




Commissie: Advocatuur    Categorie: Tekortkoming in de uitvoering opdracht    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 63705

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat ter zake van zijn bijstand bij de beëindiging van het dienstverband van de cliënt.   De cliënt heeft op 6 juli 2011 de klacht voorgelegd aan de advocaat.   Standpunt cliënt   Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de klachten zoals verwoord onder 4. van het klachtenformulier en de overgelegde stukken. In de kern komt de klacht op het volgende neer.   De cliënt voelt zich door de advocaat onvolledig en onjuist voorgelicht. Indien de cliënt wel volledig en juist was ingelicht, dan was hij anders het onderhandelingsproces met zijn werkgever ingegaan en had de advocaat in plaats van ruim 24 uur slechts 4 tot 6 uur aan de zaak behoeven te besteden. Nu heeft het advies niet in te gaan op het bod van de werkgever en de onderhandelingen, als extra resultaat naast het eerder gedane aanbod, slechts twee maandsalarissen opgeleverd, terwijl de cliënt ook nog ongeveer twee maanden heeft gewerkt en thans een enorme advocaatrekening heeft.   De cliënt vordert excuses van de advocaat en een substantiële matiging van de door de advocaat verrichtte en in rekening gebrachte werkzaamheden met tot maximaal 6 uur, ofwel tot een bedrag van € 1.713,60.   Standpunt advocaat   Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar het ingebrachte verweer en de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer.   De advocaat stelt vast dat de in deze verrichtte werkzaamheden en het aantal in deze door de advocaat bestede uren niet worden betwist. Ook het gehanteerde uurtarief is conform de met de cliënt gemaakte afspraak.   De advocaat betwist dat hij onjuiste informatie zou hebben verstrekt. De advocaat heeft conform de opdracht, een inschatting gemaakt of het raadzaam was niet in te gaan op het aanbod van de werkgever en eventueel door middel van onderhandelingen te bezien of er meer in zat. De advocaat blijft bij dit advies. De instructie om de diplomatieke weg te volgen heeft de advocaat volledig opgevolgd. Bij de cliënt bestond volledige duidelijkheid dat de advocaat geen resultaatsverbintenis maar een inspanningsverbintenis aan was gegaan.   Ook van onvolledige informatie is geen sprake. De advocaat heeft de cliënt volgens zijn herinnering bij de aanvang van zijn bijstand, doch in ieder geval op 17 mei 2011 – en derhalve voor het overleg met de werkgever op 5 juli 2011 – geïnformeerd over de omstandigheid dat de kantonrechter in een ontbindingszaak formeel geen uitspraak mag doen over de studiekostenovereenkomst van de cliënt.   Beoordeling van het geschil   Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.   De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat.   Op 28 april 2011 heeft een eerste gesprek tussen de cliënt en de advocaat plaatsgevonden. Tijdens dat gesprek heeft de cliënt aangegeven dat zijn werkgever het dienstverband wenste te beëindigen, maar het aanbod van de werkgever mager vond en heeft de advocaat verzocht te bezien of een beter aanbod tot de mogelijkheden behoorde en geïnstrueerd de zaak netjes te regelen en de diplomatieke weg te bewandelen. Ten behoeve van dit gesprek heeft de cliënt voor de advocaat ook een memo d.d. 22 april 2011 opgemaakt waarin onder meer een en ander zoals hiervoor aangegeven staat vermeld. Naar het oordeel van de commissie blijkt uit dit memo dat de cliënt ook zelf graag een beter aanbod wenste en daarin werd gesterkt door opmerkingen van [het hoofd] die de leidinggevende van de cliënt zou hebben geïnstrueerd dat hij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst goed en genereus moet afhandelen.   Op 17 mei 2011 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden, waarin de advocaat, onderbouwd – met een blijkens een door hem gemaakte telefoonnotitie – heeft aangegeven dat als de zaak bij de kantonrechter zou komen, deze bij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst in die procedure geen beslissing zou kunnen nemen over met name de studiekosten, outplacement en advocaatkosten. Op 5 juli 2011 heeft tussen de cliënt en de werkgever een gesprek plaatsgevonden waarbij de werkgever een eindaanbod heeft aangeboden. De cliënt heeft dit eindbod geaccepteerd. De werkgever van cliënt heeft de advocaatkosten van de cliënt voor een bedrag van € 6.000,– exclusief BTW voor haar rekening heeft genomen. De advocaat heeft voornoemd bedrag van de werkgever ontvangen en het meerdere, € 628,32, bij de cliënt in rekening gebracht, zo blijkt uit de brief van de advocaat aan de cliënt van 15 september 2011. Dit bedrag is door de cliënt voldaan.   Naar het oordeel van de commissie heeft de advocaat terecht en op goede gronden de cliënt geadviseerd – ook conform de wens van de cliënt zoals blijkt uit zijn eerdergenoemde memo en door hem erkent tijdens de mondelinge behandeling – het 28 april 2011 ter tafel liggende aanbod van de werkgever niet te accepteren en te trachten via onderhandelingen tot een beter resultaat te komen. In weerwil van het door de advocaat gemotiveerd weersproken betoog van de cliënt, is niet komen vast te staan dat de advocaat de cliënt in de daaropvolgende periode tot genoemd overleg met de werkgever op 5 juli 2011 – in verband met de beslissing van de cliënt, ten behoeve van een beter aanbod voort te blijven gaan met de onderhandelingen met de werkgever – onvoldoende, onjuist en niet tijdig zou hebben geïnformeerd.   Dat het uiteindelijk aanbod van de werkgever de cliënt teleur heeft gesteld, kan de advocaat niet worden tegengeworpen, te minder nu de advocaat in deze een inspanningsverbintenis heeft en – anders dan de cliënt stelt – het door de cliënt geaccepteerde eindaanbod meer twee maandsalarissen extra heeft opgeleverd en meer heeft opgeleverd dan het aanbod dat op 28 april 2011 ter tafel lag.   Gelet op het hiervoor is overwogen komt de commissie tot het oordeel dat de advocaat, in weerwil van het betoog van de cliënt, gehandeld heeft zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat   Van enig handelen van de advocaat waardoor de cliënt schade heeft geleden, is niet of onvoldoende gebleken. De daarop gebaseerde gevorderde schadevergoeding, al dan niet in de vorm van matiging van de declaraties van de advocaat, wordt dan ook afgewezen.   De commissie zal dan ook het gevorderde afwijzen.   Hetgeen partijen ieder voor zich nog naar voren hebben gebracht, behoeft – naar het oordeel van de commissie – geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.   Beslissing   De commissie wijst het door de cliënt gevorderde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur, op 5 maart 2012