Internist handelt niet onzorgvuldig bij late diagnose ACNES en schildklierkanker

De Geschillencommissie




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 22159/28581

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënte stond van 2007 tot 2015 onder behandeling van een internist vanwege verschillende klachten. De cliënte verwijt het de internist dat hij jarenlang niet heeft gedacht aan de diagnose ACNES als verklaring voor haar buikklachten. Daarnaast heeft de cliënte lange tijd klachten die zij wijt aan haar schildklier. In 2017 is bij haar schildklierkanker vastgesteld. De cliënte neemt het de internist kwalijk dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar schildklierklachten. De internist erkend dat hij de diagnose ACNES gemist heeft, omdat het niet echt bekend was dat ACNES aan beide kanten van het lichaam kan voorkomen. Het was logischer dat de buikproblematiek van de cliënte het gevolg was van darmverklevingen. De internist stelt dat hij juist heeft gehandeld rondom de schildklierproblematiek. De commissie oordeelt dat de klacht ongegrond is. De internist heeft voldoende duidelijk gemaakt waarom hij niet heeft gedacht aan ACNES bij de klachten van de cliënte. Daarnaast heeft hij zich voldoende ingespannen in de behandeling betreft de schildklier, door af te gaan op de onderzoeksresultaten. Hieruit was in 2015 nog geen verdenking van schildklierkanker.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]

en

Stichting Katholieke Universiteit – Radboudumc, gevestigd te Nijmegen (hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 maart 2021 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.

De cliënt stond van 2007 tot 2015 onder behandeling van internist [naam] (hierna: de internist) vanwege uiteenlopende klachten. De cliënt verwijt het de internist dat hij jarenlang niet heeft gedacht aan de diagnose ACNES als verklaring voor haar buikklachten. Daarnaast heeft de cliënt lange tijd klachten die zij wijt aan haar schildklier. In 2017 is bij de cliënt schildklierkanker vastgesteld. De cliënt neemt het de internist kwalijk dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar schildklierklachten.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt is in 2000 een gynaecologische ingreep ondergaan. Sindsdien heeft de cliënt aanhoudende buikklachten overgehouden, samen met andere lichamelijke klachten (waaronder huidklachten, vermoeidheid, en een lage lichaamstemperatuur). Sinds 2007 stond zij hiervoor onder behandeling van de internist.

ACNES
De internist dacht aan darmverklevingen als verklaring voor haar buikklachten, die bovendien verlichtten na een darmspoeling. Pas in 2015 kwam de cliënt door een krantenartikel op de hoogte van het bestaan van ACNES, een zenuwbeknelling in de buikwand. Onderzoek in het [naam ander ziekenhuis] in Eindhoven heeft uitgewezen dat bij de cliënt sprake is van een dubbelzijdige ACNES. Hiervoor is de cliënt in 2015 geopereerd. De operatie is voorspoedig verlopen. Sindsdien heeft de cliënt geen buikklachten meer.

De cliënt heeft vastgesteld dat in 2006 in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een artikel heeft gestaan over ACNES. Zij stelt zich daarom op het standpunt dat de internist veel eerder aan deze aandoening had moeten denken.

Schildklier
De cliënt ondervindt sinds de operatie aan de dubbelzijdige ACNES nog altijd klachten van kou en vermoeidheid, die sinds 2000 hebben voortbestaan. De internist heeft herhaaldelijk de schildklierwaarden in het bloed bepaald, maar dat heeft niet tot verdere behandeling geleid. Sterker, de huisarts heeft de cliënt verwezen naar een allergoloog in het ziekenhuis, maar de allergoloog heeft in overleg met de internist besloten geen behandeling met schildklierhormoon te starten. Vanwege aanhoudende klachten is de cliënt door de huisarts voor nader onderzoek doorverwezen naar de afdeling endocrinologie van de zorgaanbieder. De endocrinoloog weigerde de cliënt echter te ontvangen, omdat een consult van geen toegevoegde waarde zou zijn.

In 2017 is in het [naam ander ziekenhuis] schildklierkanker vastgesteld met uitzaaiingen naar de lymfeklieren. De cliënt is van mening dat de zorgaanbieder meer onderzoek had moeten doen naar haar schildklierfunctie.

De schade
De cliënt eist een schadevergoeding. Hoewel haar schade ruim € 300.000,– is, heeft zij deze met het oog op de bevoegdheid van de commissie beperkt tot € 25.000,– en afstand gedaan van het meerdere.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De internist erkent dat hij de diagnose van ACNES heeft gemist. Ter verklaring heeft de internist erop gewezen dat de cliënt forse buikproblematiek heeft overgehouden aan de operatie uit 2000. Daarom was de meest voor de hand liggende verklaring dat sprake was van darmverklevingen. Van ACNES was indertijd niet goed bekend dat deze aan beide zijden van het lichaam kan voorkomen. Bovendien knapte de cliënt van darmspoelingen op, hetgeen zich niet laat verklaren vanuit de diagnose ACNES (maar wel vanuit verklevingen).

Wat betreft de schildklierproblematiek meent de internist dat hij correct heeft gehandeld.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Het beoordelingskader.

Bij de beoordeling van deze klacht geldt het volgende beoordelingskader. De overeenkomst die is gesloten tussen de cliënt en de zorgaanbieder is een geneeskundige behandelingsovereenkomst.

Bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de hulpverlener de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen. Dat betekent dat hij moet handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, die voortvloeit uit de professionele standaard zoals die geldt voor alle hulpverleners. Deze zorgplicht houdt in dat de hulpverlener die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. De zorgplicht houdt geen resultaatsverplichting in, maar wordt aangemerkt als een inspanningsverplichting. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken als komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.

De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in het nakomen van de behandelovereenkomst met de cliënt.

ACNES
Uit wat de cliënt naar voren heeft gebracht, begrijpt de commissie dat de ACNES-operatie haar meteen van haar klachten heeft afgeholpen. De frustratie bij het idee, dat bij een eerdere behandeling de cliënt jarenlange buikklachten en alle ellende en kosten van dien bespaard had kunnen blijven, vindt de commissie goed voorstelbaar. Dat de ACNES-operatie eerder had kunnen plaatsvinden als de internist de diagnose had gesteld, is echter onvoldoende reden om de klacht gegrond te verklaren.

In dit geval heeft de internist duidelijk gemaakt waarom hij niet heeft gedacht aan ACNES. Hij wist niet dat ACNES ook dubbelzijdig voorkomt. Of hij dat had moeten weten, met andere woorden: of een redelijk handelend internist aan ACNES had moeten denken bij dubbelzijdig voorkomende klachten, is niet goed in te schatten. De cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling verteld dat ongeveer 90% van de ACNES-gevallen eenzijdig is. En ACNES is al geen veelvoorkomende aandoening.
Maar wat belangrijker is, is dat de klachten verholpen werden door darmspoelingen. Dat is geen bewezen behandelmethode voor ACNES, maar wel bij verklevingen. Gegeven de gecompliceerd verlopen gynaecologische ingreep in 2000 dacht de internist aan darmverklevingen en die gedachte vindt de commissie goed pleitbaar. Dat dat achteraf onjuist is, maakt niet dat de internist zich onvoldoende heeft ingespannen in de behandeling van de cliënt. De internist heeft wat dat betreft voldoende gedaan, onder meer door herhaaldelijk beeldvormend onderzoek te laten verrichten.

De klacht is dus in zoverre ongegrond. Overigens is het wel de verdienste van de cliënt dat de internist inmiddels beter op de hoogte is van ACNES.

Schildklier
Wat de cliënt de internist lijkt te verwijten, is dat de bij haar vastgestelde schildklierkanker eerder ontdekt had kunnen worden als de internist voldoende onderzoek had gedaan naar haar schildklierklachten.

De commissie heeft kennisgenomen van het medisch dossier van de cliënt. Daaruit blijkt dat de internist de schildklierfunctie een aantal malen heeft bepaald en een laboratoriumonderzoek naar vermoeidheid heeft laten doen. Ook heeft de internist de uitslag van de echo van het halsgebied, die op 25 november 2015 is gemaakt, bij zijn beoordeling betrokken. De commissie is van oordeel dat de internist zich voldoende heeft ingespannen in de behandeling van de cliënt door af te gaan op deze onderzoeksresultaten. De resultaten gaven de internist terecht geen aanleiding voor verdere behandeling, omdat de schildklierwaarden geen aanwijzing gaf voor een te langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) en de echo van de hals geen verdenking gaf voor schildklierkanker. De commissie kan zich voorstellen dat bij de cliënt de veronderstelling leeft dat er een relatie bestaat tussen klachten die zij wijt aan de schildklierfunctie en schildklierkanker, maar die relatie staat voor de commissie onvoldoende vast.

Slotsom
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. De zorgaanbieder heeft geen fout gemaakt en is daarom niet aansprakelijk voor de schade van de cliënt. Dat betekent dat het verzoek om een schadevergoeding wordt afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mr. M.M. Verhoeven, voorzitter, mr. dr. M.J. van Dam, mr. M.H.J.N. van Berckel Smit, leden, in aanwezigheid van mr. C.J.H. Terwal, secretaris, op 30 maart 2021.